Energieprestaties gebouwen
Gebouwen gebruiken ongeveer 40% van het totale eindverbruik van energie en zorgen voor ongeveer 36% van de CO2 uitstoot in de EU. Gebouwen hebben daarmee een groot energiebesparingspotentieel, en spelen dus een rol in het beperken van de afhankelijkheid van energie en het tegengaan van klimaatverandering.
Green Deal
Om de doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie en klimaat te behalen is de renovatie van het gebouwenbestand opgenomen in de Green Deal. De Commissie wil een renovatiegolf van openbare en particuliere gebouwen op gang brengen. De Commissie wil hiervoor met belanghebbenden samenwerken aan een nieuw initiatief inzake renovatie in 2020.
Daarnaast zal de Commissie de nationale langetermijnrenovatiestrategie die in het kader van Richtlijn (2018/844) wordt opgesteld evalueren en de bouwproductenverordening (305/2011) herzien. Ook kijkt de Commissie naar de mogelijkheid om emissies van gebouwen op te nemen in de Europese handel in emissierechten.
Energie-efficiëntiedoelstellingen
In 2020 moet de energie-efficiëntie met 20% zijn verbeterd ten opzichte van de prognoses voor 2020 opgesteld in 2007. In 2030 moet de energie-efficiëntie moet met 32 % zijn verbeterd ten opzichte van de prognoses voor 2030 opgesteld in 2007.
Europees Beleid
De regels op het gebied van de energieprestaties van gebouwen zijn hoofdzakelijk vastgelegd in Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen. Deze staat ook wel bekend als de REPG-Directive of de EPDB richtlijn. Richtlijn 2010/31 is in 2018 herzien door Richtlijn 2018/844/EU. Daarnaast zijn er in de richtlijn energie-efficiënte (2012/27) en de richtlijn elektriciteitsmarkt (2019/944) afspraken gemaakt over specifieke elementen van gebouwen.
Richtlijn Energieprestaties van gebouwen (REPG richtlijn)
De richtlijn bevat voorschriften over:
- Het opstellen van nationale plannen om te zorgen voor een toename van het aantal bijna-energie neutrale gebouwen
- De berekening van energieprestatie van gebouwen (bijlage 1)
- Toepassing van minimumeisen op de energieprestatie van nieuwe gebouwen en bestaande gebouwen die renovatie ondergaan, van tot de bouwschil behorende onderdelen van gebouwen en van technische bouwsystemen
- De energiecertificering van gebouwen;
- De regelmatige keuring van verwarming- en airconditioningsystemen
- Onafhankelijke systemen voor de controle van energieprestatiecertificaten en inspectieverslagen.
Renovatie strategieën & nationale plannen
De REPG richtlijn verplicht lidstaten om lange termijn renovatiestrategieën vast te stellen. Deze strategieën moeten ervoor zorgen dat vóór het einde van 2050 het nationale gebouwenbestand (zowel openbare als particuliere, al dan niet voor bewoning bestemde gebouwen), tot een energie-efficiënt en koolstofvrij gebouwenbestand wordt gerenoveerd. Ook moet het de transformatie van bestaande gebouwen in bijna energie-neutrale gebouwen bevorderen. De lange termijnrenovatiestrategie moet hiervoor een stappenplan met maatregelen vastleggen.
Bijna energie neutrale gebouwen
Ook bevat de REPG richtlijn minimumeisen voor energieprestatie van gebouwen. Sommige categorieën gebouwen kunnen van deze minimumeisen worden vrijgesteld. Wel geldt dat:
- Na 31 december 2020 nieuwe gebouwen bijna energie-neutraal (BENG) moeten zijn. Nieuwe overheidsgebouwen moeten sinds 1 januari 2019 voldoen aan de eisen voor bijna energie-neutrale gebouwen.
- Wanneer bestaande gebouwen een ingrijpende renovatie ondergaan, de energieprestatie ervan worden moet verbeterd om aan de minimumeisen voor energieprestaties te voldoen.
Energieprestatiecertificaten gebouwen
Om inzicht te krijgen in de energieprestaties van gebouwen moeten EU-landen volgens de REPG beschikken over een systeem voor energieprestatiecertificering. Naast informatie over de energieprestaties van een gebouw bevat dit certificaat ook referentiewaarden, zoals minimumeisen inzake energieprestatie en aanbevelingen voor kosteneffectieve verbeteringen.
Specifieke elementen gebouwen
Naast minimumeisen op het gebied van energie aan gebouwen zijn er ook afspraken over specifieke elementen van gebouwen.
