Nederlandse regio’s internationaal in schijnwerpers
Van 10 t/m 13 oktober jl. vond in Brussel de jaarlijkse Europese week voor regio’s en steden (EUWRC) plaats. Ook de Nederlandse regio’s en steden grepen de kans om zich…
Lees meerAbonneer u dan op de Europese Ster en mis niks van de belangrijkste Europese ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en waterschappen.
Van 10 t/m 13 oktober jl. vond in Brussel de jaarlijkse Europese week voor regio’s en steden (EUWRC) plaats. Ook de Nederlandse regio’s en steden grepen de kans om zich…
Lees meerVan 10 t/m 13 oktober jl. vond in Brussel de jaarlijkse Europese week voor regio’s en steden (EUWRC) plaats. Ook de Nederlandse regio’s en steden grepen de kans om zich op verschillende onderwerpen te profileren als ondernemende en innovatieve regio’s en steden binnen de Europese top. Delegaties van lokale en regionale bestuurders en ambtenaren kwamen bijeen in Brussel voor een gerichte lobby en promotie van Nederlandse regio’s, provincies en gemeenten. Deze week bood goede mogelijkheden voor het creëren van nieuwe netwerken en sluiten van mooie deals.
Op maandagmiddag 10 oktober organiseerde de provincie Noord-Brabant samen met Agrifood Capital en het ERIAFF netwerk een bijeenkomst over de opzet van het Slimme Specialisatie Platform voor Agrofood. Tijdens de bijeenkomst maakten diverse vertegenwoordigers van Europese regio’s afspraken voor verdere samenwerking. De middag werd, in de sfeer van het European region of Gastronomy initiatief, afgesloten met een proeverij van producten afkomstig uit diverse deelnemende regio’s.
SNN-voorzitter René Paas gaf in Brussel het startschot voor de ’24 uur van het Noorden’. Hij gaf aan dat de regio Noord-Nederland veel in zijn mars heeft en dat dit veel vaker moet worden uitgedragen. Het programma van SNN richtte zich voornamelijk op innovatie. Luisteren en praten over innovaties is één ding. Voelen en beleven is nog beter. Dat laatste werd mogelijk in de innovatietour waar elf noordelijke innovatieve ondernemers hun allernieuwste uitvinding aan het publiek voorstelden.
Daarnaast hebben de drie noordelijke provincies op de tweede dag van de Europese week hun samenwerking op het gebied van de circulaire economie bekrachtigd met een intentieverklaring. Daarmee zetten zij de aanvraag voor de Innovation Deal kracht bij. Met deze Deal kunnen juridische barrières bij de ontwikkeling van de circulaire economie sneller worden aangepakt. De aanpak, ontwikkeld vanuit het bedrijfsleven verenigd in Circulair Friesland, wordt nu ook opgepakt in Groningen en Drenthe. Deze aanpak analyseert de grondstoffenstromen en koppelt dat aan oplossingen dwars door sectoren heen. Dit zijn sectoren die zich niet aan provinciegrenzen houden en een bepaalde omvang nodig hebben om succesvol te kunnen zijn. Vooral de samenwerking tussen de sectoren en de methodiek die hierbij gebruikt wordt, kan op grote belangstelling van de Europese Commissie rekenen. Over enkele maanden wordt bekend of de Europese Commissie met Noord-Nederland een Innovation Deal wil aangaan.
Provincie Gelderland en Overijssel presenteerden tijdens deze week hun innovatieprofiel, meer informatie daarover vindt u hier in deze Europese Ster.
Op woensdag 12 oktober organiseerde regio Randstad een bijeenkomst over hun potentieel als slimme regio. Tijdens het seminar speelt regio Randstad zich in de kijker als een belangrijke speler binnen de EU op het gebied van living labs. Regio Randstad profileert zich als een proeftuin voor duurzame economische groei. Het recent ondertekende Pact van Amsterdam, waarin afspraken zijn vastgelegd over een stedelijke agenda voor de EU, speelt hierin een belangrijke rol.
Vertegenwoordigers van dit vijftal living labs lichtten hun project tijdens dit seminar toe:
Bij vele living labs blijkt dat de provinciale overheid wordt gezien als de speler die innovatie mogelijk moet maken. Het is van belang dat de lokale en regionale autoriteiten ruimte en zekerheid bieden voor experimenten zoals living labs. Tijdens het seminar wordt nadrukkelijk gezocht naar Europese partners om kennis en ervaringen uit te wisselen, en vervolgens samen met andere EU regio’s door te groeien.
De Europese week van regio’s en steden is een jaarlijks evenement in Brussel waar regionale en lokale overheden goede praktijkervaringen en kennis uitwisselen tijdens talloze seminars, workshops en netwerkbijeenkomsten. Dit biedt de gelegenheid om meer te leren over Europees beleid en regelingen, om vervolgens beter te presteren in Europese trajecten. Het is tevens een kans om EU-beleidsmakers bewust te maken dat regio’s en steden nauw moeten worden berokken bij het beleidsvormingsproces. Ongeveer 6000 deelnemers uit alle EU-lidstaten waren aanwezig. Het thema van 2016 was ‘Regions and cities for sustainable and inclusive growth’.
Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
Nieuwsbericht, SNN
Nieuwsbericht, Regio Twente
Agrifood Capital
Regio Randstad
Samenwerkingsverband Noord-Nederland, SNN
Innovatieprofiel, Oost-Nederland
De rechtbank Den Haag heeft op 5 oktober 2016 een uitspraak gedaan in een zaak omtrent de aanbesteding van contracten voor jeugdhulp. De rechter oordeelde dat beide gemeenten de aanbesteding…
Lees meerDe rechtbank Den Haag heeft op 5 oktober 2016 een uitspraak gedaan in een zaak omtrent de aanbesteding van contracten voor jeugdhulp. De rechter oordeelde dat beide gemeenten de aanbesteding voor jeugdhulp voor de contracten per 1 januari 2017 moeten overdoen.
De huidige contracten jeugdhulp van twee gemeenten in Zuid-Holland lopen binnenkort af. Om deze reden hebben deze gemeenten een opdracht in de markt gezet voor het aanbieden van jeugdhulp aan jeugdigen in hun gemeenten vanaf 1 januari 2017. Via een aanbestedingsprocedure hebben de gemeenten hiervoor een aanbieder geselecteerd. Echter, andere inschrijvers hebben bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop de gemeente de aanbesteding heeft georganiseerd en zijn in beroep gegaan.
Volgens de inschrijvers die bezwaar maken, hebben de gemeenten gehandeld in strijd met de beginselen van transparantie, gelijkheid en proportionaliteit, door de wijze waarop zij de aanbesteding hebben georganiseerd. De gemeenten zouden inschrijvers van onvoldoende informatie hebben voorzien om een reële inschatting van de situatie en de risico’s te maken. Als gevolg daarvan hebben inschrijvers die op dit moment de jeugdhulp voor de gemeenten verzorgen een onrechtmatige kennisvoorsprong. De gemeenten reageren op dit verweer van de inschrijvers dat zij niet over de gevraagde informatie beschikken, en dat ook op inschrijvers de plicht rust om benodigde informatie te verzamelen en verder dat de wel verstrekte informatie voldoende was om een verantwoorde inschrijving te doen.
De inschrijvers betogen verder dat de gemeenten in feite alle risico’s met betrekking tot de uitvoering van de opdracht naar de opdrachtnemer overgeheveld hebben. De gemeenten reageren dat de plafondbudgetten na een zorgvuldige afweging zijn vastgesteld en dat de plafondbudgetten voldoende zijn om de opdracht uit te voeren. Verder geven de inschrijvers aan dat in de aanbestedingsstukken geen ontspannings- of ontluchtingsmogelijkheid is opgenomen. Ook zouden de gemeenten de aansprakelijkheid voor schade die bij de uitvoering van de opdracht ontstaat ten onrechte volledig bij de opdrachtnemer hebben gelegd. Volgens de gemeente is overleg mogelijk in geval van een tekortkoming aan de zijde van de opdrachtnemer.
Daarnaast zouden de aanbestedingsdocumentatie onduidelijk zijn en voor meerderlei uitleg vatbaar, aldus de inschrijvers. De gemeenten gaan ook hiertegen in verweer.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de inschrijvers zonder de door hen gevraagde informatie niet of nauwelijks kunnen inschatten of zij in staat zijn de opdracht uit te voeren. Op basis hiervan kan niet worden uitgesloten dat die inschrijvers de aard en omvang van de te verlenen zorg verkeerd hebben ingeschat en in de problemen zullen komen bij uitvoering van de opdracht. Verder is de risicoverdeling in deze aanbesteding disproportioneel, aldus de rechtbank. Opdrachtnemers moeten namelijk alle passende zorg aan jeugdigen in de gemeenten bieden. Daarnaast mogen ze geen wachtlijsten laten ontstaan en dragen ze alle financiële risico’s. Terwijl ten minste vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het realiteitsgehalte van de plafondbudgetten (vaste bedragen) en niet is voorzien in een concrete ontsnappingsmogelijkheid.
Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de gemeenten voor bepaalde gevallen van haar opdrachtnemer een, wat de hoogte betreft, ongelimiteerde schadevergoedingsverbintenis verlangt. Dat is in strijd met voorschrift 3.9D van de Gids Proportionaliteit.
De rechter gaat niet mee in de argumentatie van de inschrijvers. De rechter stelt dat de beoordelingswijze en de subgunningscriteria niet tot de vereiste objectiviteit leiden. Het is inherent aan aanbestedingen als deze en passend bij het onderwerp van de opdracht (jeugdzorg) dat aan inschrijvers de ruimte wordt geboden om zelf aan te geven op welke wijze zij de gewenste kwaliteit zullen invullen. Naar het oordeel van de rechter is voldoende duidelijk wat er van de inschrijvers wordt verlangd.
