Lokale gemeenschappen kampioen in afvalvermindering
Het Europees Comité van de Regio’s was dit jaar de gastheer van de jaarlijkse ‘European Week for Waste Reduction’ (EWWR) prijsuitreiking, die plaatsvond op 15 mei tijdens de EU Green…
Lees meerAbonneer u dan op de Europese Ster en mis niks van de belangrijkste Europese ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en waterschappen.
Het Europees Comité van de Regio’s was dit jaar de gastheer van de jaarlijkse ‘European Week for Waste Reduction’ (EWWR) prijsuitreiking, die plaatsvond op 15 mei tijdens de EU Green…
Lees meerHet Europees Comité van de Regio’s was dit jaar de gastheer van de jaarlijkse ‘European Week for Waste Reduction’ (EWWR) prijsuitreiking, die plaatsvond op 15 mei tijdens de EU Green Week 2019. De EWWR-prijzen werden uitgereikt aan de zes projecten die het meeste bijdroegen aan afvalvermindering.
De EEWR-award is een jaarlijkse prijs die is gericht op het erkennen en stimuleren van initiatieven voor afvalvermindering gericht op alle actoren in de samenleving. De European Week for Waste Reduction vindt elk jaar in november plaats met duizenden bewustmakings- en opruimactiviteiten in heel Europa. De tien voorgaande edities van de EWWR-prijzen, tonen de cruciale rol die lokale gemeenschappen spelen bij het verminderen van afvalverspilling.
Het Europees Comité van de Regio’s steunt dit initiatief door mee te helpen bij de organisatie van de prijsuitreiking en het ondersteunen van het secretariaat van de EWWR-organisatie. De zes winnende projecten van de EWWR 2018 werden verdeeld in categorieën die zich focussen op (1) overheidsdiensten en organisaties, (2) Ngo’s, (3) bedrijven en industrie, (4) onderwijsinstellingen, (5) burgerinitiatieven en (6) de speciale categorie.
In 2018 legde de EWWR tijdens zijn 10e editie de nadruk op het onderwerp gevaarlijke afvalstoffen, dit werd gedaan onder het motto “Time to Detox!”. Het trok de aandacht van het publiek naar de vaak verborgen, maar schadelijke stoffen die men tegenkomt in alledaagse producten en uitgevoerde activiteiten.
Het aantal uitgevoerde acties als onderdeel van de EWWR bereikte in 2018 een record van 14.347. Ze werden geregistreerd via 32 nationale, regionale en lokale coördinatoren in 30 landen en dit alles werd gedaan in samenwerking met het secretariaat van de EWWR- organisatie. De volgende editie van de EWWR vindt plaats van 16 tot en met 24 november 2019. De focus van deze editie ligt op het verbeteren van afvaleducatie en de bijbehorende communicatie.
Thomas Ewalts, Huis van de Nederlandse Provincies
De EEWR
Winnende projecten van 2018
De rol van het Europees Comité van de Regio’s
De steden en regio’s pleiten voor een rechtvaardig, duurzaam, op solidariteit gebaseerd gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat voorziet in de behoeften van boeren, regio’s, consumenten en Europeanen.
Lees meerDe steden en regio's pleiten voor een rechtvaardig, duurzaam, op solidariteit gebaseerd gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat voorziet in de behoeften van boeren, regio's, consumenten en Europeanen.
Het nieuwe GLB moet de boeren in staat stellen een behoorlijke boterham te verdienen, omdat dit een voorwaarde is om voldoende jonge mensen aan te trekken en de sterke terugloop van mensen werkzaam in de landbouw ongedaan te maken.
Tijdens een conferentie die op 13 mei werd georganiseerd door het Roemeense voorzitterschap van de EU, heeft het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) Europese boeren verdedigd tegen pogingen om het GLB-budget te verlagen. Het CvdR maakt zich zorgen over het bevorderen van generatievernieuwing in de Europese landbouw. “Tenzij ze eerlijke landbouwprijzen en daarmee economische erkenning voor hun inspanningen kunnen verwachten, zullen jonge mensen zich blijven verzetten tegen deze sector”, aldus de rapporteur voor het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) over de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, Guillaume Cros (FR / PSE), vicepresident van de regio Occitanië.
Het CvdR heeft de volgende standpunten gepubliceerd:
Solange Kamm, Huis van de Nederlandse Provincies
Op 29 mei deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) haar langverwachte einduitspraak in de PAS-zaak. Hoewel het Europese Hof eerder oordeelde dat vergunningverlening op basis van…
Lees meerOp 29 mei deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) haar langverwachte einduitspraak in de PAS-zaak. Hoewel het Europese Hof eerder oordeelde dat vergunningverlening op basis van een programma niet per definitie in strijd is met artikel 6 van de Habitatrichtlijn, stelde de Afdeling dat een programma zoals het PAS zich moeilijk laat verenigen met dit artikel.
Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is een programma dat onderdeel uitmaakt van het Nederlandse beleid om stikstof terug te dringen. Het PAS geeft een beoordelingskader voor activiteiten die een stikstofneerslag kunnen veroorzaken in beschermde gebieden (de Natura2000-gebieden). Wanneer een activiteit op grond van het PAS goedkeuring krijgt, betekent dit dat de natuur in het beschermde gebied niet bedreigd wordt door de activiteit. Het PAS is hierdoor een belangrijke factor bij de verlening van vele vergunningen, zoals voor de uitbreiding van veehouderijen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) stelde een jaar geleden, in mei 2018, een aantal prejudiciële vragen met betrekking tot het PAS en de Europese Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG). Er bestond enige twijfel over de verenigbaarheid van het PAS met de Habitatrichtlijn. Het PAS geeft namelijk een algemeen beoordelingskader, terwijl in de Habitatrichtlijn in artikel 6 lid 2 en 3 gesproken wordt over een ‘passende beoordeling’ en dit dus een individuele beoordeling lijkt te vereisen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vervolgens (kort samengevat) de volgende vragen aan het Europese Hof van Justitie gesteld:
Europa decentraal schreef al eerder een nieuwsbericht over de antwoorden van het Europese Hof op deze vragen. Kort gezegd oordeelde het Hof in november 2018 dat alleen onder strenge voorwaarden het PAS verenigbaar is met de Habitatrichtlijn, waarbij de nationale rechter een grondige toetsing van de wetenschappelijke kwaliteit van een beoordeling dient toe te passen.
Naar aanleiding van de antwoorden van het Europese Hof verscheen er een Kamerbrief met het Nederlandse standpunt ten aanzien van de voortzetting van het PAS. Uit deze Kamerbrief volgde dat de provincies en de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hadden vastgesteld dat het verlenen van toestemming onder het kader van PAS kon worden voortgezet. Het standpunt was dat de uitspraak van het Europese Hof zich hier niet tegen verzette. Tevens volgde uit de Europese uitspraak het belang van de uitvoering van bron- en herstelmaatregelen. Ook die onderdelen van het PAS konden worden voortgezet, zo bleek uit de Kamerbrief.
Na de beantwoording van de vragen door het Hof hield de Raad van State op 14 februari 2019 een zitting waarbij de partijen opnieuw aan het woord kwamen en de antwoorden van het Europese Hof uitvoerig werden besproken. De conclusie van de Afdeling luidt in het kort dat de passende beoordeling die aan het PAS ten grondslag ligt niet voldoet aan de eisen die het Europese Hof daaraan heeft gesteld waaronder eisen betreffende wetenschappelijke deugdelijkheid van de beoordeling. De verwachte voordelen van de herstelmaatregelen, de PAS-bronmaatregelen en de autonome ontwikkelingen stonden namelijk niet vast ten tijde van de passende beoordeling en konden daarom niet worden betrokken bij deze beoordeling.
De Afdeling zet vervolgens de gevolgen van deze uitspraak uiteen voor besluiten en regelgeving waar de passende beoordeling van het PAS aan ten grondslag ligt. Zo stelt de Afdeling dat vergunningen die zijn verleend met toepassing van het beoordelingskader van het PAS en die in rechte onaantastbaar zijn geworden, nog steeds gelden. Activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken en zonder vergunning zijn uitgevoerd zjin echter nog wel vergunningsplichtig. Ten aanzien van bestemmingsplannen stelt de Afdeling dat haar uitspraak mogelijk gevolgen heeft wanneer de beroepsprocedure nog niet is afgerond, wanneer er gronden naar voren zijn gebracht over de toepassing van artikel 19j Nbw/artikel 2.8 Wnb en waarbij is afgezien van het maken van een passende beoordeling.
Voor de vergunningen die aan de orde zijn in deze zaak geldt dat bij de verlening ervan geen verwijzing naar de passende beoordeling gemaakt kon worden. Het college van gedeputeerde staten dient daarom nieuwe besluiten op de aanvragen te nemen. Hierbij dienen de gevolgen van de activiteiten opnieuw in kaart te worden gebracht en moet er opnieuw gekeken worden of een passende beoordeling vereist is.
Arrest van de ABRvS, 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1764, Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
Laura Hollmann en Matthijs de Meer, Europa decentraal.
Europees Hof van Justitie: PAS alleen onder strenge voorwaarden verenigbaar met de Habitatrichtlijn, nieuwsbericht Europa decentraal
Is het Programma Aanpak Stikstof (PAS) verenigbaar met de Habitatrichtlijn? A-G Kokott uit twijfels in conclusie, EUrrest Europa decentraal
In mei 2019 zijn de Rijksbrede criteria voor maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) geactualiseerd. Inkopende overheidsorganisaties kunnen deze criteria gebruiken als handvat voor het realiseren van sociale, innovatieve en duurzame inkoop….
Lees meerIn mei 2019 zijn de Rijksbrede criteria voor maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) geactualiseerd. Inkopende overheidsorganisaties kunnen deze criteria gebruiken als handvat voor het realiseren van sociale, innovatieve en duurzame inkoop. De MVI-criteria zijn afgeleid van Europese criteria en worden jaarlijks geactualiseerd op basis van gebruikerservaringen en beleidsontwikkelingen. Decentrale overheden kunnen de bijgewerkte tool op mvicriteria.nl gebruiken.
Het aanreiken van MVI-criteria draagt bij aan het kabinetsbeleid om de inkoopkracht van (decentrale) overheden in te zetten voor maatschappelijke doeleinden, zoals het stimuleren van de energietransitie. Naast het concreet maken van inkoopambities zorgen de criteria ook voor een uniforme uitvraag richting de markt. De criteria worden elk jaar opnieuw beoordeeld en waar nodig aangepast. Bij de meest recente actualisatie is onder meer aandacht besteed aan nieuwe criteria voor het betrekken van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, het beschermen van mensenrechten in de arbeidsketen, en het stellen van scherpere eisen voor CO2-reductie in de transportsector.
De criteria zijn op 21 mei 2019 gepubliceerd en te vinden op de website mvicriteria.nl. Het is voor stakeholders ook mogelijk om input te geven voor de actualisatie van volgend jaar. Dit kan op dezelfde website, of via het vragenloket van expertisecentrum PIANOo.
Naast de hernieuwde MVI-criteria kunnen (decentrale) overheden sinds 28 mei ook gebruikmaken van speciale instrumenten om de impact van duurzame inkoop te meten. Met behulp van de nieuwe instrumenten kan een schatting worden gemaakt van de vermeden CO2-uitstoot en het vermeden grondstofgebruik door duurzaam beleid. Overheden kunnen op basis van deze schattingen hun inkoopbeleid verder aanscherpen.
De rekeninstrumenten zijn beschikbaar op de website van expertisecentrum PIANOo, en van toepassing op de productgroepen ICT, bedrijfskleding, transport en energie. Het project is gefinancierd met klimaatgeld uit het regeerakkoord. De instrumenten zijn ook gebruikt voor de effectbeoordeling van de impuls klimaatneutraal en circulair inkopen.
Erwin de Pagter, Matthijs de Meer en Marieke Merkus, Kenniscentrum Europa decentraal
Geactualiseerde MVI-criteria, mvicriteria.nl
Inkoopafdelingen brengen vermeden CO2-uitstoot in beeld, PIANOo
Aanbestedingen, Kenniscentrum Europa decentraal
Duurzaam aanbesteden, Kenniscentrum Europa decentraal
Maatschappelijk aanbesteden, Kenniscentrum Europa decentraal
Innovatief aanbesteden, Kenniscentrum Europa decentraal
Hoe kunnen decentrale overheden door aanbestedingen bijdragen aan de energietransitie?, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa decentraal
Hoe uw organisatie nog beter maatschappelijk verantwoord kan inkopen?, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa decentraal
Rapport maatschappelijk verantwoord inkopen: minstens 4,9 megaton minder CO2 uitstoot?, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa decentraal
VNG publiceert handreiking social return, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa decentraal
Handreikingen en voorbeelddocumenten voor milieuvriendelijk inkopen, PIANOo
Aanbestedende diensten kunnen zich aansluiten bij het Big Buyers Initiative (BBI). Dit platform van de Europese Commissie heeft als doel om publieke organisaties en decentrale overheden in Europa te laten…
Lees meerAanbestedende diensten kunnen zich aansluiten bij het Big Buyers Initiative (BBI). Dit platform van de Europese Commissie heeft als doel om publieke organisaties en decentrale overheden in Europa te laten samenwerken, onder meer door kennisdeling en het uitwisselen van ervaringen. De achterliggende gedachte is dat publieke inkoop een instrument kan zijn om maatschappelijke ontwikkelingen, zoals verduurzaming, te stimuleren. In het najaar start er een aantal werkgroepen in het kader van dit initiatief waar aanbestedende diensten zich voor kunnen aanmelden.
