Voorzitterschapseditie van de Europese Ster
Europa decentraal en het HNP besteden in deze editie van de Europese Ster extra aandacht aan het Nederlands EU-voorzitterschap. U kunt hieronder een column lezen van Nicolaas Beets, Urban…
Lees meerAbonneer u dan op de Europese Ster en mis niks van de belangrijkste Europese ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en waterschappen.
Europa decentraal en het HNP besteden in deze editie van de Europese Ster extra aandacht aan het Nederlands EU-voorzitterschap. U kunt hieronder een column lezen van Nicolaas Beets, Urban…
Lees meer
Europa decentraal en het HNP besteden in deze editie van de Europese Ster extra aandacht aan het Nederlands EU-voorzitterschap. U kunt hieronder een column lezen van Nicolaas Beets, Urban Envoy van het ministerie van BZK, een praktijkvraag over het de-minimisplafond en meerdere nieuwsberichten gerelateerd aan het voorzitterschap.
Onderzoek, ontwikkeling en innovatie is een belangrijk item op de Europese Agenda. Ook is het belangrijk voor provincies, gemeenten en waterschappen. Betere regelgeving is ook een populair onderwerp. Het belang…
Lees meerOnderzoek, ontwikkeling en innovatie is een belangrijk item op de Europese Agenda. Ook is het belangrijk voor provincies, gemeenten en waterschappen. Betere regelgeving is ook een populair onderwerp. Het belang van beiden werd recent onderstreept door de Europese ministers van onderzoek, die voor een bespreking bijeenkwamen in Amsterdam. Betere en slimmere regelgeving moeten eraan bijdragen dat kennis, onderzoek en innovatie uiteindelijk leiden tot economische groei.
Het innovation principle, Europese innovation deals, een startup visum en Open Access van onderzoeksresultaten, dat zijn de belangrijkste plannen die onlangs in Amsterdam zijn besproken door de Europese ministers van onderzoek. Al deze initiatieven zijn gebaat bij een gunstig investerings- en vestigingsklimaat. Het stimuleren van innovatie, het delen van wetenschappelijke kennis en het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking zijn daarbij heel belangrijk.
Het sleutelwoord van de nieuwe Europese plannen is betere regelgeving. Daarnaast is innovatie erg belangrijk binnen de EU. Om een gunstig investerings- en vestigingsklimaat te kunnen realiseren, is het cruciaal dat regelgeving innovatie niet in de weg staat. Belemmerende regelgeving moet daarom worden weggenomen. Met name het innovation principle tackelt Europese regelgeving die onderzoek en innovatie hindert. Dit principe houdt namelijk in dat de mogelijke impact op innovatie meegenomen moet worden in alle nieuwe Europese regelgeving. Ook Europese innovation deals moeten signaleren waar regelgeving innovatie onnodig moeilijk maakt. Op die manier kunnen de betrokken partijen de betreffende regelgeving aankaarten bij de bevoegde EU-instantie.
Betere regelgeving staat centraal in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de Raad. Knelpunten in de Europese wet- en regelgeving moeten in kaart worden gebracht, zodat waar mogelijk de regels kunnen worden aangepast. De agenda van het Nederlandse voorzitterschap werd ook als positief ervaren door eurocommissaris Carlos Moedas die verantwoordelijk is voor onderzoek, wetenschap en innovatie. De bijeenkomst in Amsterdam was de eerste over het belang van investeringen en innovatie. In mei zal een formele bijeenkomst plaatsvinden in Brussel. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap leidt deze bijeenkomsten onder de vlag van het Nederlands voorzitterschap.
Het stimuleren van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I) is vaak ook een belangrijk beleidsdoel van provincies, gemeenten en waterschappen. Bij het stimuleren van O&O&I moeten zij zich ook aan Europese regels houden. Als decentrale overheden bijvoorbeeld subsidies, garanties of leningen aan O&O&I projecten verstrekken, moeten zij de staatssteunregels toepassen. Uit de Kennisgevingen-barometer van Europa decentraal blijkt dat O&O&I de grootste categorie is waar decentrale overheden staatssteun aan verstrekken. In 2015 belandde zelfs bijna de helft van alle kennisgevingen in die steuncategorie.
