State of the Union: Juncker maakt de balans op
Gratis Wi-Fi in meer dan zesduizend gemeentes, dit was een van de vernieuwingen die gepresenteerd werd in de jaarlijkse ‘Staat van de Unie’. Op 14 september presenteerde de voorzitter van…
Lees meerAbonneer u dan op de Europese Ster en mis niks van de belangrijkste Europese ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en waterschappen.
Gratis Wi-Fi in meer dan zesduizend gemeentes, dit was een van de vernieuwingen die gepresenteerd werd in de jaarlijkse ‘Staat van de Unie’. Op 14 september presenteerde de voorzitter van…
Lees meerGratis Wi-Fi in meer dan zesduizend gemeentes, dit was een van de vernieuwingen die gepresenteerd werd in de jaarlijkse ‘Staat van de Unie’. Op 14 september presenteerde de voorzitter van de Europese Commissie Juncker de beleidsplannen voor het nieuwe parlementaire jaar. Juncker benadrukte dat, na de teleurstellingen van afgelopen jaar, het komende jaar cruciaal wordt voor de integratie van de Europese Unie.
Ieder jaar wordt in september het afgelopen jaar besproken door de voorzitter van de Europese Commissie. Er wordt gereflecteerd op de doelen die de Commissie gesteld heeft en in hoeverre dit verbeterd is. Ook wordt er vooruitgeblikt op het komende jaar en worden beleidsplannen toegelicht. Direct na de toespraak volgt een debat tussen leden van het Europese Parlement. Ook volgt een overleg tussen het Europese Parlement en de Raad van Ministers over het voorgestelde werkprogramma van de Commissie. Hieronder worden de belangrijkste punten uit de toespraak van Juncker uiteengezet.
Voorafgaand aan de jaarlijkse Staat van de Unie stuurde Commissie president Juncker zijn letter of intent aan EP voorzitter Schulz en voorzitter van de Raad namens Slowakije Fico. Deze letter of intent vormt de basis voor het Commissie werkprogramma 2017 en benoemt de prioriteiten voor het komende jaar. De letter is hier te lezen. Het officiële Commissie werkprogramma 2017 wordt naar verwachting op 25 oktober aanstaande gepubliceerd.
Voorzitter Juncker sprak vooral over de onderwerpen migratie en defensie. Een gezamenlijke EU-defensie en de oprichting van een Europees militair hoofdkwartier kwamen ter sprake. Ook noemde voorzitter Juncker het automatische systeem dat de reisgegevens van reizigers afkomstig uit niet-EU lidstaten op zal slaan, dat er vanaf 2020 zal komen.
Een concrete oplossing wat betreft migratie werd door Juncker niet genoemd. Wel sprak hij over controle aan de grenzen: eind dit jaar moet een volledige grens- en kustwacht gerealiseerd zijn om de migratiestromen te controleren.
De uitbreiding van de Digitale Unie is een belangrijk doel van de zittende Commissie. Zo werd in de speech aangekondigd dat het streven is dat in 2025 alle Europeanen toegang hebben tot een 5G-netwerk. Ook werd een nieuw initiatief genaamd ‘WiFi4EU’ gepresenteerd. Dit houdt in dat er gratis Wi-Fi beschikbaar gesteld moet worden op druk bezochte plekken zoals pleinen en parken. Het budget wat hiervoor uitgetrokken is, is € 120 miljoen en moet minimaal zesduizend gemeenten voorzien. Iedere gemeente kan hiervoor een aanvraag indienen.
Om terrorisme tegen te gaan, initieert de Commissie daarnaast een sterkere samenwerking met Europol. De Commissie wil Europol meer toegang geven tot (online) bronnen en data. Europol werkt met gemeenten samen om radicalisering op kleinere schaal tegen te gaan. Deze samenwerking heeft er tot nu toe voor gezorgd dat er op scholen en gevangenissen meer toezicht is op radicalisering en houdt propaganda nauwlettend in de gaten.
Onderwijs-, onderzoeks- en cultuurinstellingen krijgen nieuwe innovatiemogelijkheden door modernisering van het auteursrecht. De aanpassingen van het auteursrecht moeten ervoor zorgen dat studenten en leraren meer toegang krijgen tot digitale leermiddelen. Ook dienen de richtlijnen het makkelijker te maken om gebruik te maken van dataminingtechnologieën. Een ander onderdeel is een nieuwe verplichte EU-uitzondering die ervoor zorgt dat instellingen voor cultureel erfgoed werken digitaal mogen opslaan. Meer hierover leest u in dit nieuwsbericht.