Concluderend, de rechtbank Den Haag veroordeelt de gemeenten tot het heraanbesteden van de contracten voor jeugdhulp. De twee gemeenten zijn het niet eens met de uitspraak en hebben aangegeven in hoger beroep te gaan.
Madeleine Heitmeijer-Broersen, Europa decentraal
Uitspraak 5 oktober 2016, Rechtbank Den haag
Aanbestedingen, Europa decentraal
Decentralisaties en aanbesteden, Europa decentraal
De Europese Commissie heeft drie nieuwe initiatieven gelanceerd ter bevordering van de Europese Agenda Stad. Zo moeten een Urban Data Platform, een “One-stop shop” portal en een reflectie rapport bijdragen…
Lees meerDe Europese Commissie heeft drie nieuwe initiatieven gelanceerd ter bevordering van de Europese Agenda Stad. Zo moeten een Urban Data Platform, een “One-stop shop” portal en een reflectie rapport bijdragen aan meer coördinatie, samenhang en samenwerking tussen Europese steden en beleid.
De Europese Agenda Stad is op 30 mei door het Pact van Amsterdam officieel gelanceerd. Door twaalf partnerschappen met elk een eigen beleidsterrein kunnen Europese steden, lidstaten, Europese instituties en bedrijven beter samen werken om de kwaliteit van Europese steden te verbeteren. Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap afgelopen januari t/m juni zijn de eerste vier partnerschappen bekendgemaakt. Tijdens de bijeenkomst in Bratislava zijn de volgende vier bekendgemaakt.
Om de uitwisseling van strategieën en ontwikkelingen tussen Europese steden te bevorderen, heeft de Commissie een nieuwe webportal in het leven geroepen. Veel steden hebben aangegeven behoefte te hebben aan betrouwbare en relevante informatie in een simpel en toegankelijk format. Het nieuwe “One-stop shop” webportal geeft up-to-date informatie over Europees beleid dat directe invloed heeft op de Europese steden en regio’s zoals mobiliteit en circulaire economie. Het portal verdeelt relevante informatie in de thema’s die belangrijk zijn voor de Europese Agenda Stad. Zo zijn er categorieën Luchtkwaliteit, Klimaat, Energie Transitie en Mobiliteit. Naast beleid wordt er ook informatie verschaft over Europese financiering gerelateerd aan stedelijke ontwikkeling.
Een aanvulling op het eerder genoemde webportal is het nieuwe Urban Data Platform. Dit platform biedt een overzichtelijke kaart om de ontwikkelingen in Europese stedelijke gebieden te bekijken en te vergelijken. Zo kan er per regio gekeken worden naar onder andere de economische ontwikkelingen of beschikbaarheid van transport. Dit maakt het mogelijk voor het bestuur van een stad om vergelijkingen uit te voeren met gelijke steden. Bovendien zorgt dit platform voor meer interactie tussen steden omdat er onderling informatie uitgewisseld wordt en contact wordt gezocht. Dit draagt bij aan het doel van de Europese Agenda Stad om kennis tussen steden te delen. Het platform bevat informatie over meer dan 800 Europese steden en regio’s.
In samenwerking met de Verenigde Naties heeft de Europese Commissie een “State of European Cities Report” opgesteld. In dit rapport wordt de huidige prestatie van Europese steden met betrekking tot speerpunten van de Europese Agenda Stad gemeten. Het rapport dient inzicht te geven in de prestatie tot nu toe, en samenwerking tussen steden aan te moedigen. Punten waarop steden getoetst zijn, zijn onder andere werkgelegenheid, armoedebestrijding en koolstofarme Economie.
Pierre Kas en Femke Salverda, Europa decentraal
Urban Agenda: new knowledge sources available for Europe’s cities, Europese Commissie
Urban Agenda, Europa decentraal
Urban Agenda fort he EU, Urban Agenda EU
Op donderdag 13 oktober 2016 heeft de nieuwe president van de Europese Rekenkamer, Klaus-Heiner Lehne, het Jaarverslag 2015 van de Rekenkamer aan het Europees parlement gepresenteerd. Hij gewaarschuwde dat de Europese…
Lees meerOp donderdag 13 oktober 2016 heeft de nieuwe president van de Europese Rekenkamer, Klaus-Heiner Lehne, het Jaarverslag 2015 van de Rekenkamer aan het Europees parlement gepresenteerd. Hij gewaarschuwde dat de Europese instellingen tot op zekere hoogte het vertrouwen van de burgers hebben verloren en dat het een uitdaging wordt om dit vertrouwen terug te winnen.
Ieder jaar controleert de Europese Rekenkamer de ontvangsten en uitgaven van de EU-begroting. Zij geven een oordeel over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de mate waarin ontvangsten- en uitgavenverrichtingen voldoen aan de toepasselijke regels en rechtsvoorschriften.
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat de Europese Rekenkamer belast is met de controle van de financiën van de Europese Unie (EU).
De Europese Rekenkamer heeft ook dit jaar weer een goedkeurend oordeel afgegeven over de betrouwbaarheid van de EU-rekening voor 2015. Eén van de kanttekeningen daarbij is wel dat het geschatte foutenpercentage aanzienlijk boven de materialiteitsdrempel van 2% blijft, namelijk 3,8%. De in- en uitgaande geldstromen van de huidige EU-begroting worden wel op de juiste wijze geregistreerd, maar bij de besteding van het geld (bijvoorbeeld uitgaven in het kader van “economische, sociale en territoriale cohesie” en “concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid”) worden nog steeds te veel fouten gemaakt, vooral in de lidstaten.
De schatting van het foutenpercentage in de EU-begroting is overigens geen graadmeter voor fraude, ondoelmatigheid of verspilling. Het gaat om een schatting van het geld dat niet uitbetaald had moeten worden, omdat het niet in overeenstemming was met de toepasselijke (Europese) wet- en regelgeving. Typische fouten omvatten betalingen voor niet-subsidiabele uitgaven of voor aankopen waarbij de regels voor overheidsopdrachten niet juist zijn toegepast.
Het geschatte foutenpercentage wordt met name vastgesteld op basis van steekproeven. De Europese Rekenkamer voert dergelijke steekproeven uit om onpartijdige en zorgvuldige schattingen te kunnen geven van de mate waarin de ontvangsten en de verschillende uitgaventerreinen fouten vertonen.
In zijn presentatie van het jaarverslag benadrukt de heer Lehne dat hervormingen nodig zijn om het vertrouwen van de burgers in de Europese instellingen terug te winnen. Deze hervormingen moeten een solide financiële basis hebben. Hiervoor zijn vier elementen van belang, aldus president Lehne:
Nederland geeft ook jaarlijks een nationale verklaring uit over de besteding van de Europese subsidiegelden die in gedeeld beheer worden uitgegeven (Europese fondsen die via Nederlandse overheden worden verstrekt). In deze verklaring verantwoordt Nederland zich dus over gedeclareerde uitgaven voor Europese projecten. De nationale verklaringen zijn niet verplicht en vinden op vrijwillige basis plaats. Nederland geeft deze verklaring wel uit omdat Nederland het van belang vindt dat er transparantie blijft bestaan over problemen in het beheer en over de rechtmatigheid en de effectiviteit van de bestedingen.
Madeleine Heitmeijer-Broersen, Europa decentraal
Persbericht, Europese Rekenkamer
Jaarverslag 2015 Europese Rekenkamer, Europese Rekenkamer
2015 De EU-controle in vogelvlucht, Europese Rekenkamer
Nationale verklaring, Algemene Rekenkamer
Vanaf 1 januari 2016 zijn er door (decentrale) overheden verschillende meldingen van een datalek bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gedaan. De wet meldplicht datalekken is, vooruitlopend op de nieuwe Europese…
Lees meerVanaf 1 januari 2016 zijn er door (decentrale) overheden verschillende meldingen van een datalek bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gedaan. De wet meldplicht datalekken is, vooruitlopend op de nieuwe Europese regels omtrent gegevensbescherming, in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp) opgenomen. De AP heeft tientallen onderzoeken ingesteld naar de datalekken. Het zou kunnen dat de AP ook boetes gaat uitdelen.
Nederland heeft momenteel al een meldplicht datalekken opgenomen in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Vanaf 1 januari 2016 dienen overheden en bedrijven die persoonsgegevens verwerken ernstige datalekken te melden aan het AP. Wanneer (decentrale) overheden dit niet doen, kan een bestuurlijke boete volgen.
Een datalek kan ontstaan door beveiligingsproblemen: een kwijtgeraakte usb-stick, een gestolen laptop, een inbraak in een databestand, een brand in een datacentrum, etc. Hierdoor kunnen persoonsgegevens in de handen van derden vallen die hier eigenlijk geen toegang tot mogen hebben. Ook wanneer een datalek slechts betrekking heeft op de gegevens van één persoon, moet dit gemeld worden.
Na ingang van de meldplicht hebben 172 van de 390 gemeenten melding gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. De ministeries hebben al meer dan 40 meldingen gedaan. Wat voor een meldingen het zijn is niet bekend, het kan gaan om een verloren usb-stick maar ook om een gehackte database.
Per 25 mei 2018 moeten (decentrale) overheden zich houden aan de regels in de Algemene verordening gegevensbescherming. De Wbp, en dus de wet meldplicht datalekken zal dan komen te vervallen, Ook in de AVG is een meldplicht inbreuk op persoonsgegevens opgenomen in artikel 33 en 34. Wanneer er een inbreuk in verband met persoonsgegevens heeft plaatsgevonden, moet dit gemeld worden aan de toezichthoudende autoriteit, in Nederland de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Daarnaast is er een kans dat dit gemeld moet worden aan de personen wiens persoonsgegevens het betreffen. U kunt hier meer informatie over deze meldplicht vinden.