Mocht u vragen hebben over het verlenen van staatssteun rondom onderzoek en innovatie dan verwijzen wij u graag naar de website van Europa decentraal.
Petra Werkman en Lisanne Vis-Boer, Europa decentraal
Nieuwsbericht ‘Nieuwe Europese plannen om impact van onderzoek en innovatie vergroten,’ Rechtennieuws.nl
Nieuwsbericht ‘Open Access en innovatie op Raad in Amsterdam,’ Neth-ER
Nieuwsbericht ‘Informal meeting of Competitiveness Council,’ The Netherlands EU Presidency 2016
Persbericht The Netherlands EU Presidency 2016
Kennisgevingen-barometer Europa decentraal
EU-subsidies Europaproof Europa decentraal
Staatssteun ‘Onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I),’ Europa decentraal
“Er is in Den Haag nog te weinig inzicht in de kansen die het cohesiebeleid biedt.” Dit zei Europarlementariër Matthijs van Miltenburg tijdens het HNP-seminar over de toekomst van het…
Lees meer“Er is in Den Haag nog te weinig inzicht in de kansen die het cohesiebeleid biedt.” Dit zei Europarlementariër Matthijs van Miltenburg tijdens het HNP-seminar over de toekomst van het Europees investeringsbeleid op 11 februari 2016. Dit was het eerste seminar in een reeks van seminars die het Huis van de Nederlandse Provincies tijdens het Nederlands EU-voorzitterschap organiseert.
“De betrokkenheid van de Tweede Kamer is essentieel, maar de inmeng en belangstelling is momenteel helaas te laag.” Aldus Van Miltenburg.
Gedeputeerden Bert Pauli en Michiel Rijsberman hebben het visiedocument van de provincies overhandigd aan Tweede Kamerleden Michel Rog en Ingrid de Caluwé. In het visiedocument zijn de ideeën en uitgangspunten van de gezamenlijke Nederlandse provincies voor het cohesie- en investeringsbeleid na 2020 vastgelegd.
In het document pleiten de provincies voor:
– Een integraal, samenhangend en simpel investeringsbeleid met lage administratieve kosten;
– Een investeringsbeleid dat toegankelijk is voor alle regio’s van Europa;
– Een investeringsbeleid met grote Europese meerwaarde gericht op de uitdagingen van vandaag en morgen;
– Een investeringsbeleid gebaseerd op het partnerschapsprincipe, waarbij de regio’s strategische partner zijn van de EU in de uitvoering van het Regionaal Beleid.
Tweede Kamerlid Rog noemde het document een goed initiatief. Michel Rog is Tweede Kamerlid voor het CDA en ondervoorzitter van de Kamercommissie Europese Zaken; Ingrid de Caluwé is Tweede Kamerlid voor de VVD en ondervoorzitter van de Kamercommissie voor Economische Zaken. De Caluwé nodigde de Provinciale bestuurders uit om het visiedocument tijdens een vergadering van de Kamercommissies toe te lichten.
Europarlementariër Matthijs van Miltenburg, directeur a.i. van het Nederlands Investerings Agentschap (NIA) Bertholt Leeftink, en hoofd van het Nederlandse kantoor van de Europese Investeringsbank (EIB) Jan-Willem Löhr namen deel aan de discussie. Via videoboodschappen kwamen ook Eurocommissaris van Regionaal Beleid Corina Crețu en promovendus Maaike Damen aan het woord. Het seminar werd gemodereerd door oud-Tweede Kamerlid Myrthe Hilkens.
Gedeputeerde Bert Pauli opende het programma en sprak over de uitdagingen waar wij als EU-lidstaten momenteel mee te maken hebben. Hij benoemde de belangrijke rol voor samenwerking tussen arme en rijke regio’s op EU-niveau. Gedeputeerde Pauli ziet kansen voor economische groei door middel van slimme specialisatie en digitalisering.
Matthijs van Miltenburg benadrukte in zijn betoog het belang van lastenvermindering en afname van controledruk. Het huidige systeem van EU-fondsen is volgens hem te veel gebaseerd op wantrouwen. Er zou meer ruimte moeten komen voor maatwerk.