Het BBI is een initiatief van de Europese Commissie en wordt gefaciliteerd door de netwerkorganisaties EUROCITIES en ICLEI (Local Governments for Sustainability). Beide organisaties fungeren als netwerk voor lokale en regionale overheden. ICLEI is daarbij specifiek gericht op milieu en duurzaamheid. Door samenwerking en het bundelen van krachten kunnen aanbestedende diensten hun invloed op de markt vergroten. Publieke inkoop, onder meer in de vorm van aanbestedingen, kan dan een aanjager zijn van bijvoorbeeld technische innovatie of duurzame ontwikkelingen.
In het najaar wordt er een aantal werkgroepen opgestart die zich allen richten op een specifieke inkoopsector. Aan elke werkgroep kunnen maximaal zeven aanbestedende diensten deelnemen. Hoewel de activiteiten en doelstellingen van de werkgroepen niet van tevoren worden bepaald, kan het gaan om het opstellen van gezamenlijke criteria voor duurzame aankopen, het doen van marktonderzoek of het uitwisselen van kennis en best practices.
De werkgroepen komen gedurende de periode van een jaar meerdere keren samen. De organisatie van het BBI faciliteert deze bijeenkomsten, onder meer door logistieke ondersteuning, reiskostenvergoeding te bieden en het desgewenst inbrengen van externe expertise.
Voor decentrale overheden is deelname aan deze werkgroepen een interessante mogelijkheid om gebruik te maken van kennis en ervaring van andere organisaties (die overigens niet per definitie andere overheden hoeven te zijn). Bovendien kan samenwerking met name voor kleinere aanbestedende diensten een kans zijn om de positie ten opzichte van de markt te versterken.
Aanbestedende diensten die geïnteresseerd zijn in deelname kunnen contact opnemen met EUROCITIES of ICLEI.
Erwin de Pagter en Marieke Merkus, kenniscentrum Europa decentraal
Boost your procurement power, by working with other big buyers!, EUROCITIES
Aanbestedingen, kenniscentrum Europa decentraal
Innovatief aanbesteden, kenniscentrum Europa decentraal
Duurzaam aanbesteden, kenniscentrum Europa decentraal
Maatschappelijk aanbesteden, kenniscentrum Europa decentraal
Antwoord in het kort: Een BNC-fiche wordt opgesteld door de interdepartementale werkgroep ter ‘Beoordeling van Nieuwe Commissievoorstellen’ (BNC) een geeft een korte samenvatting van nieuwe (beleids)voorstellen van de Europese Commissie…
Lees meerIn beraadslagingen in de Tweede Kamer over nieuwe voorstellen van de Europese Commissie wordt vaak verwezen naar zogenaamde BNC-fiches. Wat zijn BNC-fiches en hoe komen deze tot stand?
De Interdepartementale werkgroep ter ‘Beoordeling van Nieuwe Commissievoorstellen’ (BNC) komt wekelijks bijeen om alle nieuwe voorstellen voor beleid en wet- en regelgeving van de Europese Commissie te bespreken. De BNC-werkgroep wordt voorgezeten door het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ). Naast vertegenwoordigers van de ministeries zijn ook de koepelverenigingen van de decentrale overheden, de VNG, het IPO en de UvW, vertegenwoordigd in deze werkgroep. Nieuwe voorstellen van de Commissie worden meestal dagelijks door het ministerie van BZ verstuurd naar leden van de werkgroep BNC in voorbereiding op het wekelijks BNC-overleg.
