Nieuws

Publicatie: 30 september 2019

Door:


In 2013 deed de Europese Commissie een voorstel voor het oprichten van een Europees Openbaar Ministerie (EOM) om de inefficiënte bestrijding van fraude met EU-subsidies te verbeteren. Naar verwachting zal het EOM eind 2020 operationeel zijn. Nederland heeft ook aangegeven zich aan te willen sluiten bij het EOM. Dit betekent dat ook decentrale overheden in Nederland te maken kunnen krijgen met onderzoeken van het EOM wanneer zij betrokken zijn (geweest) bij aanvragen voor EU-subsidies.

Europese Fondsen

De EU beschikt over meerdere fondsen waar Nederlandse begunstigden gebruik van maken. Zo stroomt er meer dan €1,5 miljard vanuit de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESI-fondsen) naar Nederland. Een voorbeeld is het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Vanuit EFRO komt onder het huidige Meerjarig Financieel Kader (MFK), dat nog loopt tot 2020, meer dan €500 miljoen ten goede van Nederland. Hoewel decentrale overheden zelf niet vaak de directe ontvanger zijn van dergelijke EU-subsidies spelen zij een belangrijke rol bij het vergaren van dergelijke fondsen voor private partijen. Decentrale overheden hebben zicht op welke lokale projecten voor financiële steun in aanmerking komen. Het is niet ongebruikelijk dat een decentrale overheid helpt met een de aanvraagprocedure bij deze fondsen en zelf ook financiële middelen ter beschikking stelt. Ook gemeenten kunnen aanspraak maken op subsidie uit dit fonds.

OLAF en fraude met EU-fondsen

Het Europese Anti-Fraude Bureau (OLAF) onderzoekt sinds zijn oprichting in 1999 frauduleus handelen met het Europese financiële middelen. Tussen 2010 en 2017 deed OLAF aanbevelingen tot de recollectie van meer dan €6 miljard aan EU-subsidies naar aanleiding van meer dan 1800 onderzoeken naar subsidiefraude. OLAF heeft binnen zijn juridische kader niet het mandaat om EU-subsidies terug te vorderen. Het bureau is een onderzoekende instantie, die aan de autoriteiten van lidstaten aanbevelingen doet om fraude met risico’s voor de financiële belangen van de EU te voorkomen of de schade daarvan zoveel mogelijk terug te draaien, bijvoorbeeld door het terugvorderen van uitgekeerde EU-subsidies. Toch zijn er nog verbeteringen mogelijk. In een persbericht stelt de Commissie bijvoorbeeld dat in 2016 EU-lidstaten tezamen nog € 150 miljard aan btw-opbrengsten aan zich voorbij lieten gaan. In 2017 werd voor meer dan € 300 miljoen misbruik gemaakt van de ESI-fondsen. De Commissie beschouwt dit als een probleem dat een Europese aanpak nodig heeft. Dat gaat nu gebeuren nu in de vorm van het EOM.

Het Europees Openbaar Ministerie

Het EOM krijgt een breder mandaat dan OLAF: naast het onderzoeken van mogelijke fraudezaken mag het EOM op eigen beweging dergelijke fraude gaan vervolgen. De oprichting van het EOM is een voorbeeld van nauwere samenwerking tussen EU-lidstaten. Momenteel hebben 22 EU-lidstaten besloten zich aan te sluiten bij het EOM. Daarmee plaatsen deze lidstaten zich ook onder de invloedssfeer en jurisdictie van het EOM. Nederland heeft ook aangegeven deel te willen nemen. Dit betekent dat ook decentrale overheden in Nederland te maken kunnen krijgen met onderzoeken van het EOM wanneer zij betrokken zijn (geweest) bij aanvragen voor EU-subsidies. De drempels voor de jurisdictie van het EOM bedragen voor misbruik van EU-middelen en grensoverschrijdende btw-fraude respectievelijk € 10.000,- en € 10 miljoen. Vanwege de 0,3 % btw-afdracht loopt de EU dus ook een gedeelte van haar mogelijke budget mis door misgelopen btw-opbrengsten. Het frauderen met subsidies van de EU (bijvoorbeeld door deze te ontvangen voor niet-bestaande projecten) heeft een directe misplaatsing van het EU-budget tot gevolg, waarmee deze financiële middelen niet zo kunnen worden ingezet als bedoeld in het MFK. Daarom gaat het EOM, door de bevoegdheid om uit eigen beweging fraude vervolgen, actiever toezicht houden op zowel grensoverschrijdende btw-fraude als subsidiefraude. De Roemeense Laura Codruta Kövesi zal naar alle waarschijnlijkheid als eerste Europees openbaar aanklager het EOM gaan leiden.

Gedecentraliseerde aanpak

Het EOM krijgt een gedecentraliseerde aanpak. Elke lidstaat die zich aansluit bij het EOM krijgt één onderaanklager. Dit is de persoon die middels nationale procedures en wetten, maar onder aanvoering van het EOM en daarmee op eigen beweging, verdachte situaties onderzoekt en waar nodig op vervolging over kan gaan.

Andere organisaties na inwerkingtreding EOM

OLAF zal bezig blijven met het administratieve onderzoek naar ongeregeldheden, waaronder fraude. Voor de vijf EU-lidstaten die zich (nog) niet aansluiten bij het EOM blijft OLAF functioneren zoals dat nu gebeurt. OLAF blijft voor deze lidstaten ongeregeldheden onderzoeken en brengt waar nodig adviezen uit om fraude, die schadelijk is voor het EU-budget, te vervolgen op nationaal niveau.
Eurojust coördineert nationale vervolgingsautoriteiten bij grensoverschrijdende misdaad. Dit doet zij ook met betrekking tot fraude met financiële middelen van de EU of grensoverschrijdende btw-fraude. Als het EOM volledig operationeel is zal Eurojust echter, bij zaken die de eerder genoemde drempels overstijgen, niet langer lidstaten steunen en coördineren, maar het EOM gaan ondersteunen.

Bron

FAQ on the European Public Prosecutor’s Office, persbericht Europese Commissie

Meer informatie

Europese Structuur- en Investeringsfondsen, Kenniscentrum Europa Decentraal