Zo zouden verschillende controlesystemen in de EU toegestaan kunnen worden, moet er meer aandacht worden besteedt aan ethiek en kan op grotere schaal gewerkt worden met bijvoorbeeld het Single Information Single Audit (SISA) principe. Ook stelde Van Miltenburg dat er een plek moet komen voor stedelijke ontwikkeling en een performance-based systeem.
Volgens Bertholt Leeftink zullen de grote maatschappelijke uitdagingen op EU-niveau de focus blijven van de EU-investeringsagenda. Hij ziet hierin een belangrijke rol voor de provincies als partner van het NIA weggelegd. Het NIA roept op tot verbinding en samenwerking en benadrukt het belang van het stimuleren van kennis en innovatie.
Zowel Bertholt Leeftink als Jan-Willem Löhr (EIB) zien toekomst in revolverende financieringen, er zijn op dit terrein al grote stappen gemaakt door Nederland. De EIB zou in de samenwerking de partner moeten zijn die meer risico neemt en meer durfkapitaal beschikbaar stelt. Zo’n instelling zit volgens Löhr niet in de genen van bankiers: het blijkt soms nog lastig om meer risico te nemen.
Wat betreft hervormingen in de toekomst en het investeringsbeleid na 2020 moet er meer nadruk komen op projecten met daadwerkelijk Europese toegevoegde waarde. Hierbij is meer flexibiliteit in de Europese begroting onmisbaar. Volgens van Miltenburg is het niet meer van deze tijd om in het meerjarig financieel kader de uitgaven voor zeven jaar vast te leggen, er moet meer ruimte komen voor herprogrammering.
Terugkerend thema gedurende de middag, waarvan het belang door alle sprekers wordt onderstreept, is versimpeling. De regelingen op Europees niveau moeten makkelijker en beter toegankelijk worden en minder administratieve lasten met zich meebrengen. “Hierdoor worden de middelen effectiever”, aldus Gedeputeerde Rijsberman.
In zijn slotwoord gaf Rijsberman aan dat hij dit thema met Eurocommissaris Crețu had besproken tijdens de plenaire sessie van het Comité van de Regio’s. Namens de Nederlandse leden in het Comité van de Regio’s en namens de liberale fractie zei Rijsberman tijdens de plenaire sessie: “Verlichting van de administratieve lasten is van groot belang om Europese subsidies toegankelijk en aantrekkelijk te houden, ook voor kleinere instanties en bedrijven. Er moet een goede balans zijn tussen een goede controle en de stimulerende werking van de EU-subsidies. Die is er nu onvoldoende.”
Ilse Buijs en Roxanne Koenis, Huis van de Nederlandse Provincies
Visiedocument, Huis van de Nederlandse Provincies
Afgelopen week werd het Nederlandse standpunt met betrekking tot circulaire economie bekend gemaakt door middel van het publiceren van een BNC-fiche. Naast de ontwikkelingen op het gebied van circulaire economie,…
Lees meerAfgelopen week werd het Nederlandse standpunt met betrekking tot circulaire economie bekend gemaakt door middel van het publiceren van een BNC-fiche. Naast de ontwikkelingen op het gebied van circulaire economie, is dit onderwerp ook één van de prioriteiten van staatssecretaris Dijksma tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap.
Het onderwerp circulaire economie staat al een langere tijd op de Europese Agenda. Echter, pas in december 2015 kwam de Europese Commissie met een concreet voorstel om een circulaire economie te realiseren. De circulaire economie probeert een product te hergebruiken of te recyclen. De Commissie stelt bijvoorbeeld verschillende voorstellen van productie en consumptie tot afvalstoffenbeheer voor in het actieplan ‘Sluiten van de kringloop – een EU actieplan voor een Circulaire Economie’. Naast concrete acties die de Commissie in haar resterende termijn zal initiëren, bevat het actieplan ook voorstellen om bestaande EU-richtlijnen aan te passen. Dit betreft de Kaderrichtlijn afvalstoffen van 2008, de Verpakkingsrichtlijn, de EU-richtlijn storten en de EU-richtlijnen voor AEEA, autowrakken en batterijen.
Het totaal van acties en voorstellen is op 2 december 2015 gepubliceerd en vormt samen het Circular Economy Package. De Europese Commissie wil met haar voorstellen de transitie naar een circulaire economie realiseren door enerzijds producten, materialen en natuurlijke hulpbronnen zo lang mogelijk binnen de economie te behouden en anderzijds afval te minimaliseren.