Pierre Kas en Femke Salverda, Europa decentraal
Bronnen:
State of the Union, Europese Commissie
Nieuwe EU-regels voor auteursrecht, Europese Commissie
Commission proposes copyright exception for researchers, Europese Commissie
EU gaat WIFI-apparatuur voor gemeenten betalen, Binnenlands Bestuur
Meer informatie:
Informatiemaatschappij, Europa Decentraal
Digitale Agenda, Europa Decentraal
Better Regulation, Europa Decentraal
Migratie en vluchtelingen, Europa Decentraal
De Europese Commissie heeft voorstellen gedaan voor de modernisering van het auteursrecht. De culturele diversiteit in Europa dient gestimuleerd te worden en er dient gezorgd te worden dat meer inhoud…
Lees meerDe Europese Commissie heeft voorstellen gedaan voor de modernisering van het auteursrecht. De culturele diversiteit in Europa dient gestimuleerd te worden en er dient gezorgd te worden dat meer inhoud online beschikbaar wordt. De voorstellen zijn een cruciaal onderdeel van de digitale interne markt strategie van de Europese Commissie.
Het auteursrecht gaat over de bescherming van werken. Het beschermt de rechten van o.a. auteurs, componisten, kunstenaars, filmmakers en andere makers, om ervoor te zorgen dat zij erkenning en betaling krijgen, evenals dat hun werken beschermd worden. De Commissie heeft in de digitale interne markt strategie gesteld dat er kader van auteursrecht gemoderniseerd moet worden in de komende jaren. Afgelopen week heeft zij voorstellen voor wetgeving gedaan.
De voorstellen die de Commissie heeft gedaan om het auteursrecht te moderniseren moeten zorgen voor:
De Commissie heeft een Mededeling om een eerlijke, efficiënte en competitieve op Europese auteursrecht gebaseerde economie in de Digitale interne markt te promoten naar buiten gebracht. Daarnaast zijn er verschillende voorstellen voor nieuwe wetgeving gedaan:
In het voorstel voor een nieuwe auteursrechtrichtlijn wordt getracht het rijke Europese culturele erfgoed beter te ontsluiten. Musea, archieven en andere instellingen worden geholpen met het digitaliseren en beschikbaar stellen van werken die al uit de handel zijn, die auteursrechtelijk beschermd zijn, maar niet voor het publiek beschikbaar zijn.
Daarnaast stelt ook een nieuwe verplichte EU-uitzondering voor, op grond waarvan instellingen voor cultureel erfgoed werken digitaal mogen opslaan, waardoor het cultureel erfgoed ook op lange termijn bewaard kan blijven en iedereen er toegang toe heeft.
De digitale interne markt strategie is in mei 2015 door de Commissie vastgesteld. Dit omdat de wereldeconomie digitaal wordt. ICT vormt de basis van alle moderne innovatieve economische systemen. De digitale interne markt strategie richt zich op maatregelen die alleen op EU-niveau gerealiseerd kunnen worden. Bij het opstellen van de strategie is gebruikgemaakt van input en dialoog van en met de lidstaten, het Europees Parlement en andere belanghebbenden.
Femke Salverda, Europa decentraal
Nieuwe EU-regels voor het auteursrecht moeten voor een culturele opleving zorgen, Europese Commissie
Commission proposes copyright exception for researchers, Europese Commissie
Informatiemaatschappij, Europa decentraal
Better Regulation, Europa decentraal
Uit een gelekt voorstel voor de richtlijn energie-efficiëntie blijkt dat de Europese Commissie een EU-breed bindend doel van 30% energiebesparing in 2030 wil instellen. Decentrale overheden zetten zich al langere…
Lees meerUit een gelekt voorstel voor de richtlijn energie-efficiëntie blijkt dat de Europese Commissie een EU-breed bindend doel van 30% energiebesparing in 2030 wil instellen. Decentrale overheden zetten zich al langere tijd in voor de realisatie van ambitieuze energie doelen, en geloven in banen en duurzame groei door energiebesparing.
Op 10 september jl. kwam het gelekte voorstel van de Europese Commissie voor de wijziging van de energie efficiëntie richtlijn (2012/27/EU) naar buiten. Het definitieve voorstel volgt naar verwachting half oktober. In de gelekte versie wordt duidelijk dat een aantal artikelen uit de richtlijn aangepast worden. De belangrijkste wijziging is in artikel 1, hierin is nu vastgelegd dat naast de 20% doelstelling voor 2020, de EU tevens streeft naar een energiebesparing van 30% in 2030. Dit kerndoel is bindend en in lijn met de ambities van de Europese Energie Unie en de afspraken gemaakt in het Parijs COP21 akkoord.
