Europese rechtspraak

Publicatie: 31 mei 2017

Door:


HvJ-EU, 10 oktober 2008. Prejudiciële zaak C-376/08. Deze zaak gaat over deelname aan een aanbestedingsprocedure bij een nationaal rechtelijk verbod op deelname van consortia. De leden gelden als zelfstandige onderneming gelden.

Zaak

HvJ EU, 23 december 2009. Serrantoni en Consorzio stabile edili Zaak C-376/08.

Introductie

In deze zaak ging het om een geding tussen de bouwonderneming Serrantoni en de gemeente Milaan. Milaan had Serrantoni uitgesloten van deelneming aan een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht voor werken. Deze had namelijk een Italiaanse regeling overtreden.

Automatische uitsluiting

De regeling sluit een duurzaam consortium (en haar leden) automatisch uit van deelneming aan een aanbestedingsprocedure van een overheidsopdracht. Aan hen kunnen strafsancties worden opgelegd wanneer de leden in dezelfde procedure offertes hebben ingediend die concurreren met die van het consortium. Ook al zou de offerte van het consortium niet voor rekening en in het belang van die ondernemingen zijn ingediend.

Duurzame consortia

Duurzame consortia zijn, volgens Italiaans recht, consortia die bij besluit van hun bestuursorganen hebben besloten om gedurende een periode van ten minste vijf jaar gezamenlijk deel te nemen aan overheidsopdrachten voor werken, diensten en leveringen. Daarvoor hebben zij een gezamenlijke ondernemingsstructuur opgezet.

Prejudiciële vraag

Het verzoek gaat om de uitlegging van art. 4 Richtlijn 2004/18 art. 39, 43, 49 en 81 en van de algemene beginselen van gelijke behandeling en evenredigheid.

Aanbestedingsdrempel Het Hof besloot dat de betreffende overheidsopdracht niet binnen de werkingssfeer van Richtlijn 2004/18 viel. De waarde van de opdracht lag beneden de daarin gestelde drempelbedragen.

Grensoverschrijdend belang

De fundamentele regels en beginselen van het Verdrag moeten wel toegepast worden. Ook al ligt de waarde van de overheidsopdracht onder de aanbestedingsdrempel. Hiervoor moet er wel duidelijk sprake zijn van een duidelijk grensoverschrijdend belang.

Nationale regeling

De verwijzende Italiaanse rechter wil ook graag weten of de uit de art. 43 en 49 van de richtlijn voortvloeiende algemene beginselen van gelijke behandeling en evenredigheid en de art. 39 en 81 zich verzetten tegen de nationale regeling. Hof Volgens het Hof staat het Gemeenschapsrecht een dergelijke nationale regeling in de weg.