Het ontwikkelen van betere regelgeving is ook opgenomen in het actieplan voor een circulaire economie. Dit werd opgesteld door een projectteam onder leiding van eerste vicevoorzitter van de Commissie Frans Timmermans en vicevoorzitter Katainen. Betere regelgeving kan op die manier bijdragen aan groei en innovatie, zaken die een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van een circulaire economie.
Staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu reageerde afgelopen week op het verzoek van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu. Het Nederlandse standpunt is verwoord in een zogenaamd BNC fiche. De Nederlandse reactie op het Europese circulaire-economiepakket is over het algemeen positief. De doelstellingen van het actieplan sluiten goed aan bij de gestelde beleidsdoelen in Nederland. Bovendien heeft Nederland belang bij een Europese aanpak op het gebied van de circulaire economie door de grensoverschrijdende impact van grondstoffenstromen.
Het Nederlandse kabinet geeft aan nog een aantal zaken in ‘the Circular Economy Package’ van de Commissie te missen. Er is bijvoorbeeld te weinig aandacht voor het benutten van natuurlijk kapitaal in het ontwerpen van nieuwe producten, de relatie met andere EU-regelgeving kan duidelijker worden aangegeven, en er is geen zichtbare verbinding met de EU2020-strategie in het kader van grondstoffenefficiëntie. Naast deze punten heeft Nederland nog enkele andere suggesties gedaan voor de totstandkoming van het circulaire-economiepakket.
Op 18 februari zullen de BNC-fiches over het circulaire economiepakket behandeld worden in de commissievergadering over de Milieuraad. Bovendien staan er voor de komende tijd al verschillende vergaderingen gepland in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.
Afvalbeheer valt vaak onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Een wijziging van de EU-richtlijnen met betrekking tot afvalstoffenverwerking heeft daarmee een direct impact op de werkwijze van gemeenten. Ook provincies en waterschappen komen in aanraking met Europese regelgeving op dit gebied, bijvoorbeeld wanneer milieuaspecten hieraan verbonden zijn. Nederland vindt dat lidstaten en decentrale overheden aangaande de circulaire economie de ruimte moeten krijgen om zo veel mogelijk zelf te kunnen beslissen over de middelen die zij inzetten om de doelstellingen te behalen.
Petra Werkman en Femke Salverda, Europa decentraal
Circulaire-economiepakket sluit aan op Nederlandse ambities, nieuwsbericht AfvalOnline
Nieuw Europees actieplan voor circulaire economie, nieuwsbericht Europa decentraal
MiliEUverkenner, Europa decentraal
Duurzaamheid, milieu en klimaat, Europa decentraal
Ambitieuze, maar reële recyclingdoelen nodig in Europa, nieuwsbericht AfvalOnline
Maak de cirkel rond – een EU-actieplan voor de circulaire economie, mededeling Europese Commissie
Circulaire plannen moeten eerst langs de Kamer, nieuwsbericht AfvalOnline
Dijksma licht Nederlandse ambitie circulaire-economiepakket toe, nieuwsbericht AfvalOnline
EU-actieplan voor de circulaire economie, mededeling Europese Commissie
Informatieoverzicht Circular Economy Strategy: Closing the loop – An EU Action Plan for the Circular Economy, Europese Commissie
Minister Ronald Plasterk van het ministerie van BZK sprak op woensdag 10 februari tijdens de plenaire vergadering van het Comité van de Regio’s over de prioriteiten van het Nederlands EU-voorzitterschap….
Lees meerMinister Ronald Plasterk van het ministerie van BZK sprak op woensdag 10 februari tijdens de plenaire vergadering van het Comité van de Regio’s over de prioriteiten van het Nederlands EU-voorzitterschap. “Een multilevel governance aanpak is cruciaal voor de Urban Agenda”, zei Plasterk.
De minister benadrukte ook het belang van betere regelgeving en een goede uitwisseling van kennis en ervaringen: “Er is een golf van verstedelijking, dat vraagt om goed beleid.”
Als voorzitter concentreert Nederland zich op de hoofdzaken, op het scheppen van groei en banen door middel van innovatie, en op het actief betrekken van de EU-inwoners en maatschappelijke organisaties. Naast deze drie hoofdprioriteiten richt Nederland zich op een stedelijke agenda voor Europa: de EU Urban Agenda.
Het Comité van de Regio’s publiceert in april 2016 een vervolgadvies over de EU Urban Agenda. Rapporteur Hella Dunger-Löper (DE/PES) zei dat ze wil vasthouden aan de eis voor een Witboek over de Urban Agenda: “Een witboek zal bijdragen aan de realisering van een stedelijke agenda.” Nederlands Comitélid Bas Verkerk, rapporteur van het eerste advies van het Comité over de Urban Agenda (juni 2014), noemde ook het belang van een Witboek over de EU Urban Agenda. Hij benadrukte het belang om nu, na jaren van debat, concrete stappen te maken om tot een stedelijke agenda voor Europa te komen.
Het advies van het Comité van de Regio’s dient als bijdrage aan het “Forum on the EU Urban Agenda”. Dit Forum wordt op 30 mei in Amsterdam georganiseerd door het Comité van de Regio’s, de VNG, het IPO, de gemeente Amsterdam, de provincie Noord-Holland en het ministerie van BZK.
Op 30 mei vindt tevens een informele ministeriële bijeenkomst van ministers voor stedelijke ontwikkeling in Amsterdam plaats, waarbij het Pact van Amsterdam zal worden ondertekend. Met het Pact van Amsterdam willen de Commissie, lidstaten en stedenverbanden een officiële lancering van de EU Urban Agenda realiseren.
Het Comité heeft een video gemaakt over de Urban Agenda, waarbij de Nederlandse Comitéleden Ahmed Aboutaleb (burgemeester Rotterdam), Cor Lamers (burgemeester Schiedam), Theo Bovens (Gouverneur van Limburg), Michiel Scheffer (gedeputeerde Gelderland) en Cees Loggen (gedeputeerde Noord-Holland) spreken over het belang van economische groei, kennisuitwisselingen en grensoverschrijdende samenwerking.
Roxanne Koenis, Huis van de Nederlandse Provincies
Storify EU Urban Agenda, Comité van de Regio’s
Artikel Prikkelend debat over Europese Urban Agenda, Europese Ster
Artikel Minister Plasterk spreekt bij het Europees Comité van de Regio’s, NLEU2016 website
Persbericht Committee of the Regions backs Dutch EU Presidency: strengthen investment to unleash cities’ potential, Comité van de Regio’s
Heeft uw provincie of gemeente een goed idee voor een lokaal evenement over Europa? Het Comité van de Regio’s stelt fondsen beschikbaar om EU-burgers meer te betrekken bij Europa. Dit…
Lees meerHeeft uw provincie of gemeente een goed idee voor een lokaal evenement over Europa? Het Comité van de Regio’s stelt fondsen beschikbaar om EU-burgers meer te betrekken bij Europa. Dit is ook een van de prioriteiten van het Nederlands EU-voorzitterschap.
Bij evenementen denkt het Comité aan burgerdialogen, stakeholderdialogen, conferenties of seminars.
Het Comité van de regio’s biedt geaccepteerde evenementen:
– Vergoeding voor de moderatorkosten;
– Vergoeding voor de vertaling (max. 3 talen);
– Media en communicatieactiviteiten;
– Accommodatie- en reiskostenvergoeding voor de Comitéleden.
Steden, provincies, regio’s, nationale associaties, netwerken en andere EU-instituties in de lidstaten kunnen hun evenement aanmelden als deze aan de volgende criteria voldoen:
– Burgers betrekken, in het bijzonder jonge mensen, bij de EU politieke agenda en de toekomst van Europa;
– Bijdragen aan het werk van het Comité van de Regio’s;
– Versterken van kennisuitwisseling en best practices tussen steden en regio’s over EU-zaken en hun regionale impact;
– Versterken van samenwerking met andere EU-instituties, in het bijzonder de nationale vertegenwoordigingen van de Europese Commissie, Europese Parlement en de Europa Direct kantoren.
In de selectie kijkt het Comité naar de volgende elementen:
– Eén of meer sprekers zijn lid van het Comité van de Regio’s;
– Het evenement is toegankelijk en laat ruimte voor participatie van het publiek;
– Er is een link met de politieke prioriteiten van het Comité;
– Er is een partnerschap met andere EU-instituties.
Het evenement kunt u aanmelden door het online formulier in te vullen. Het voorstel moet minstens drie maanden voor de voorgestelde datum worden ingeleverd.
Roxanne Koenis, Huis van de Nederlandse Provincies
Website Comité van de Regio’s
Vorige week heeft in Leeuwarden een tweetal conferenties plaatsgevonden: de EIP (European Innovation Partnership) Water conferentie en de Cities and Water conferentie. Beide conferenties werden gehouden in het teken van het…
Lees meerVorige week heeft in Leeuwarden een tweetal conferenties plaatsgevonden: de EIP (European Innovation Partnership) Water conferentie en de Cities and Water conferentie. Beide conferenties werden gehouden in het teken van het Nederlandse EU voorzitterschap. De EIP Water conferentie resulteerde in de Leeuwarden Declaration, terwijl de Cities and Water conferentie de start van een Europese Agenda Water 2030 lanceerde.
EIP Water staat voor the European Innovation Partnership on Water. Het is een initiatief binnen de EU 2020 Innovatie Unie. EIP Water faciliteert de ontwikkeling van innovatieve oplossingen, om zo belangrijke Europese en mondiale uitdagingen met betrekking tot water aan te pakken. Meer informatie over het EIP Water en de structuur van EIP Water kunt u hier vinden.
Op 10 februari 2016 organiseerde EIP Water de derde EIP Water conferentie in Leeuwarden. Deze conferentie werd georganiseerd door de Europese Commissie, in samenwerking met Wetsus, de Gemeente Leeuwarden, de provincie Fryslân, VEWIN, de Unie van Waterschapen en Watercampus Leeuwarden. Meer dan 650 deelnemers uit 50 verschillende landen bediscussieerden de stand van zaken van water gerelateerde innovatie in Europa. De voorbeelden, ideeën, aanbevelingen en acties die tijdens deze conferentie verzameld zijn, zijn gebundeld in de Leeuwarden Declaration.
Deze verklaring presenteert de belangrijkste bevindingen en een Europese innovatie actieagenda die de dringende noodzaak aankaart om de ontwikkeling en invoering van innovatie te versnellen. De verklaring roept op om water hoog op de agenda te zetten. Onder andere de waterefficiëntie zou verbeterd moeten worden. Meer over deze Leeuwarden Declaration kunt u hier lezen.
Aansluitend op de EIP Water conferentie vond de Cities and Water conferentie plaats. 150 waterexperts uit heel Europa werden op 11 februari 2016 in Leeuwarden ontvangen. Tijdens deze conferentie werd de basis gelegd voor de Urban Water Agenda 2030. Deze Agenda benoemt de belangrijke aan water gerelateerde zaken voor steden en stelt doelstellingen voor 2030. Ook een uitvoeringsprogramma met concrete acties gaat ontwikkeld worden. U kunt hier de concept Urban Water Agenda 2030 vinden.
Tijdens deze conferentie is ook het nieuwe OESO rapport gepresenteerd. Dit rapport gaat over water governance in steden, en is gebaseerd op een studie van de 48 steden in 17 verschillende landen. U kunt daar hier meer over lezen.
Ferd Crone, burgemeester van Leeuwarden stelt tijdens de Cities and Water conferentie: ‘Europese steden kunnen van elkaar leren. Dit is ook de reden waarom we de Leeuwarden Declaration hebben geïnitieerd’. Eurocommissaris Karmenu Vella stelt: “Steden willen welvaart. Daarom is het belangrijk om een goed stedelijk watersysteem hebben. De Urban Agenda Water 2030kan hen helpen bij het vaststellen van doelstellingen, helpen om acties te nemen en kansen te begrijpen.
Femke Salverda, Europa decentraal
Website EIP Water
Innovation Union
The Leeuwarden Declaration: why and how drive water innovation in Europa, EIP Water
Na een boeiende tijd als ambassadeur in achtereenvolgens Letland, Saoedi-Arabië, Finland en Koeweit, ben ik eind vorig jaar bijna van de ene op de andere dag benoemd tot Dutch Urban Envoy. Mijn missie: bewerkstelligen dat Europese Steden een grotere rol krijgen in de EU. De uitdaging is om 38 verschillende Europese landen, instellingen en koepels – waaronder de Nederlandse – vóór eind mei op één lijn te krijgen om de Europese Agenda Stad een succes te maken. Als dat lukt, zal op 30 mei 2016, nog tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU, het Pact van Amsterdam overeengekomen worden. Dan is de Europese Agenda Stad op ministerieel niveau bezegeld en ben ik een gelukkig man.
