Europese rechtspraak

Publicatie: 29 mei 2017

Door:


Hof van Justitie, 27 augustus 2015. Prejudiciële zaak C-355/15. In deze zaak gaat het om een uitsluiting van een aanbesteding, waarvan de vorderingen hiertegen worden afgewezen, omdat de verzoeker geen procesbelang zou hebben.

Prejudiciële vragen

De rechter vraagt zich af of art. 1 lid 3 van richtlijn 89/665 moet worden uitgelegd dat een uitgesloten inschrijver en hierdoor een niet bij de procedure betrokken inschrijver is in de zin van art. 2 bis, het recht kan worden ontzegd om beroep in te stellen tegen een besluit tot gunning en het sluiten van de overeenkomst zelfs wanneer slechts twee inschrijvers offertes hebben ingediend en ook de offerte van de geselecteerde inschrijver aan wie de opdracht is gegund volgens de niet bij de procedure betrokken inschrijver had moeten worden uitgesloten?

In geval van ontkennende beantwoording van vraag 1: moet art. 1 lid 3 richtlijn 89/665 aldus worden uitgelegd, dat de niet bij de procedure betrokken inschrijver alleen het recht om beroep in te stellen toekomt:

  • indien uit de stukken van de beroepsprocedure duidelijk blijkt dat bij de offerte van de geselecteerde inschrijver sprake is van onregelmatigheden?
  • indien bij de offerte van de geselecteerde inschrijver op identieke gronden sprake is van onregelmatigheden?