Wanneer er een datalek heeft plaatsgevonden en de voorwaarden in artikel 34a Wbp worden overtreden, kan de AP momenteel al een boete opleggen van maximaal € 820.000. Per 25 mei 2018, wanneer de AVG toegepast moet worden, kan deze boete oplopen tot maximaal € 10.000.000.
Pierre Kas en Femke Salverda, Europa decentraal
Dagelijks een datalek bij gemeenten, Binnenlands Bestuur
Bijna helft van Nederlandse gemeenten meldde dit jaar datalek, Nu.nl
De Europese Algemene verordening gegevensbescherming & de Meldplicht Datalekken, VNG
Meldplicht datalekken, Autoriteit Persoonsgegevens
Tijdens de plenaire sessie van het Comité van de Regio’s op 11 oktober jl. zijn Wim van de Donk, Commissaris van de Koning provincie Brabant en HNP-voorzitter, Michiel Rijsberman, gedeputeerde…
Lees meerTijdens de plenaire sessie van het Comité van de Regio’s op 11 oktober jl. zijn Wim van de Donk, Commissaris van de Koning provincie Brabant en HNP-voorzitter, Michiel Rijsberman, gedeputeerde provincie Flevoland, Marcelle Hendrickx, wethouder van Tilburg, en Rob Jonkman, wethouder van Opsterland, benoemd tot rapporteurs. Van de Donk schrijft namens alle Europese regio’s en steden het CvdR advies over EFSI 2.0, het rapport van Rijsberman heeft betrekking op de EU financiële verordening. Jonkman’s advies gaat over de betrokkenheid van regio’s en gemeenten in het Europese Semester en Hendrickx stelt een advies op over de bijdrage van sociale innovatie aan groei en het creëren van banen.
“De Europese Commissie heef een voorstel gedaan tot uitbreiding en verlenging van het Europees fonds voor strategische investeringen (EFSI), zodat banen en groei binnen de EU verder gestimuleerd worden. Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat er rekening wordt gehouden met de praktische kennis en ervaringen van steden en regio’s en dat dit doorklinkt in de wetgeving over EFSI 2.0,” aldus Commissaris Van de Donk. Het is van belang dat op lokaal en regionaal niveau zoveel mogelijk voordeel wordt gehaald uit het Europees investeringsplan, lokale en regionale autoriteiten moeten daarom nauw betrokken blijven bij de Commissie voorstellen.
Michiel Rijsberman, gedeputeerde en HNP-bestuurder, voert namens alle Europese regio’s en steden de komende tijd het woord over de vereenvoudigde uitvoering voor begunstigden van verschillende financieringsregelingen. De officiële werktitel: The financial rules applicable to the general EU budget. Er zijn tal van EU financiële regelingen waar bedrijven, kennisinstellingen, ngo’s, overheden en burgers voor in aanmerking komen. Het gaat dan o.a. over het Europees fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), Horizon2020 en EFSI. Vaak worden deze regelingen als complex gezien. Zowel bij de aanvraag als bij de verantwoording ontstaan regelmatig onduidelijke situaties. Met dit rapporteurschap is Rijsberman in de positie om invloed uit te oefenen op de vereenvoudiging van deze financiële regels.
De twee rapporten hangen duidelijk met elkaar samen. Er wordt op EU niveau, binnen zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement, veel gesproken over de compatibiliteit tussen structuurfondsen en het Europese investeringsfonds EFSI. Structuurfondsen zorgen voor duurzame versterking van de economische, sociale en territoriale cohesie terwijl een initiatief zoals EFSI specifieke project investeringen op lokaal en regionaal niveau genereert. De vraag die nu speelt is hoe beide programma’s elkaar kunnen aanvullen. Het doel is om de positie van Europese steden en regio’s in zowel het investeringsplan (EFSI) als de financiële regelingen te versterken.
Het advies van Jonkman richt zich op het beter verankeren van de rol van gemeenten en regio’s in het Europese Semester, het kader voor de afstemming van economisch en financieel beleid van de lidstaten. Dit proces is momenteel vooral een zaak van de EU-instellingen en nationale regeringen. De EU doet echter in het kader van het Europees Semester aanbevelingen aan de lidstaten die rechtstreeks invloed hebben op het beleid van gemeenten en regio’s. Een Europese gedragscode kan regio’s en gemeenten een formele positie in dit proces geven.
Hendrickx stelt een advies op over de bijdrage die sociale innovatie kan bieden aan economische groei en het creëren van banen. Innovatie is in de EU het kernwoord voor economische groei, maar de nadruk ligt tot op heden vooral bij technologische innovatie. Experts pleiten de laatste tijd steeds vaker voor een balans tussen technologische en sociale innovatie.