Om deze besparing te realiseren zijn lidstaten verplicht hun totale energie besparingen per jaar te verhogen met 1,5% van de jaarlijkse energie omzet aan eindafnemers tussen 2014 en 2020. EU-lidstaten werden het in oktober 2014 eens om een niet-bindende doelstelling van 27% meer energie efficiëntie in 2030 af te spreken. Het Europees Parlement daarentegen stemde vorig jaar voor een bindende doelstelling van 40% energiebesparing. Met de huidige maatregelen haalt de EU de niet-bindende doelstelling van 27% niet, volgens dit gelekte voorstel komt de EU slechts tot een besparing van 23,9% in 2030. Een herziening is daarom vereist, grote investeringen in energie efficiëntie in verschillende sectoren zijn nodig.
De noodzaak van energie efficiëntie is een reflectie van het groeiende belang van energie als een politieke en economische uitdaging, denk aan het veiligstellen van de energievoorziening en de roep om meer duurzaamheid. Beter gecoördineerd en ambitieuzer beleid voor energie efficiëntie moet zorgen voor een toename van energie besparende maatregelen in o.a. industrie, transport en het ontwerpen van gebouwen. Zo is de Commissie van plan om de EU lidstaten te verplichten ieder nieuw gebouw, en gebouwen waar grootschalige renovaties plaatsvinden, te voorzien van de benodigde infrastructuur voor het opladen van elektrische voertuigen. Vanaf 2023 moeten lidstaten ervoor zorgen dat ten minste één op de tien parkeerplaatsen is voorzien van een elektrisch oplaadpunt.
Provincies zetten zich al langere tijd in voor de realisatie van ambitieuze doelstellingen in de energietransitie. Decentrale overheden pleiten voor betere benutting van o.a. het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) voor projecten die leiden tot meer banen door energiebesparing en duurzame innovatie. Lokale en regionale autoriteiten kunnen kennis en ervaring delen op het gebied van energiebesparing, het inpassen van hernieuwbare energie en het stimuleren van innovatie bij het MKB.
Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
Voorstel voor een richtlijn ter amendering van richtlijn 2012/27/EU, Europese Commissie
Nieuwsbericht, Politico
Nieuwsbericht, ENDS Europe
Nieuwbericht ‘Regio’s en steden drijvende kracht in Europese energie transitie’, Huis van de Nederlandse provincie
Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI), Europese Investering Bank
Voorstel voor een richtlijn ter amendering van richtlijn 2010/31/EU, Europese Commissie
Richtlijn Energie efficiëntie 2012/27/EU
Richtlijn energieprestatie van gebouwen 2010/31/EU
Op 16 september jl. heeft de Rijksministerraad het Klimaatakkoord van Parijs goedgekeurd. Hiermee bindt het kabinet zich aan de wereldwijde doelstelling om de gemiddelde temperatuurstijging te beperken tot ruim beneden…
Lees meerOp 16 september jl. heeft de Rijksministerraad het Klimaatakkoord van Parijs goedgekeurd. Hiermee bindt het kabinet zich aan de wereldwijde doelstelling om de gemiddelde temperatuurstijging te beperken tot ruim beneden de 2 graden. De goedkeuring is een belangrijke stap op weg naar de officiële ratificatie van het COP 21 verdrag. Dat gebeurt wanneer de Tweede en Eerste Kamer instemmen.
De Rijksministerraad, bestaande uit de leden van het Nederlandse kabinet en de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, omarmde afgelopen week de klimaatafspraken die in december 2015 werden gemaakt tijdens de Klimaatconferentie in Parijs. Volgens staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Sharon Dijksma heeft de ministerraad een doel voor ogen, “dit doel is dat we klimaatverandering met verschrikkelijke overstroming of juist extreme droogte wereldwijd het hoofd willen bieden. Vandaag hebben wij gezamenlijk verantwoordelijkheid genomen om hieraan verplicht bij te dragen. Nu is het parlement aan zet. ”
Het Parijs akkoord heeft als hoofddoel de wereldwijde temperatuurstijging ruim onder de 2 graden te houden, met het streven deze tot 1,5 graad te beperken. Alle landen verplichten zich onder meer tot het nemen van maatregelen om hun broeikasgasuitstoot zoveel als mogelijk te beperken en investeringen te doen die bijdragen aan het bereiken van een klimaat neutrale samenleving. Dit Klimaatakkoord biedt kansen voor innovatie waarbij voor het Nederlandse bedrijfsleven een voortrekkersrol is weggelegd.