De voornaamste taak van de interdepartementale werkgroep is het signaleren en het inschatten van de gevolgen van nieuwe voorstellen van de Europese Commissie. Wanneer deze voorstellen dermate relevant zijn voor Nederland zal door de werkgroep een zogenaamd BNC-fiche worden geschreven.
Het schrijven van een BNC-fiche ten aanzien van nieuwe Commissievoorstellen dient vier doelen, namelijk:
Een belangrijk onderdeel van het BNC-fiche is een samenvatting van het Commissievoorstel of -voornemen en de mogelijke financiële, juridische en beleidsmatige consequenties hiervan voor Nederland, de EU en ontwikkelingslanden. Wanneer dit van toepassing is, worden in het fiche ook de mogelijke gevolgen voor decentrale overheden in kaart gebracht.
Naast deze beschrijvende samenvatting wordt in het BNC-fiche ook een Nederlandse beoordeling van het Commissievoorstel of voornemen opgenomen. Zo wordt in het fiche onder andere getoetst op de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Dit betekent dat wordt gekeken of het nieuwe voornemen van de Commissie om op EU-niveau op te treden daadwerkelijk noodzakelijk is, en of de vorm en inhoud van het voorstel niet verder gaan dan benodigd is om de doelstellingen van het voorstel te bereiken.
Aanvullend op deze beoordeling wordt in het BNC-fiche een aanzet gedaan voor het Nederlandse standpunt en optreden in toekomstige onderhandelingen over het Commissievoorstel in Brussel.
Wanneer een nieuw Commissievoorstel of voornemen van belang gaat zijn voor Nederland, wordt een eerstverantwoordelijk ministerie aangewezen die als penvoerder zal optreden bij het opstellen van een concept-BNC-fiche. Over het algemeen is het ministerie dat penvoerder is voor het fiche ook verantwoordelijk voor de toekomstige onderhandelingen over het Commissievoorstel in Brussel en voor de verdere implementatie na afronding van de Europese besluitvorming. Bij het opstellen van conceptfiche zal de penvoerder niet alleen het nieuwe Commissievoorstel moeten samenvatten en de gevolgen inschatten, maar zal ook interdepartementaal afstemmen over het Nederlands standpunt hieromtrent.
Wanneer het conceptfiche is opgesteld zal deze worden besproken in de werkgroep BNC en zal na vaststelling worden toegezonden aan de Coördinatie Commissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen (CoCo). De CoCo is verantwoordelijk voor het voorbereiden van besluitvorming in de ministerraad ten aanzien van EU-dossiers. Binnen de CoCo wordt het Nederlands standpunt ten aanzien van het nieuw Commissievoorstel of voornemen wederom interdepartementaal afgestemd.
Hierna zal in de minsterraad de in de BNC-werkgroep overeengekomen fiche definitief worden vastgesteld. Daarna wordt het BNC-fiche in een beknopte versie verstuurd naar de Eerste en Tweede Kamer én de Nederlandse leden van het Europees Parlement. De vastgestelde fiches worden gepubliceerd via www.overheid.nl. De meest recent vastgestelde BNC-fiches kunt u terugvinden op deze webpagina van Europa decentraal.
Het proces van vaststelling van BNC-fiches biedt decentrale overheden via de koepelverenigingen, die deel uit maken van de werkgroep BNC, een eerste mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het Nederlands standpunt ten aanzien van nieuwe voorstellen van de Europese Commissie.
Daarnaast bieden gepubliceerde BNC-fiches voor decentrale overheden een nuttig overzicht en inzicht in de mogelijke (decentrale) gevolgen van nieuwe Commissievoorstellen en de Nederlandse inzet in Brussel ten aanzien hiervan.
BNC – Handleiding Wetgeving en Europa, Kenniscentrum Wetgeving en Juridische zaken
Praktijkvraag: Wat is de verhouding tussen het beleid van decentrale overheden en het EU beleid?, Europa decentraal
Praktijkvraag: Hoe steekt de procedure voor de totstandkoming van Europese wetgeving in elkaar?, Europa decentraal
Praktijkvraag: Wat wordt er bedoeld met ‘subsidiariteit’ en ‘evenredigheid’ binnen het EU-wetgevingsproces?, Europa decentraal
Webdossier Europees recht en beleid decentraal, Europa decentraal
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
Wekelijks op de hoogte gehouden worden van de belangrijkste Europese ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en waterschappen? Neem dan een gratis abonnement op nieuwsbrief de Europese Ster.