×
Europees recht en beleid

Laatste update: 11 december 2023

Contact:


Op 1 januari 2022 is de nieuwe Wet inburgering in werking getreden. In het vorige systeem waren inburgeringsplichtigen verantwoordelijk voor hun eigen inburgering. Als onderdeel van de gemeentelijke dienstverlening in het sociaal domein ligt deze verantwoordelijkheid nu bij de gemeente. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid om inburgeringscursussen in te kopen dus verlegd van de inburgeraar naar de gemeente. Gemeenten zullen moeten kiezen of zij het verschaffen van inburgeringscursussen zelf willen bewerkstelligen, aanbieders daarvoor willen subsidiëren, middels een aanbestedingsprocedure een passend aanbod in willen kopen, of middels een open-house model tot een passend aanbod willen komen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteunt samen met ketenpartners gemeenten onder andere bij het organiseren van het inburgeringsaanbod in het nieuwe inburgeringsstelsel. Zo is in samenwerking met PIANOo de handreiking Van Beleid naar Inkoop in de inburgering opgesteld.

Inkoop inburgeringsaanbod

De inkoop van inburgeringsaanbod door gemeenten kan door middel van verschillende aanbestedingsprocedures verlopen. Ook kunnen gemeenten, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, gebruik maken van de vereenvoudigde procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor sociale en andere specifieke diensten (artikel 74 Richtlijn 2014/24 en 2.38 e.v. Aanbestedingswet 2012). Meerdere gemeenten hebben in de aanloop naar de inwerkingtreding van de nieuwe wet op TenderNed een oproep geplaatst voor een marktconsultatie. Zeker in het geval van inburgering, een dossier dat sinds 2013 niet meer bij gemeenten ligt, kunnen marktconsultaties een waardevol inzicht bieden in de marktsituatie.

Het nieuwe inburgeringsstelsel introduceert drie leerroutes die inburgeringsplichtigen kunnen volgen. Het gaat daarbij in de Wet Inburgering om de B1-route (artikel 7), de onderwijsroute (artikel 8) en de zelfredzaamheidsroute (artikel 9). Gemeenten zijn wettelijk verplicht om voor een tijdig passend inburgeringsaanbod te zorgen voor statushouders. Gezinsmigranten en overige migranten blijven namelijk nog steeds verantwoordelijk voor de inkoop en bekostiging van hun eigen leerroute, maar krijgen nog wel begeleiding van de gemeente. De leerroute die een inburgeraar gaat volgen hangt af van het Persoonlijk Inburgeringsplan (PIP) dat wordt opgesteld door de gemeente na een uitgebreide intake met de inburgeraar. Het opstellen van dit plan is maatwerk en een vertaling van de uitkomsten van de uitgebreide intake naar de persoonlijke doelen van de inburgeraar. Gemeenten dienen daarom voor een gevarieerd inburgeringsaanbod te zorgen.

Open-house model

Gemeenten hebben de mogelijkheid om een open-house model in te richten. In het sociaal domein wordt vaak gekozen voor een open-house constructie, waarin alle partijen die voldoen aan de voorwaarden die een gemeente heeft gesteld een overeenkomst met de gemeente mogen sluiten. Dit houdt in dat de gemeente binnen een open-house systeem geschiktheids- of minimumeisen stelt. Aanbieders die voldoen aan deze eisen kunnen worden opgenomen in het systeem en zo hun diensten aanbieden. Vervolgens kunnen gebruikers, in dat geval inburgeraars, zelf kiezen uit de aanbieders die zijn opgenomen in het systeem van de gemeente.

Een open-house model kwalificeert niet als een aanbestedingsprocedure, omdat er, anders dan bij een overheidsopdracht, geen selectie wordt gemaakt tussen inschrijvingen en geen sprake is van gunning. Dit heeft het Hof in Tirkkonenarrest bepaald.

Subsidie, overheidsopdracht en staatssteun

Gemeenten kunnen ook kiezen om de aanbieders van een inburgeringsaanbod te subsidiëren. Bij subsidieverlening is er geen uitvoeringsplicht voor de subsidieontvanger, in dit geval de aanbieder van het inburgeringsaanbod. De subsidieontvanger kan eenzijdig aanspraak maken op financiële middelen en de subsidieverlener heeft geen mogelijkheden om de uitvoering van de opdracht af te dwingen. Ook is een subsidieontvanger – in tegenstelling tot de uitvoerder van een overheidsopdracht – in beginsel vrij in de manier waarop hij invulling geeft aan de activiteit waarvoor hij subsidie heeft aangevraagd. Subsidies vallen daarnaast niet onder het aanbestedingsrecht, omdat het om de aanspraak op financiële middelen voor bepaalde activiteiten gaat, anders dan als betaling voor aan de overheid geleverde goederen of diensten. Onder subsidie en aanbesteden vindt u meer informatie over het verschil tussen een subsidie en een overheidsopdracht.

Bij het verlenen van een subsidie moet de gemeente tenslotte rekening houden met de staatssteunregels. Er moet voldaan zijn aan alle vijf cumulatieve voorwaarden, alvorens sprake is van staatsteun.

Financiering vanuit gemeentefonds

Gemeenten moeten de inburgering financieren vanuit het gemeentefonds. Het kabinet heeft extra geld vrijgemaakt zodat gemeenten de nodige ondersteuning kunnen bieden aan inburgeraars. Divosa heeft samen met de VNG en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een vraag en antwoord over onder andere de financiering van de inburgering opgesteld. U kunt de vragen en antwoorden hier vinden.