Slimme energiemeters: welke Europese regels zijn van toepassing?
Steeds meer woningen in onze gemeente krijgen slimme energiemeters. Hierdoor kan efficiënter met energie omgegaan worden. Kent het Europese recht ook voorschriften over slimme energiemeters waar de gemeente rekening mee dient te houden? Hoe zit het met de bescherming van gegevens van burgers uit onze gemeente? Bijvoorbeeld wanneer de gemeente de data die deze slimme meters creëren zou willen gebruiken om te sturen op efficiënter met energie om gaan?
Antwoord in het kort:
Ja, er bestaat diverse Europese wet- en regelgeving om het gebruik van slimme meters aan te moedigen die relevant kan zijn voor de gemeente om in acht te nemen. Omdat er veel data verzameld wordt door deze slimme meters, moeten bijvoorbeeld de Europese regels omtrent gegevensbescherming door de gemeente in acht genomen worden.
Slimme meter
Een ‘slimme meter’ is een nieuw soort energiemeter. Onder een slimme meter (ook wel ‘intelligent metersysteem’) wordt verstaan: ‘een elektronisch systeem dat het energieverbruik kan meten, meer informatie levert dan een traditionele meter, en data kan doorgeven en ontvangen middels een vorm van elektronische communicatie.’ (artikel 1 sub 28 van richtlijn 2012/27 betreffende energie-efficiëntie).
Richtlijn energie-efficiëntie
Richtlijn 2012/27 betreffende energie-efficiëntie legt een gemeenschappelijk kader met maatregelen vast voor de bevordering van energie-efficiëntie binnen de EU. De richtlijn moet ervoor zorgen dat de EU de kerndoelstelling van 20% meer energie-efficiëntie in 2020 haalt en om de weg te effenen voor verdere verbeteringen van de energie-efficiëntie na die datum. In de richtlijn staan ook verplichtingen voor (decentrale) overheden, bijvoorbeeld met betrekking tot het energieverbruik in overheidsgebouwen en de aanschaf van energie-efficiënte producten en diensten. Overheidsgebouwen hebben een voorbeeldfunctie wanneer het gaat om energie-efficiëntie.
Richtlijn betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit
Richtlijn 2009/72/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit stelt gemeenschappelijke regels voor de productie, de transmissie, de distributie en de levering van elektriciteit, en regels voor de bescherming van de consumenten. Artikel 3 lid 11 beveelt lidstaten aan om de energie-efficiëntie te bevorderen. Elektriciteitsbedrijven kunnen het gebruik van elektriciteit optimaliseren, bijvoorbeeld door de invoering van slimme metersystemen of slimme netwerken (smart grids). Ingevolge de richtlijn moet 80% van de consumenten in 2020 beschikken over slimme metersystemen.
Implementatie Nederland
De implementatiegeschiedenis van bovenstaande richtlijnen in nationale wetgeving heeft enige discussie met zich meegebracht. In het wetsvoorstel van de Tweede Kamer in 2008, zou de plaatsing van slimme meters verplicht worden. De Eerste Kamer besloot echter dat de invoering op vrijwillige basis zou moeten geschieden. Uiteindelijk kondigde minister Kamp van Economische Zaken op 10 maart 2014 in een Kamerbrief aan dat men start met de invoering van slimme meters, zodat Nederland op 31 december 2020 voldoet aan de Europese eis dat minimaal 80% van de aansluitingen over een slimme meter beschikt.
Nieuwe richtlijnen
Momenteel onderhandelen de instanties van de EU over het winterpakket Energie. Dit pakket bestaat uit acht wetsvoorstellen, waaronder voorstellen met betrekking tot een nieuwe richtlijn energie-efficiëntie en een verordening en richtlijn betreffende de interne markt voor elektriciteit.
De Commissie stelt in de verordening betreffende de interne markt voor elektriciteit voor dat elke consument het recht krijgt om een slimme meter te verzoeken. De hervorming voorziet ook in de gegevensbescherming die nodig is, aangezien de slimme meters grote hoeveelheden energiegegevens genereren die van grote commerciële waarde zijn.
In het voorstel voor de richtlijn betreffende de interne markt voor elektriciteit stelt de Commissie dat burgers, door de mogelijkheid tot het hebben van een slimme meter, kunnen bijdragen aan het efficiënter omgaan met energie. Daarnaast stelt de Commissie voor dat de nationale besluitvoering over de invoering van slimme meters gebaseerd moet kunnen worden op economische evaluatie. De slimme meter moet aan een aantal eisen voldoen, bijvoorbeeld dat burgers goed beschermd moeten worden tegen cybercriminaliteit. Daarnaast moet de privacy van de eindafnemers goed beschermd worden.
Privacy en slimme meters
Bij de implementatie van de huidige Europese regels omtrent slimme meters waren er vanuit de Eerste en Tweede Kamer veel vragen omtrent privacy. Bijvoorbeeld over de gevolgen van een slimme meter voor de persoonlijke levenssfeer van de Nederlandse burger. In 2012 heeft de European Data Protection Supervisor, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, een opinie over slimme meters en privacy gepubliceerd.
De Europese regels omtrent slimme meters stellen momenteel al dat de slimme meters en het dataverkeer moeten worden beveiligd en dat de privacy van de eindafnemer moet worden beschermd (art. 9 lid 2 sub b richtlijn energie-efficiëntie). Ook de voorstellen van de Commissie voor herziening van de regelgeving bevatten dergelijke verplichtingen. Deze gegevensbescherming moet overeenkomen met de Uniewetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en van de persoonlijke levenssfeer. Slimme meters zorgen er namelijk voor dat massaal gegevens verzameld worden die informatie geven over het doen en laten van burgers, bijvoorbeeld door hun huishoudelijke apparaten door middel van hun specifieke stroomverbruik te identificeren.