Lees meerNa een boeiende tijd als ambassadeur in achtereenvolgens Letland, Saoedi-Arabië, Finland en Koeweit, ben ik eind vorig jaar bijna van de ene op de andere dag benoemd tot Dutch Urban Envoy. Mijn missie: bewerkstelligen dat Europese Steden een grotere rol krijgen in de EU. De uitdaging is om 38 verschillende Europese landen, instellingen en koepels - waaronder de Nederlandse - vóór eind mei op één lijn te krijgen om de Europese Agenda Stad een succes te maken. Als dat lukt, zal op 30 mei 2016, nog tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU, het Pact van Amsterdam overeengekomen worden. Dan is de Europese Agenda Stad op ministerieel niveau bezegeld en ben ik een gelukkig man.
Tot die tijd ben ik op pad. Ik reis van Lodz naar Bilbao en van Turijn naar Londen om te pleiten voor het ‘Pact’. Ik heb gesprekken met parlementariërs, burgemeesters, ministers, Eurocommissarissen en ambtenaren. Maar ook met citymakers (een Europese groep van bevlogen stedelijke vernieuwers), die me onder meer hebben geleerd hoe je oesterzwammen kunt kweken in een urbane omgeving. Ik probeer iedereen uit te leggen wat de Europese Agenda Stad is. Ik kom scepsis, nieuwsgierigheid en enthousiasme tegen – van ‘hoe kunnen we meedoen?’ tot ‘waar bemoeit Europa zich nu weer mee?’. Daar kom ik nog op terug.
Over de Europese Agenda Stad wordt naar goed Brussels gebruik al bijna 20 jaar gedelibereerd. Nederland heeft nu de koe bij de hoorns gevat: de Agenda moet er eindelijk komen. Maar waar gaat het eigenlijk over?
Als lezer van deze nieuwsbrief werkt u waarschijnlijk bij een provincie, gemeente of waterschap. U heeft dan met Europa te maken, en steeds meer. U wilt een winkelcentrum renoveren: staatssteun ligt op de loer. De zorg wordt gedecentraliseerd: aanbesteden die handel. Luchtkwaliteit, transport, migratie, landbouw, breedband en afval (of sorry, circulaire economie): noem het en Europa vindt er wat van. En misschien heeft u de nodige ervaring met het aanvragen van Europese subsidies opgedaan, of wilt u graag op Europees niveau innovaties en ervaringen uitwisselen met collega-overheden.
Regels, geld en kennis: het zijn de drie mantra’s van de Europese Agenda Stad. Die vertalen we in duidelijke doelen. Eén: Europese regelgeving moet meer rekening houden met de behoeften en belangen van steden. Twee: Europese fondsen moeten toegankelijker voor steden zijn. En drie: de enorme kennis van steden zou Europabreed beter gedeeld en verspreid moeten worden. Dit is mijn boodschap in een notendop. Want Europa heeft duidelijk invloed in steden, maar steden zouden best wat meer invloed in Europa mogen hebben.
Om op de vraag hierboven terug te komen: de Europese Agenda Stad is vooral een kans voor Europese medeoverheden zélf om hun invloed op het Brusselse beleid en besluitvormingsproces te vergroten. Zeker, de Europese Commissie faciliteert, maar met de Brusselse bemoeienis valt het verder nogal mee. De uitgangspunten van het Nederlandse voorzitterschap blijven overeind: Europa richt zich op hoofdzaken en doet niet wat we zelf beter kunnen.
Wie écht een bijdrage wil leveren, kan ook meedoen. Bijvoorbeeld door aan te sluiten bij een van de 12 Thematische Partnerschappen. Deze partnerschappen zijn het belangrijkste instrument om de doelen van de Agenda te realiseren. Laat u dus horen en maak dat de Europese Agenda Stad nog groeit en bloeit als ons Voorzitterschap al lang en breed verstreken is. Dan kan ik tevreden terugzien op een vaak uitdagende en weergaloos boeiende tijd als Dutch Urban Envoy.