Eerder deze maand ratificeerden China en de Verenigde Staten het akkoord. Daarmee verplichten voor het eerste ook de twee grootste economieën en vervuilers zich tot het verminderen van uitstoot en vervuiling. De druk op de Europese Unie om het Parijs akkoord zo snel mogelijk te ratificeren neemt daarom toe. President van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker noemde ratificatie in zijn Staat van de Unie toespraak een absolute topprioriteit. Het Parijs akkoord treedt in werking wanneer ten minste 55 landen, verantwoordelijk voor minimaal 55% van de uitstoot, het Verdrag hebben geratificeerd. Momenteel zijn 28 landen, goed voor 39% van de emissies, officieel tot het Verdrag toegetreden.
“We waren klimaatverandering pioniers in Parijs, het momenteel langdurige proces van ratificatie binnen de EU is van invloed op onze geloofwaardigheid en maakt ons bespottelijk”, aldus Juncker. Tijdens de informele bijeenkomst van 27 EU-leiders in Bratislava op 16 en 17 september jl. werd duidelijk dat snelle ratificatie door EU-lidstaten mogelijk is. Onder voorzitterschap van Slowakije komen op 30 september a.s. de Milieu minister bijeen om stappen te maken richting fast-track ratificatie.
Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
Nieuwsbericht, Rijksoverheid
Nieuwsbericht, Politico Pro
Stand van zaken ratificatie Parijs akkoord, World Resources Institute (WRI)
Staat van de Unie 2016, Jean Claude Juncker
Vanaf 2020 ontstaat er meer beleidsruimte voor de decentrale overheden rond lozing. De nieuwe Omgevingswet stelt dat er zelf kaders vastgesteld mogen worden met betrekking tot lozing in het riool,…
Lees meerVanaf 2020 ontstaat er meer beleidsruimte voor de decentrale overheden rond lozing. De nieuwe Omgevingswet stelt dat er zelf kaders vastgesteld mogen worden met betrekking tot lozing in het riool, het oppervlakte water en in de bodem. Deze beleidsruimte mag echter niet zorgen voor willekeur, stellen de UvW, Vewin, IPO en VNG. Daarnaast vinden veel van de regels omtrent afvalwater en lozing hun oorsprong in Europese wet- en regelgeving.
Het gemeentelijk rioleringsplan zal vanaf 2020 komen te vervallen. Dit heeft te maken met de invoering van de nieuwe Omgevingswet. De ontwerpbesluiten van de Omgevingswet zijn in juli 2016 openbaar gemaakt door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Uit deze ontwerpbesluiten werd duidelijk dat er tal van regels, die momenteel nog geldend zijn, afgeschaft of vereenvoudigd zullen worden met de invoering van de Omgevingswet. Gemeenten krijgen daarnaast ook meer beleidsvrijheid om maatwerk te kunnen leveren op lokaal niveau.
Belangrijk om te weten is dat veel van de regels omtrent afvalwater en lozing hun oorsprong vinden in Europese wet- en regelgeving.
De richtlijn stedelijk afvalwater (91/271/EG) heeft tot doel het milieu te beschermen tegen de nadelige gevolgen van het afvalwater van bepaalde bedrijfstakken en van de lozing van stedelijk afvalwater. De richtlijn bevat eisen voor het opvangen, de behandeling en de lozing van stedelijk afvalwater. Concrete regels met betrekking tot lozingen en vergunningen zijn in Nederland verder uitgewerkt in de Waterwet. Een deel van de regels uit de Waterwet zullen worden vervangen en herzien in de nieuwe Omgevingswet.
Water-, milieu-, en natuurregelgeving in Europa is erg gefragmenteerd. Dit maakte de uitvoering van regels moeilijk voor lidstaten. Het Nederlandse initiatief Make it Work streeft naar betere samenwerking en afstemming van de regelgeving in lidstaten. Het doel van dit initiatief is meer consistentie en effectievere EU-milieuregelgeving. Dit leidt weer tot beter geharmoniseerde wetgeving op nationaal niveau zoals de Omgevingswet.
De nieuwe Omgevingswet brengt juridische en praktische gevolgen met zich mee. Zo mogen waterschappen en gemeenten zelf kaders vaststellen met betrekking tot lozingen in het riool, het oppervlaktewater en in de bodem. Decentrale overheden krijgen hierdoor dus meer verantwoordelijkheid en beleidsruimte.