Uniewetgeving
De huidig geldende Europese wetgeving omtrent gegevensbescherming is de richtlijn bescherming persoonsgegevens (95/46/EG). Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Daarnaast is in 2016 de Algemene verordening gegevensbescherming (2016/679) (AVG) aangenomen. Deze hoeft echter pas per 25 mei 2018 nageleefd te worden. Tot dan is de Wet bescherming persoonsgegevens geldend recht. Vanaf 25 mei 2018 moet de AVG dus gebruikt worden voor de toepassing van privacyregels bij slimme meters.
Nederland
In Nederland mogen de meterstanden alleen worden gebruikt worden voor de wettelijke taken van de netbeheerder en energieleverancier. Bijvoorbeeld voor het toesturen van de tweemaandelijkse verbruiksoverzichten en kostenoverzichten. De netbeheerder en leverancier mogen meetgegevens niet aan anderen doorgeven. Het doorgeven van deze gegevens mag alleen als de burger daar zelf nadrukkelijk toestemming voor heeft gegeven.
Big data
Slimme meters genereren veel informatie. Data over bijvoorbeeld het energieverbruik en tijdstippen wanneer het meest energie verbruikt wordt. Het analyseren en combineren van deze datasets kan nuttig zijn. Big data refereert naar de grote hoeveelheid data die geproduceerd wordt door een groot aantal verschillende bronnen. Grote datasets worden ook wel ‘big data’ genoemd. De privacy-regelgeving moet echter wel in acht genomen worden.
Proeftuinen
Diverse decentrale overheden zijn betrokken bij zogenaamde proeftuinen waar de gegevens die slimme meters genereren gebruikt worden. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken of de energieconsumptie verlaagd en afgestemd kan worden op de woningen en de wijk. In dit rapport van de RVO vindt u voorbeelden.
Door:
Femke Salverda, Europa decentraal
Meer informatie:
Milieu en klimaat, Europa decentraal
Energie-efficiëntie, Europa decentraal
Themapagina privacy, Europa decentraal
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG
Social Impact Bonds ook toepasbaar binnen EFSI
Het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) is in 2014 opgezet voor het stimuleren van meer private investeringen in de EU, onder meer op terreinen van infrastructuur, energie en het midden- en kleinbedrijf. Voor het eerst sinds de oprichting van EFSI zijn de middelen gebruikt voor investeringen in de maatschappelijke sector. Een Fins project, dat als doel heeft migranten te laten slagen op de Finse arbeidsmarkt, is gefinancierd door middel van een Social Impact Bond (SIB). Hierbij investeren private rechtspersonen in projecten met maatschappelijke doeleinden.
Wat is een Social Impact Bond?
Een Social Impact Bond (SIB) is een relatief nieuw financieringsinstrument voor investeringen in de maatschappelijke sector. Private ondernemingen kunnen in een specifiek project investeren en de publieke sector betaalt de investeerders terug, afhankelijk van de resultaten van het project. Deze wijze van financiering moet helpen het risico te verdelen tussen private en publieke investeerders en daarmee de efficiëntie van investeringen van decentrale en nationale overheden verbeteren.
EFSI
Investeringen door middel van SIB’s komen al langer voor in verschillende lidstaten. In Finland is nu echter de eerste investering gedaan via een SIB met gedeeltelijke financiering vanuit het Europees Fonds voor Strategische Investeringen. Het EFSI is de belangrijkste pijler binnen het Investeringsplan voor Europa (ook wel het ‘Juncker-plan’ genoemd), opgezet door de Commissie in 2014. Met gerichte investeringen vanuit het EFSI probeert de EU de structurele economische groei te bevorderen. Ook wil het fonds meer gebruik maken van nieuwe financieringsbronnen, zoals bijvoorbeeld via SIB’s.
Finland
Het project in Finland is gezamenlijk opgezet door het Europees Investeringsfonds (EIF), Het Finse ministerie van Economische Zaken en Werkgelegenheid en een fondsmanager voor investeringen met sociale impact. Door middel van trainingen en ondersteuning van de afstemming tussen vraag en aanbod dient de integratie van migranten en vluchtelingen in de Finse arbeidsmarkt te worden bevorderd. Wanneer de migranten erin slagen om werk te vinden, krijgen de private investeerders een betaling hiervoor van de Finse overheid.
SIB’s in Nederland
In Nederland wordt er ook gebruikt gemaakt van SIB’s, alleen nog niet met financiering uit het EFSI. Onder meer gemeente Rotterdam heeft al gebruik gemaakt van dit financieringsinstrument, bijvoorbeeld om werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te helpen. Recentelijk startte ABN Amro, de Start Foundation en het Oranjefonds samen met het ministerie van Veiligheid en Justitie een project om € 1,2 miljoen te investeren om ex-gedetineerden aan het werk te krijgen.
Decentrale overheden
Ook decentrale overheden kunnen gebruik maken van de mogelijkheden van het EFSI. Voor informatie over de criteria van het fonds, zie de praktijkvraag hierover van Europa decentraal.
Bron:
First social impact bond scheme in Europe supports integration in Finland, Persbericht Europese Commissie
Door:
David Schutrups en Tiemen Peters, Europa decentraal
Meer informatie:
Structuur- en investeringsfondsen, Europa decentraal
Europese Commissie lanceert EFSI 2.0, nieuwsbericht Europa decentraal
EFSI, Europese Investeringsbank
Investeringsplan Europese Commissie, Europese Commissie
Aan welke criteria moet voldaan worden om gebruik te kunnen maken van EFSI? Praktijkvraag Europa decentraal