Nicolaas Beets
Antwoord in het kort Nee, met de-minimissteun die is verleend door overheden uit andere lidstaten, hoeft geen rekening gehouden te worden bij de berekening van de de-minimisruimte van de onderneming….
Lees meerDe gemeenteraad wil een onderneming € 150.000,- steun verlenen om onderzoek te verrichten naar armoede in onze gemeente. Dit onderzoek sluit aan bij één van de thema’s die centraal staan tijdens het Nederlands voorzitterschap. Voor deze steun willen wij gebruik maken van de de-minimisverordening. Aangezien zowel de begunstigde onderneming als onze gemeente is gevestigd in een grensstreek, vragen wij ons af of wij rekening moeten houden met de-minimissteun, die aan deze onderneming is verleend, door een overheid uit een aangrenzende lidstaat.
Nee, met de-minimissteun die is verleend door overheden uit andere lidstaten, hoeft geen rekening gehouden te worden bij de berekening van de de-minimisruimte van de onderneming. Het de-minimisplafond geldt namelijk per lidstaat. Een onderneming kan dus in iedere lidstaat tot € 200.000,- aan de-minimissteun ontvangen over een periode van drie belastingjaren.
Onder toepassing van de de-minimisverordening van de Europese Commissie kunnen decentrale overheden ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000,- aan steun verstrekken. Dit zonder dat er sprake is van staatssteun. De de-minimisruimte van een onderneming moet op voortschrijdende grondslag worden beoordeeld. Dit houdt in dat als een decentrale overheid de-minimissteun aan een onderneming wil verstrekken, er gekeken moet worden hoeveel de-minimissteun er in dat belastingjaar en in de twee voorgaande belastingjaren reeds aan de desbetreffende onderneming is verstrekt. Het totaal aan de-minimissteun over drie belastingjaren mag nooit meer dan € 200.000,- bedragen.
Indien de gemeente de steun verleent onder toepassing van de de-minimisverordening, is er geen sprake van staatssteun. Een aanmelding overeenkomstig artikel 108, lid 3, VWEU is dus niet nodig. Ook het doen van een kennisgeving, zoals vereist bij steun onder een bijvoorbeeld de AGVV, is niet aan de orde. Ondernemingen die de-minimissteun ontvangen, dienen enkel een zogeheten de-minimisverklaring in te vullen. Hierin moet worden aangegeven of, en zo ja hoeveel, de-minimissteun al is ontvangen. De administratieve lasten blijven dus beperkt wanneer van de de-minimisverordening gebruik wordt gemaakt.
De gemeente vraagt zich echter af of bij de toekenning van de de-minimissteun ook moet worden gekeken naar eventuele de-minimissteun die is verleend door overheden uit andere lidstaten. Dit is niet het geval. Het de-minimisplafond geldt per onderneming per lidstaat. Met eventuele de-minimissteun, ontvangen van overheden uit andere lidstaten, hoeft dus geen rekening te worden gehouden. Het is dus mogelijk dat een onderneming meer dan € 200.000,- aan de-minimissteun ontvangt, indien deze uit meerdere lidstaten afkomstig is. In theorie zou dit kunnen oplopen tot maar liefst € 5,6 miljoen (28 maal € 200.000,-).
Van januari tot en met juni 2016 is Nederland voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Nederland richt zich tijdens het voorzitterschap op de Urban Agenda en het traject van Better Regulation. Eén van centrale thema’s tijdens het voorzitterschap van Nederland is de bestrijding van armoede in de stad. De de-minimisverordening staat er niet aan in de weg dat dit project door meerdere lidstaten, onder toepassing van de de-minimisverordening, kan worden gefinancierd, ook al bedragen de totale projectkosten meer dan € 200.000,-.
Zana Sami en Lukas Ament, Europa decentraal
De-minimisverordening, Europese Commissie
Reguliere de-minimis, De-minimis, staatssteun, Europa decentraal
EU voorzitterschap, Europees recht en beleid decentraal, Europa decentraal
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
Wekelijks op de hoogte gehouden worden van de belangrijkste Europese ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en waterschappen? Neem dan een gratis abonnement op nieuwsbrief de Europese Ster.