Uitgesloten en voorbehouden opdrachten
Decentrale overheden hoeven niet alle opdrachten Europees aan te besteden volgens de aanbestedingsrichtlijn 2014/24. De richtlijn kent enkele uitgesloten en voorbehouden opdrachten. Wel zijn de algemene EU-verdragsbeginselen altijd van toepassing.
Uitgesloten opdrachten
In de aanbestedingsrichtlijn (voor klassieke sectoren) wordt een aantal categorieën opdrachten uitgesloten van de werking van deze richtlijn (art. 7 e.v. richtlijn 2014/24).
- overheidsopdrachten die onder richtlijn 2014/25 voor speciale sectoren (water- en energievoorziening, vervoer en post) vallen (art. 7);
- overheidsopdrachten voor de volgende diensten (art. 10);
- verwerving of huur van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken (overeenkomsten betreffende financiële diensten die voorafgaand aan het koopcontract worden gesloten zijn wel aan de richtlijn onderworpen);
- aankoop, ontwikkeling, en (co-)productie van programmamateriaal bestemd voor audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten;
- arbitrage en bemiddeling;
- bepaalde juridische diensten;
- financiële diensten betreffende de uitgifte, aankoop, verkoop en overdracht van effecten en andere financiële instrumenten en door centrale banken verleende diensten;
- leningen, eventueel in samenhang met uitgifte, aankoop, verkoop, overdracht van effecten of andere financiële instrumenten;
- arbeidsovereenkomsten;
- bepaalde diensten inzake civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie die worden verleend door non-profitorganisaties en -verenigingen;
- openbaar personenvervoer per trein of metro;
- bepaalde opdrachten voor diensten voor politieke campagnes.
- op diensten voor onderzoek en ontwikkeling die niet in het geheel door de aanbestedende dienst worden gefinancierd of waarvan de resultaten niet enkel en alleen de aanbestedende dienst ten goede komen (art. 14);
- op overheidsopdrachten voor diensten die tussen aanbestedende diensten worden gegund op basis van een alleenrecht (art. 11);
- opdrachten die door een onderdeel van dezelfde aanbestedende dienst, zijnde dezelfde rechtspersoon, worden uitgevoerd (inbesteden);
- opdrachten die door een van de aanbestedende dienst aan een andere privaat- of publiekrechtelijke rechtspersoon wordt gegund, waarover een aanbestedende dienst op eenzelfde wijze toezicht kan uitoefenen als op zijn eigen diensten, die het merendeel van zijn werkzaamheden verricht ten behoeve van de aanbestedende dienst en er mag geen privékapitaal betrokken zijn (quasi-inbesteden of verticale samenwerking) (art. 12 lid 1);
- opdrachten die uitsluitend tussen twee of meer aanbestedende diensten worden gegund, indien de opdracht uitvoering geeft aan samenwerking tussen de deelnemende aanbestedende diensten met het oog op gemeenschappelijke doelstellingen, verband houdt met het openbaar belang en de deelnemende aanbestedende diensten op de open markt niet meer dan 20% van de onder die samenwerking vallende activiteiten voor hun rekening nemen (horizontale samenwerking) (art. 12 lid 4).
Ook de volgende categorieën opdrachten – die voor decentrale overheden minder relevant zijn – vallen niet onder de werking van richtlijn 2014/24:
- overheidsopdrachten die worden geplaatst met het oog op de beschikbaarstelling en exploitatie van openbare communicatienetwerken (artikel 8);
- overheidsopdrachten die geheim zijn verklaard of van invloed zijn op de wezenlijke (veiligheids)belangen van een lidstaat (artikel 15 en 16);
- op grond van internationale voorschriften geplaatste overheidsopdrachten (artikel 9);
- op grond van internationale voorschriften geplaatste overheidsopdrachten waaraan defensie- of veiligheidsaspecten zijn verbonden (artikel 17);
Voorbehouden opdrachten
Artikel 20 van richtlijn 2014/24 geeft aanbestedende diensten de mogelijkheid om:
- deelname aan aanbestedingsprocedures voor te behouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen tot hoofddoel hebben;
- de uitvoering van deze opdrachten voor te behouden in het kader van programma’s voor beschermde arbeid.
Dit artikel heeft niet tot gevolg dat een opdracht rechtstreeks gegund kan worden aan een instantie die onder de reikwijdte van het artikel valt. De gunning moet alsnog plaatsvinden door middel van een aanbestedingsprocedure, georganiseerd tussen de tot de procedure toegelaten partijen.
Voorwaarden SW-bedrijf
De Europese Commissie heeft in 2010 een Handboek sociaal kopen uitgebracht, waarin in wordt gegaan op het voorbehoud aan SW-bedrijven. Deze mogelijkheid is in de richtlijn opgenomen, omdat SW-bedrijven efficiënt bijdragen aan de (re-)integratie van mensen met een achterstand op op de arbeidsmarkt.
SW-bedrijven kunnen niet onder normale voorwaarden concurreren met marktpartijen. Onder bepaalde voorwaarden is het daarom mogelijk een voorbehoud te maken. De voorwaarden zijn:
- er moet nationale wetgeving zijn die een voorbehoud mogelijk maakt;
- tenminste 30% van de werknemers van het SW-bedrijf moeten personen met een handicap zijn;
- deze personen moeten onder normale omstandigheden geen werkzaamheden uit kunnen voeren.
In het handboek wordt nog vermeld dat rekening gehouden moet worden met de huidige productiecapaciteit van het SW-bedrijf wanneer een voorbehoud gemaakt wordt. Het moet gaan om voor hen geschikte opdrachten.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG