Europees recht en beleid

Laatste update: 15 augustus 2022

Contact:


De Europese Unie streeft naar een gemeenschappelijk immigratiebeleid. Het gaat hierbij om immigratie vanuit derde landen. Dit beleid moet voor een efficiënt beheer van migratiestromen en een billijke behandeling voor legale derdelanders zorgen. Daarnaast moet het irreguliere migratie en mensenhandel tegengaan. Om deze doelstellingen te behalen zijn verschillende richtlijnen aangenomen. Op deze pagina vindt u meer informatie over de verschillende vormen van migratie en het Europees immigratiebeleid.

Arbeidsmigratie

Bij arbeidsmigratie gaat het om een derdelander die voor werk naar een Europese lidstaat migreert. Er is geen algemene Europese regeling voor arbeidsmigranten van buiten de EU. Wel zijn er verschillende specifieke (Europese) regelingen vastgesteld, afhankelijk van de vorm van arbeidsmigratie. Hooggekwalificeerde arbeidsmigranten kunnen gebruik maken van de EU Blue Card, de Europese blauwe kaart. Dit is een werk- en verblijfsvergunning die is ingesteld om hoogopgeleide derdelanders aan te trekken. De basis voor de Europese blauwe kaart is Richtlijn 2009/50. Om in aanmerking te komen voor de Europese blauwe kaart moet de aanvrager een geldig arbeidscontract van minimaal één jaar hebben. Verder moet de aanvrager aan een salarisdrempel en een opleidingseis voldoen.

Andere richtlijnen die arbeidsmigratie regelen zijn Richtlijn 2014/36, die betrekking heeft op seizoensarbeid en Richtlijn 2016/801, die betrekking heeft op onder meer stages, vrijwilligerswerk en uitwisseling. Denk hierbij ook aan au-pairs. Het gaat dus om tijdelijk verblijf met het oog op het verrichten van genoemde werkzaamheden.

Gezinshereniging

Gezinshereniging wordt in de Gezinsherenigingsrichtlijn gedefinieerd als: “toegang tot en verblijf in een lidstaat van de gezinsleden van een wettig in die lidstaat verblijvende onderdaan van een derde land, teneinde de eenheid van het gezin te behouden, ongeacht of de gezinsband tot stand is gekomen vóór of na de komst van degene die in de lidstaat verblijft”.

Een persoon die dus legaal in een lidstaat verblijft kan zijn gezinsleden over laten komen om bij hem of haar te verblijven. Zoals al in de definitie is opgenomen, is het doel hiervan om de eenheid van het gezin te behouden. Het maakt daarbij niet uit of de gezinsband vóór of na de aankomst van deze persoon naar de betreffende lidstaat tot stand is gekomen.

Artikel 3 lid 1 van de Gezinsherenigingsrichtlijn bepaalt dat de aanvrager van gezinshereniging in het bezit dient te zijn van een verblijfstitel die geldig is voor één jaar of langer en dat hij reden heeft om te verwachten dat aan hem een permanent verblijfsrecht zal worden toegekend. Niet alleen de aanvrager is een derdelander, ook de gezinsleden die gaan overkomen moeten onderdanen zijn van een derde land. Artikel 4 van de richtlijn bepaalt wie voor gezinshereniging in aanmerking kunnen worden genomen. Het gaat in beginsel om de echtgenoot en de minderjarige kinderen (met inbegrip van geadopteerde kinderen) van de aanvrager en/of de echtgenoot. In lid 3 van artikel 4 wordt bepaald dat lidstaten bij wet of bij besluit toestemming tot toegang en verblijf kunnen verlenen aan de ongehuwde levenspartner met wie de aanvrager een duurzame relatie onderhoudt. Dit geldt ook voor de kinderen uit deze duurzame relatie.