Door deze beleidsvrijheid kunnen er per regio verschillen ontstaan. Zo kunnen bepaalde gemeenten of waterschappen afspraken maken met de waterketens, terwijl anderen dit niet doen. De koepelorganisaties willen voorkomen dat er verschillende regels gehanteerd worden. Door de lozingsnormen regionaal af te stemmen willen de koepels willekeur voorkomen. Deze samenwerking moet voorkomen dat overheden eenzijdige voorschriften gaan verstrekken.
Zana Sami en Pierre Kas, Europa Decentraal
Koepels willen willekeur voorkomen, Waterforum
De Omgevingswet en Europa, Omgevingswetportaal
Make it Work, Institute for European Environmental Policy
Meer informatie:
Better Regulation, Europa decentraal
Het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI), ook wel bekend als het Juncker plan, heeft een succesvol eerste jaar achter de rug en gaat de tweede fase in. In de…
Lees meerHet Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI), ook wel bekend als het Juncker plan, heeft een succesvol eerste jaar achter de rug en gaat de tweede fase in. In de Staat van de Unie presenteerde Jean-Claude Juncker afgelopen week de toekomst van het investeringsplan. EFSI wordt verlengd tot 2020 en verdubbelt daarbij in financiële capaciteit.
De Europese Commissie houdt vast aan de prioriteit van het stimuleren van groei en bijbehorende banen. Hiervoor zijn slimme en duurzame investeringen onmisbaar. Sinds de start van EFSI in 2015 probeert de Commissie op innovatieve wijze de impact van publieke fondsen te maximaliseren en private investeringen aan te trekken. Volgens de laatste stand van zaken heeft EFSI €115,7 miljard aan investeringen gemobiliseerd in 26 lidstaten. De investeringen zijn vooral gedaan in de sectoren MKB, onderzoek en innovatie, energie, en digitale technologie.
In het voorstel van 14 september jl. zet de Commissie zich in voor een verdubbeling van EFSI in zowel duur als financiële capaciteit. EFSI was in eerste instantie opgezet voor een periode van drie jaar, de wettelijke uitbreiding zoals nu gepresenteerd door de Commissie dekt de periode tot aan het einde van het huidige meerjarig financieel kader in 2020. EFSI moet in deze periode zo’n €500 miljard aan investeringen mobiliseren. Om de daadkracht van EFSI verder te versterken roept de Commissie EU-lidstaten op om (financieel) bij te dragen. Voor de periode post-2020 zal de Commissie de dan benodigde voorstellen presenteren.
Naast de verlenging, benadrukt dit voorstel nogmaals het principe van additionaliteit van EFSI. De nadruk blijft op marktfalen en sub-optimale investering situaties om een hoog niveau van crowding-in van de private sector te waarborgen. EFSI blijft primair geconcentreerd op de kwaliteit van investeringsprojecten, dus niet op geografische spreiding zoals sommigen MEPs graag zouden zien. Grensoverschrijdende infrastructuur projecten worden uitgelicht als prioriteit. Ook richt EFSI financiering in de toekomst nog meer op duurzame investeringen om de doelen van COP21 te behalen.
Vorige week meldde de Europese Ster dat er binnen de REGI commissie van het Europees Parlement enige onvrede heerst over de combinatiemogelijkheden van EFSI en ESIF. Dit onderwerp wordt in het Commissie voorstel tevens aangehaald. “De combinatie van EFSI met andere bronnen van Unie financiering, zoals ESI-fondsen, is een zeer belangrijk element.” De Europese investeringsadvies hub wordt uitgebreid op lokaal en regionaal niveau om hier actief aan bij te dragen. Daarnaast wordt gewerkt aan de verbetering van transparantie over investeringsbesluiten en toewijzingen.
Naast een uitbreiding van het investeringsplan binnen de EU, stelt de Commissie in de communicatie ook voor een Europees External Investment plan te starten. Met dit plan wordt geïnvesteerd in projecten in EU-buurlanden en landen in Afrika. Ook in deze gebieden kunnen slimme en duurzame investeringen leiden tot economische groei, banen en meer stabiliteit, redeneert de Commissie. Deze hernieuwde benadering wordt o.a. gedreven door een noodzaak tot aanpak van de kernoorzaken van migratie.
Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
Voorstel COM(2016) 581 final, Europese Commissie
Nieuwsbericht ‘Gebruik EFSI en synergie met ESI-fondsen nog onvoldoende’, Huis van de Nederlandse provincies
Stand van zaken EFSI juli 2016, Europese Commissie
Europees External Investment Plan FAQ, Europese Commissie
Europees Investeringsadvies Hub, Europese Investeringsbank
Gefinancierde EFSI projecten, Europese Investeringsbank
Op 6 september jl. sprak Michiel Rijsberman, gedeputeerde Provincie Flevoland, bestuurlijk dossierhouder cohesiebeleid binnen het HNP en lid van het Comité van de Regio’s, met Eurocommissaris Corina Cretu over het…
Lees meerOp 6 september jl. sprak Michiel Rijsberman, gedeputeerde Provincie Flevoland, bestuurlijk dossierhouder cohesiebeleid binnen het HNP en lid van het Comité van de Regio’s, met Eurocommissaris Corina Cretu over het belang van simplificatie. Cretu en haar kabinet ontvangen graag concrete voorbeelden vanuit de Nederlandse situatie over de voorwaarden voor een Single Information Single Audit (SiSa) systeem, gebaseerd op institutioneel vertrouwen.
Commissaris Cretu maakte duidelijk dat “vereenvoudiging een topprioriteit op de agenda” is. In juli 2015 heeft de Europese Commissie een High Level Group voor simplificatie opgericht, onder voorzitterschap van oud-Eurocommissaris Siim Kallas. Deze groep moet met realistische aanbevelingen komen om fondsen toegankelijker te maken voor bijvoorbeeld het midden- en klein bedrijf in de EU. De door Nederlandse provincies ingebrachte aanbevelingen, in de vorm van de publicatie voor betere regelgeving, zijn door de groep meegenomen.
Volgens Cretu heeft Nederland veel nuttige ervaring met EU fondsen. De ingediende aanbevelingen gaan leiden tot kleine aanpassingen gedurende de huidige programma periode. “Na 2020 kunnen we een revolutionaire hervorming verwachten voor het gebruik van nieuwe fondsen,” aldus Cretu. Het onderwerp gold plating, wanneer nationale lidstaten bij de omzetting van EU regels naar nationaal recht extra regels of verplichtingen toevoegen, is het meest actuele onderwerp en in juni 2016 in de High level groep besproken. Rijsberman merkt op dat het Comité van de Regio’s helaas niet vertegenwoordigt is in de High Level Group. Creṭu geeft in reactie aan dat zij het Comité ziet als sleutelpartner in dit debat en nodigt Rijsberman uit om zijn visie op audit daar in te brengen.
Rijsberman benoemt het probleem van goldplating door nationale overheden en vraagt of Creṭu bereid is actie te nemen. Creṭu beaamt dat lidstaten het leven van het MKB soms moeilijker maken en voert doorlopend gesprekken daarover. De huidige EU verordening laat aanvullende, nationale regels nog toe. Volgens Rijsberman zou een Single Information Single Audit (SiSa) systeem al een oplossing kunnen zijn voor audit problemen. Creṭu reageert dat dit politieke overeenstemming vereist tussen de Europese Rekenkamer, Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten en zij ziet op korte termijn geen oplossing.
Naar verwachting komt pas na 2020 op grotere schaal verlichting, het debat daarover zal in 2018 van start gaan. Wel moedigt Cretu aan nu al te beginnen met voorbereidingen. Cretu en haar kabinet ziet liefst concrete voorbeelden vanuit de Nederlandse situatie over deze noodzakelijk voorwaarden voor een auditsysteem gebaseerd op institutioneel vertrouwen. Ook Vicepresident Frans Timmermans is hierin geïnteresseerd.
Commissaris Cretu noemt in het gesprek een aantal verwachte ontwikkelingen. Ten eerste moet er meer flexibiliteit komen, Cretu wil ruimte om in te spelen op onverwachte problemen zoals migratie en terrorisme. Ten tweede is het belangrijk om resultaten te laten zien, regionaal beleid is het meest zichtbare EU beleid. Elke bestede euro uit het cohesiebeleid moet drie euro opleveren voor het bruto regionaal product. DG Regio is daarom druk met het publiceren van resultaten en op korte termijn verkrijgen van politiek draagvlak voor haar beleid. Als derde is vereenvoudiging dus een belangrijk thema, ook binnen de discussies over het meerjarig financieel kader (MFK).
Gedeputeerde Rijsberman vraagt ook aandacht voor de verschillen in bruto regionaal product binnen één regio, deze worden niet door het cohesiebeleid geadresseerd. Cretu onderschrijft dat stedelijke gebieden de meeste aandacht en een aanzienlijk deel van de begroting voor regionaal beleid krijgen. Cretu wil graag burgemeesters ontmoeten in de EU-lidstaten. Zij wil een netwerk oprichten om nieuws en kennis uit te wisselen, zoals het netwerk voor de vluchtelingencrisis op initiatief van de burgemeester van Amsterdam. Rijsberman biedt hierbij zijn hulp aan. Als afsluiting van het gesprek geeft Cretu aan graag een bezoek te willen brengen aan de Provincie Flevoland in 2017.