Vereenvoudiging van uitvoering van Europese investeringsregelingen is een prioriteit van de gezamenlijke Nederlandse provincies en gemeenten. De vier rapporteurs stellen hun advies binnen het Comité van de Regio’s op namens alle Europese decentrale overheden. Naast bovengenoemde rapporteurs heeft de Nederlandse delegatie in het CvdR momenteel nog twee provinciale rapporteurs. Cees Loggen, gedeputeerde Noord-Holland, rapporteert over effectieve water management systemen. Michiel Scheffer, gedeputeerde Gelderland, schrijft een advies over missende transportverbindingen in grensregio’s.
Het eindrapport van Wim van de Donk, over EFSI 2.0, staat gepland voor de plenaire vergadering op 7 december 2016. Op 11 en 12 mei 2017 worden de adviezen van Michiel Rijsberman, Rob Jonkman en Marcelle Hendrickx in de plenaire vergadering behandeld.
Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
Nieuwsbericht, Commissaris van de Koning Brabant
Nieuwsbericht, Provincie Flevoland
Nieuwsbericht, EPP groep Comité van de Regio’s
De Europese Commissie heeft op 13 oktober jl. de derde ronde calls voor projectvoorstellen binnen de Connecting Europe Facility (CEF) voor transport gelanceerd. Hiermee wordt 1.9 miljard euro beschikbaar gesteld…
Lees meerDe Europese Commissie heeft op 13 oktober jl. de derde ronde calls voor projectvoorstellen binnen de Connecting Europe Facility (CEF) voor transport gelanceerd. Hiermee wordt 1.9 miljard euro beschikbaar gesteld voor het financieren van belangrijke Europese transportprojecten. Meer informatie over de calls is hier te vinden. De deadline voor het indienen van projectvoorstellen is 7 februari 2017.
“De EU ondersteunt momenteel reeds 460 projecten verspreid over Europa en draagt hierdoor bij aan betere mobiliteit en connectiviteit voor Europese burgers en bedrijven. Met deze nieuwe call geven wij meer aandacht aan intelligente transportsystemen (ITS) in de EU en aan de ontwikkeling van infrastructuur in cohesie lidstaten,” aldus Bulc.
De calls van dit jaar blijven gefocust op innovatieve transportprojecten ter verbetering van veiligheid, milieu en grensoverschrijdende mobiliteit. Voor het eerst is dit jaar speciale aandacht, met een gereserveerd budget van €110 miljoen, voor kleinere grensoverschrijdende projecten. Vooral de aanpak van plaatselijke knelpunten en missende verbindingen staat daarbij centraal.
€ 1.1 miljard binnen deze nieuwe CEF calls is gereserveerd voor 15 cohesie lidstaten, Nederland hoort hier niet bij. De overige €840 miljoen is beschikbaar voor alle 28 EU-lidstaten. Deze algemene envelop is bedoeld voor grensoverschrijdende transport projecten en voor projecten gericht op innovatie, nieuwe technologieën en verkeersmanagement systemen.
Project voorstellen kunnen tot 7 februari 2017 worden ingediend. Steun wordt verleend op basis van concurrentie in de vorm van EU cofinanciering na zorgvuldige evaluatie en selectie. De uitslag van de calls wordt voor de zomer 2017 gepubliceerd.
Op 25 oktober 2016 organiseert het uitvoerende agentschap voor innovatie en netwerken, INEA, samen met de Europese Commissie, een informatie dag over deze nieuwe calls. Hier worden de politieke prioriteiten toegelicht en de calls uitgelegd. Deze info dag is nuttig voor deelnemers ter voorbereiding op het indienen van een projectvoorstel. Voor meer informatie en registreren zie hier.
Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
Nieuwsbericht, Europese Commissie
2016 CEF transport calls, Europese Commissie
Infodag 25 oktober 2016, Europese Commissie
Tijdens de Europese week van regio’s en steden in Brussel presenteerden de Provincies Gelderland en Overijssel, samen met diverse partners uit de regio, hun innovatieprofiel. Het profiel van de Regio…
Lees meerTijdens de Europese week van regio’s en steden in Brussel presenteerden de Provincies Gelderland en Overijssel, samen met diverse partners uit de regio, hun innovatieprofiel. Het profiel van de Regio Oost-Nederland kent twee pijlers: slimme en duurzame maakindustrie, en gezondheid. De provincies willen hier hun koppositie versterken en meer profiteren van Europese fondsen. Zij streven daarom binnen deze sectoren naar samenwerkingen met andere Europese regio’s.
Om te weten waar de regio Oost-Nederland sterk in is, hebben de provincies Overijssel en Gelderland samen met kennisinstellingen en bedrijfsleven een innovatieprofiel gemaakt. Het profiel laat zien dat zij voorop lopen met innovaties binnen twee sectoren, bestempeld als de twee vlaggenschepen.
“In deze twee sectoren doen Gelderland en Overijssel mee met de Europese top,” zo stelde gedeputeerde van provincie Gelderland en HNP-bestuurder Michiel Scheffer tijdens de bijeenkomst. Op de beide thema’s wordt daarom gezocht naar samenwerking met andere Europese regio’s, die dezelfde ambities en kwaliteiten hebben. Frans van Vught, voormalig adviseur innovatie van de Europese Commissie en voormalig Rector Magnificus van de Universiteit Twente, ontwikkelde de strategie en benadrukt vooral het belang van meer focus op gebied van innovatie voor de regio. Van Vught stelt dat het belangrijk is samen te werken met cross-continental regio’s, om vervolgens innovaties en ideeën op te schalen.
De EU kent grote investeringsfondsen o.a. op gebied van innovatie. Om optimaal te kunnen profiteren van deze fondsen is het belangrijk dat er grote aanvragen worden ingediend. Een zeer goede manier om de gewenste omvang te bereiken is door samen te werken met andere regio’s, aldus de Oost-Nederlandse partijen. Gedeputeerde van provincie Overijssel en HNP-bestuurder Erik Lievers: “de concurrentie om Europese fondsen is enorm. Dit innovatieprofiel stelt ons in staat ons in Brussel en daarbuiten stevig te profileren op de thema’s waarin we echt onderscheidend zijn. Hiermee komen wij als regio in Brussel op de kaart te staan en vergroten wij de kans op Europese financiering.”
Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
Persbericht, Regio Oost-Nederland
Innovatieprofiel, Regio Oost-Nederland
25 jaar na de ondertekening van het Verdrag van Maastricht, nodigt de Limburgse hoofdstad Europa uit om terug te keren naar de geboorteplek van de Europese Unie en de Euro….
Lees meer25 jaar na de ondertekening van het Verdrag van Maastricht, nodigt de Limburgse hoofdstad Europa uit om terug te keren naar de geboorteplek van de Europese Unie en de Euro. Tijdens de conferentie EU & ME op 9 december 2016 blikken politici, ondernemers en wetenschappers terug op de verwachtingen van toen en bespreken zij de vraagstukken van vandaag: politieke issues, de financiële en economische situatie én het geloof van de burger in de EU.
“Maastricht is een perfecte plek om terug te blikken op het Europa ten tijde van de ondertekening en vooruit te kijken naar het Europa van de toekomst,” aldus Commissaris van de Koning in de provincie Limburg Theo Bovens. Dit gebeurt dan ook de komende maanden met een gevarieerd programma van evenementen en activiteiten in Maastricht en omgeving. Daarbij staat het gesprek over Europa centraal, onder het motto Europe Calling! Dit alles in het kader van het 25-jarig jubileum van het Verdrag van Maastricht.
EU & ME maakt deel uit van het programma Europe Calling! Onder andere de voorzitter van de Europese Commissie Jean Claude Juncker, voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz, Minister van Financiën en voorzitter van de Eurogroep Jeroen Dijsselbloem, oud-Eurocommissaris Neelie Kroes, en voormalig Raadsvoorzitter Herman van Rompuy nemen deel aan EU & ME. De hoogleraren Mathieu Segers, Bruno de Witte, Paul de Grauwe en Maria Joa Rodrigues vormen de vertegenwoordigers van de wetenschappelijke wereld. Vanuit het bedrijfsleven schuift Ralph Hamers, bestuursvoorzitter ING Groep, aan. Ook zijn verschillende ondertekenaars van het Verdrag aanwezig.
De opening van de EU & ME conferentie wordt verricht door Gouverneur Theo Bovens, en de burgemeester van Maastricht Annemarie Penn – Te Strake. Dat EU & ME plaatsvindt op 9 december is niet toevallig. Op deze datum werd in 1991 door de Europese Raad vergaderd, hetgeen uiteindelijk leidde tot de ondertekening van het Verdrag van Maastricht op 7 februari 1992. De afsluiting van EU & ME vindt plaats in het Gouvernement aan de Maas. Op de plek waar het 25 jaar geleden allemaal begon.
Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse provincies
Persbericht, Europe Calling!
Europe Calling! Maastricht Treaty 25th Anniversary
Antwoord in het kort: Ja, er zijn diverse ontwikkelingen gaande op het gebied van circulaire economie. Een circulaire economie is er op gericht om efficiënter en bewuster met grondstoffen om…
Lees meerOp 14 september 2016 is ‘Het programma over de circulaire economie’ gepresenteerd door het Rijk. Wat houdt het begrip circulaire economie nou precies in? Zijn er juridische en beleidsmatige ontwikkelingen gaande op het gebied van circulaire economie, en wat is de rol van de Europese Unie, het Rijk en de decentrale overheden hierin?
Ja, er zijn diverse ontwikkelingen gaande op het gebied van circulaire economie. Een circulaire economie is er op gericht om efficiënter en bewuster met grondstoffen om te gaan. De Europese Unie speelt een belangrijke rol met betrekking tot het stimuleren van een circulaire economie binnen de Unie. Dit doet de EU onder meer door wetgeving- en beleidsinitiatieven in het leven te roepen en huidige milieuwetgeving te herzien. Ook wordt er financiering beschikbaar gesteld. Het Rijk heeft een nationaal actieplan in het leven geroepen waar decentrale overheden ook een rol toebedeeld gekregen hebben. Zo worden decentrale overheden bijvoorbeeld gestimuleerd om meer circulair te gaan inkopen en meer te gaan samenwerken op het gebied van afvalverwerking.
Het initiatief van de EU tot het realiseren van een circulaire economie is er op gericht om efficiënter en bewuster om te gaan met grondstoffen. Dit geldt voor primair gebruik en hergebruik van grondstoffen, maar ook voor het verzamelen, hergebruiken of vernietigen van afvalstoffen. De circulaire economie ziet toe op een economie die wel voorziet in behoeften, maar zonder onaanvaardbare milieudruk en zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Dit moet uiteindelijk ten goede komen aan zowel het milieu als de economie. Denk bijvoorbeeld aan vermindering van de CO2-uitstoot. Ook biedt het grote kansen voor het bedrijfsleven en de publieke sector om op innovatieve manieren producten op de markt aan te bieden.
De EU heeft zich herhaaldelijk sterk gemaakt voor een verdere uitrol van een circulaire economie op lidstaatniveau. Om dit te kunnen bewerkstelligen is de Europese Commissie in 2015 gekomen met een Europees actieplan met betrekking tot de circulaire economie.
Zoals uit het Europees actieplan volgt, heeft de Commissie verschillende beleids- en regelgevingsinitiatieven in het leven geroepen. De Commissie heeft bijvoorbeeld voorgesteld om richtlijnen met betrekking tot afval te herzien en een voorstel gedaan voor nieuwe richtlijnen omtrent het verwerken en recyclen van elektronisch afval. Daarnaast kunnen Europese structuurfondsen, bijvoorbeeld de Europese Fondsen voor Structurele Investeringen, onder andere ingezet worden om bedrijven en overheden te stimuleren om meer innovatieve productiemethodes te gaan gebruiken. De EU heeft aangegeven hier graag geld voor vrij te maken.
Het Rijk geeft in het Nationale actieplan de ambitie aan om een (tussen)doelstelling te realiseren van 50% minder gebruik van primaire grondstoffen zoals mineralen, fossiel en metalen ten opzichte van het huidige gebruik en verbruik. Deze doelstelling sluit aan op het ambitieniveau van andere EU lidstaten. Om dit te kunnen bewerkstelligen zijn een aantal veranderingen en actiepunten nodig. Zo opteert het Rijk voor een meer breed gedragen grondstoffenakkoord tussen lidstaten. Daarnaast dient er door de overheid als het bedrijfsleven, meer geïnvesteerd te worden in uitbreiding van kennis over circulaire economie. Verder wordt er gepleit voor een cultuuromslag voor wat betreft het verbruiken van grondstoffen en dient men creatiever om te gaan met afval. Ook de initiatieven om consumenten onderling elkaars producten te laten lenen, huren of kopen worden als goed voorbeeld van circulaire economie genoemd.
Uit de actieplannen van zowel de EU als het Rijk blijkt duidelijk dat een actievere inmenging van decentrale overheden om een verdere uitrol van een circulaire economie te kunnen stimuleren gewenst is. Zo worden er gelden beschikbaar gesteld vanuit fondsen en worden decentrale overheden opgeroepen om duurzamer te gaan inkopen. Duurzaam inkopen staat in de EU sinds enkele jaren hoog op de agenda. De Commissie ziet duurzaam inkopen als een instrument om duurzame economische groei te bevorderen. Daarnaast worden in het Rijksprogramma decentrale overheden opgeroepen om meer aandacht te besteden aan duurzaamheid en het bevorderen van een circulaire economie door effectievere samenwerking en coördinatie op het gebied van milieutoezicht- en handhaving. In dit programma worden voorbeelden en initiatieven genoemd over hoe bijvoorbeeld gemeentes zo ‘groen’, efficiënt en effectief mogelijk kunnen omgaan met afvalverwerking.
Circulaire economie is een zeer actueel en dynamisch onderwerp in zowel de EU als in Nederland zelf. Europa decentraal houdt u via onze website en de nieuwbrief ‘de Europese Ster’ op de hoogte van de actuele ontwikkelingen. Mocht u vragen hebben, dan kunt u deze vanzelfsprekend in de helpdesk stellen.
Zana Sami, Europa decentraal
Milieu en klimaat, Europa decentraal
Nieuwsbericht Rijksprogramma circulaire economie UVW
Persbericht Europese Commissie omtrent Europese actieplan, Europese Commissie
Actieplan Europese Commissie, Europese Commissie
EFSI, Europese Commissie
Europese Milieuagentschap
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
Wekelijks op de hoogte gehouden worden van de belangrijkste Europese ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en waterschappen? Neem dan een gratis abonnement op nieuwsbrief de Europese Ster.