Het is ook mogelijk voor statushouders (migranten met een erkende vluchtelingenstatus) om een verzoek tot gezinshereniging te doen op grond van de Gezinsherenigingsrichtlijn. Hierbij kunnen de lidstaten eisen dat de gezinsband vóór de aankomst van de statushouder tot stand is gekomen (artikel 9 lid 2 Gezinsherenigingsrichtlijn).

In artikel 7 van de Gezinsherenigingsrichtlijn is verder bepaald dat de lidstaten kunnen bepalen dat aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan voordat een verzoek voor gezinshereniging wordt ingewilligd. Denk hierbij aan huisvesting, voldoende en duurzaam inkomen van de aanvrager en ziektekostenverzekering. Maar er kunnen ook eisen worden gesteld met betrekking tot integratie.

Illegale migratie

Naast legale migratie heeft de EU te maken met verschillende vormen van irreguliere migratie. Hiervan is sprake indien onderdanen van derde landen niet rechtmatig, dat wil zeggen volgens de geldende procedures, het grondgebied van een lidstaat verblijven. De EU heeft zich tot doel gesteld om irreguliere migratie te voorkomen en te verminderen. De EU probeert irreguliere migratie te voorkomen door het aanpakken van problemen in herkomstlanden. Oorzaken van deze problemen hebben vaak te maken met oorlog, armoede, (jeugd)werkloosheid of klimaatverandering. Een andere reden om irreguliere migratie te voorkomen is dat het leidt tot gevaarlijke situaties voor migranten: het gaat gepaard met mensensmokkel, uitbuiting en verdrinking.

Door samenwerking tussen lidstaten te bevorderen wordt geprobeerd om door middel van ontwikkelingssamenwerking en het bieden van humanitaire hulp de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken. Frontex is het Europees grens- en kustwachtagentschap dat de EU-lidstaten helpt bij het bewaken van de buitengrenzen van de EU. Het agentschap bevordert de samenwerking tussen nationale grensbewakingsinstanties en biedt technische ondersteuning. Frontex heeft geen eigen materieel of grenswachters, maar treedt op als coördinator. Het is onder andere belast met het inzetten van rechtshandhavers uit de lidstaten en Schengenlanden en regelt schepen, vliegtuigen en apparatuur voor grensbewaking aan de buitengrenzen. Daarnaast maakt Frontex een inschatting van risico’s voor de veiligheid aan de EU-buitengrenzen, monitort het de situatie aan de buitengrenzen van de EU en deelt het bijvoorbeeld informatie over criminaliteit. Ook speelt het een steeds grotere rol bij terugkeeroperaties van onderdanen van lidstaten buiten de EU.

AMIF

Het Fonds voor Asiel en Migratie (AMIF) is in een subsidieregeling voor de Europese migratie- en veiligheidsfond. Dit fonds heeft samen met het Fonds voor Interne veiligheid (ISF) tot doel om migrantenstromen te reguleren en asiel en migratie gemeenschappelijk aan te pakken. Met behulp van het fonds moet worden bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van onder andere het migratiebeleid en integratie in lidstaten. Het doel van de nieuwe programmaperiode tussen 2021-2027 is het vereenvoudigen van de financiële verantwoording van projecten en een verzwaring van de inhoudelijke eisen van AMIF-projecten. Het fonds moet voornamelijk bijdragen aan het bereiken van vier specifieke doelen, namelijk:

  • Het versterken en ontwikkelen van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie;
  • Legale migratie naar lidstaten van de EU bevorderen, ook door bij te dragen aan integratie van derdelanders;
  • Bijdragen aan het tegengaan van irreguliere migratie, het waarborgen van de doeltreffendheid van terugkeer en overname in derde landen;
  • Het versterken van solidariteit en het delen van verantwoordelijkheid tussen de lidstaten bij opvang van migranten.

Ook decentrale overheden kunnen een beroep doen op de fondsen van het AMIF. Het gaat om projecten op het terrein van asiel en opvang, integratie en participatie van derdelanders en het bevorderen van de terugkeer van vreemdelingen zonder verblijfsvergunning.