Sidony Venema en Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
High level group on simplification, Europese Commissie
Publicatie Nederlandse provincies voor betere EU-regelgeving
AnTWOORD IN HET KORT: Deze vraag heeft betrekking op de uitleg van Europese bepalingen betreffende het vrij verkeer van personen, en meer specifiek op het vrij verkeer van werknemers. Het…
Lees meerOnze gemeente wil aan de huisvestigingsvergunning van arbeidsmigranten uit de Europese Unie in de gemeente de eis koppelen dat deze arbeidsmigranten in de gemeente werkzaam moeten zijn. Mag onze gemeente dit doen of is een dergelijke verplichting in strijd met de Europese regels van vrij verkeer?
Deze vraag heeft betrekking op de uitleg van Europese bepalingen betreffende het vrij verkeer van personen, en meer specifiek op het vrij verkeer van werknemers. Het Europeesrechtelijke verbod op het belemmeren van het vrij verkeer van werknemers binnen de EU strekt zich ook uit tot beleidsterreinen als burgerzaken en huisvesting. Decentrale maatregelen, zoals in dit praktijkvoorbeeld het bij een vestiging willen opleggen van een binnen de gemeente werkzaam-zijn-eis kunnen hierbij de naleving van het beginsel van het vrije verkeer van werknemers/personen belemmeren.
Decentrale overheden mogen het vrij verkeer van personen/ werknemers niet beperken, zo blijkt uit artikel 45 VWEU. Bij het vrij verkeer van werknemers moet in het kader van dit praktijkvoorbeeld onderscheid gemaakt worden tussen migratierechten (rechten die betrekking hebben op het recht om een andere lidstaat binnen te gaan) en markttoegangsrechten (het recht dat de werknemer het recht geeft op toegang tot de arbeidsmarkt).
Voor wat betreft concrete toepassing van migratierechten is de Burgerschapsrichtlijn opgesteld. Het recht op markttoegang is nader uitgewerkt in de Verordening betreffende het vrij verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (Verordening 1612/68). Hieronder wordt ingegaan op het rechten van markttoegang.
De vraag die hier moet worden beantwoord is of de gemeentelijke huisvestigingseis dat arbeiders uit andere lidstaten lokaal werkzaam moeten het vrij verkeer van werknemers beperkt. Daar lijkt het in dit geval wel op. Een arbeidsmigrant zou ingevolge de gemeentelijke eis namelijk alleen in aanmerking komen voor huisvesting als hij/zij lokaal werkzaam is. Verordening 1612/68 stelt in artikel 9 onder andere dat een arbeidsmigrant uit een andere lidstaat dezelfde rechten en voordelen geniet als nationale werknemers inzake huisvesting. Bovendien brengt het beginsel van het vrij verkeer van personen ook met zich mee dat burgers van de EU-lidstaten vrij mogen reizen en zich mogen vestigen op het grondgebied van de EU.
Door aan huisvesting de voorwaarde te stellen dat arbeidsmigranten in de gemeente werkzaam moeten zijn, worden arbeidsmigranten beperkt in het recht op vrij verkeer binnen de EU. Het recht van huisvesting wordt met een dergelijke eis namelijk gekoppeld aan het lokaal werkzaam zijn. Een arbeidsmigrant uit een andere lidstaat kan zich daardoor niet vrij vestigen en geen vrije arbeid verrichten. Dergelijke woon/werk eisen stelt de gemeente in het kader van huisvesting niet aan inwoners met de Nederlandse nationaliteit. Deze maatregel heeft dus discriminerende werking jegens arbeidsmigranten en is daarom in principe niet toegestaan.
Echter, vervolgens dient na te worden gegaan of de gemeente wellicht een beroep zou kunnen doen op een van de uitzonderingen die beperkingen op het vrij verkeer van werknemers kunnen rechtvaardigen. Op deze uitzonderingsgronden wordt hieronder nader ingegaan.
Er zijn uitzonderingen mogelijk die de uitoefening van de in het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) gewaarborgde fundamentele vrijheden kunnen belemmeren of minder aantrekkelijk kunnen maken. Daarvoor moet cumulatief aan vier voorwaarden worden voldaan: De beperkende maatregel moet dan
1. zonder discriminatie worden toegepast;
2. kunnen worden gerechtvaardigd op grond van dwingende redenen van algemeen belang;
3. noodzakelijk zijn;
4. proportioneel zijn.
Het bieden van bepaalde voordelen alleen aan personen die woonachtig zijn in een specifieke gemeente of regio kan direct discriminerend zijn. Voor de kwalificatie van een maatregel als discriminerend is het niet noodzakelijk dat deze tot gevolg heeft dat alle eigen onderdanen worden begunstigd, of dat enkel sommige groepen onderdanen van andere lidstaten (bijvoorbeeld alleen onderdanen die in een bepaalde gemeente woonachtig zijn) worden benadeeld.
Het Hof van Justitie EU heeft in haar rechtspraak bepaald dat onder het discriminatieverbod niet alleen discriminerende maatregelen vallen, maar ook maatregelen die geen onderscheid naar nationaliteit maken maar hetzelfde effect hebben. Decentrale overheden kunnen dus niet aan het discriminatieverbod ontsnappen door bepaalde belemmeringen, bijvoorbeeld een vergunning, niet alleen op te leggen aan buitenlandse werknemers maar ook aan Nederlandse.
In deze casus maakt de gemeente direct onderscheid tussen Nederlandse arbeiders en arbeiders uit andere lidstaten. De gemeente legt namelijk de verplichting op aan arbeidsmigranten, die (tijdelijk) woonachtig zijn in de gemeente, om lokale werkzaamheden te verrichten. Er is dus sprake van discriminatie op basis van nationaliteit.
Binnen het Europees recht zijn twee soorten rechtvaardigingsgronden voor mogelijke belemmering van – in dit geval – de fundamentele verdragsvrijheid van vrij verkeer/ vrije vestiging te onderscheiden. Deze rechtvaardigingsgronden zijn die, die genoemd zijn in het Verdrag (VWEU) en de zogenaamde ongeschreven rechtvaardigingsgronden (ook wel ‘rule of reason’ of ‘dwingende redenen van algemeen belang’ genoemd).
Artikel 45 lid 3 en 4 VWEU bevatten de verdragsuitzonderingen voor beperkingen op het vrij verkeer van werknemers. De belangen die in deze bepaling worden genoemd zijn:
– openbare orde;
– openbare veiligheid;
– volksgezondheid;
– betrekkingen in overheidsdienst of werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag.
Het is aan de gemeente om te bepalen of zij in dit geval een beroep kan doen op een van deze uitzonderingsgronden. Het is in de praktijk lastig om een huisvestingsvergunning voor arbeidsmigranten met daaraan gekoppeld de verplichting om in de gemeente te werken te rechtvaardigen op één van deze gronden. Deze verplichting lijkt namelijk veeleer voort te vloeien uit economische redenen.
Buiten de Verdragsuitzonderingen kunnen er nationale regels zijn die op grond van ‘dwingende redenen van algemeen belang’ voor kunnen gaan op de bepalingen van vrij verkeer. Deze moeten volgens het arrest Cassis de Dijon redelijk zijn. Daarom staat deze rechtspraak bekend als de rule of reason. Wellicht zouden er in dit geval nog dwingende redenen van algemeen belang kunnen zijn die een belemmering van het vrij verkeer van werknemers rechtvaardigt. Indien de gemeente hiervan gebruik wenst te maken, dan moet vervolgens getoetst worden of deze ongeschreven rechtvaardigingsgronden noodzakelijk en proportioneel zijn.
Is de rechtvaardigingsgrond om het recht op vrij verkeer van arbeidsmigranten te belemmeren echt noodzakelijk? En zijn er bijvoorbeeld minder vergaande maatregelen om hetzelfde doel te bereiken? Indien dat het geval is, dan kan de gemeente geen beroep doen op de uitzonderingsgrond voor een beperking van vrij verkeer van .
De gemeente mag arbeidsmigranten uit andere EU lidstaten die (tijdelijk) gehuisvest zijn in de gemeente in het kader van een huisvestingsvergunning, niet verplichten om arbeid in de gemeente te verrichten omdat dit een belemmering van de regels van vrij verkeer oplevert. Dit is anders indien die gemeente een rechtmatig beroep kan doen op de bovengenoemde uitzonderingsgronden.
Madeleine Broersen, Europa Decentraal
Vrij verkeer, Europa decentraal
Vrij verkeer van personen, Europa decentraal
Vrij verkeer van werknemers, Europa decentraal
Huisvesting EU-arbeidsmigranten, Rijksoverheid
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
Wekelijks op de hoogte gehouden worden van de belangrijkste Europese ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en waterschappen? Neem dan een gratis abonnement op nieuwsbrief de Europese Ster.