– Oplaadpunten
In de REPG richtlijn staan verplichtingen over oplaadpunten van gebouwen: Parkeerterreinen van nieuwe gebouwen of gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan moeten worden voorzien van minimaal een oplaadpunt voor elektrische auto’s. Dit geldt voor parkeerterreinen met meer dan tien auto’s van niet voor woning bestemde gebouwen. Bij het plaatsen van deze laadinfrastructuur moet rekening gehouden worden met de latere installatie van meerdere oplaadpunten.
– Metersystemen
Om de energie-efficiëntie te bevorderen bevatten de richtlijn energie-efficiënte (2012/27 herzien door 2018/2002) en de richtlijn elektriciteitsmarkt (2019/944) afspraken op het gebied van individuele meters voor gas en elektriciteit en slimme metersystemen.
Een conventionele meter is een analoge meter of een elektronische meter zonder capaciteit om gegevens zowel te verzenden als te ontvangen. Een slimme meter is een elektronisch systeem dat het energieverbruik kan meten en meer informatie levert dan een traditionele meter en dat data kan verzenden en ontvangen voor informatie-, monitoring- en controledoeleinden door middel van een vorm van elektronische communicatie.
In de bijlage van richtlijn elektriciteitsmarkt is vastgelegd dat 80% van de eindafnemers binnen 7 jaar moet worden voorzien van slimme meter. Ook zijn er in de richtlijn elektriciteitsmarkt afspraken gemaakt over het recht op een slimme of individuele meter. In de richtlijn energie-efficiënte wordt verder ingegaan op meter systemen bij eindafnemers van stadsverwarming, stadskoeling en warm water in appartementsgebouwen en multifunctionele gebouwen
De richtlijn energie-efficiënte (2012/27/EU) bevat ook afspraken over het bevorderen van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en/of efficiënte stadsverwarming en -koeling. Zo moet de (ontwikkeling van de) woningsector en de gebouwensector worden opgenomen in beoordeling efficiëntiepotentieel inzake verwarming en koeling.
De REPG richtlijn stelt verder specifieke eisen aan de ruimteverwarming, airconditioning en waterverwarming in gebouwen.
Nationale implementatie
De REPG richtlijn is onder andere geïmplementeerd in de woningwet, Besluit energieprestatie gebouwen, en de Regeling energieprestatie gebouwen. Voor de implementatie van richtlijn energie-efficiënte en de richtlijn elektriciteitsmarkt zie onze pagina’s energie-efficiënte en energiemarkt.
De nationale plannen en de renovatiestrategie zijn opgenomen in de de Nederlandse Lange Termijn Renovatie Strategie.
Klimaatakkoord
In het Nederlandse Klimaatakkoord zijn er al afspraken gemaakt over het verduurzamen van gebouwen. Voor 2030 moeten er ongeveer 1,5 miljoen woningen verduurzaamd worden.
Decentrale relevantie
Overheidsgebouwen
Decentrale overheden zijn nauw betrokken bij de uitvoering van de richtlijnen en bij het realiseren van de genoemde doelstellingen. Zo hebben overheidsgebouwen een voorbeeldfunctie. Vanaf 2019 moeten alle nieuwe overheidsgebouwen daarom bijna energie-neutraal zijn. Een gebouw is een overheidsgebouw:
- Wanneer het eigendom van het rijk, de provincie, de gemeente of het waterschap is
- En wordt gebruikt door rijk, provincie, gemeente, waterschap, zelfstandig bestuursorgaan of adviesraad.
Meer informatie over de eisen waaraan nieuwe overheidsgebouwen moeten voldoen vindt u op de website van de RvO.
Daarnaast moeten overheidsgebouwen met een oppervlakte van 250 m2 of meer hun energieprestatiecertificaat op een opvallende plaats bevestigen;
Gemeenten spelen verder een bijzonder grote rol met betrekking tot de doelstellingen in de gebouwde omgeving. Zo dient elke gemeente in 2021 een transitievisie warmte te hebben. Hierin leggen gemeenten het tijdpad vast voor een (stapsgewijze) aanpak richting de doelstelling van aardgasvrij wonen.
Financiering
Daarnaast zijn er verschillende financieringsinstrumenten om de renovatie van gebouwen te ondersteunen. Binnen het cohesiebeleid is was er bijvoorbeeld financiering bestemd voor investeringen in energie-efficiëntie van gebouwen. In het MFK van 2021 tot 2027 zullen er meer specifieke financiële instrumenten worden ontwikkeld. Zo zal de aangekondigde renovatiegolf uit de Europese Green Deal een sterk financieringscomponent hebben. Ook heeft de Europese Commissie een leenfaciliteit aangekondigd voor leningen aan de publieke sector voor bijvoorbeeld investeringen in stadsverwarmingsnetten en de renovatie van gebouwen.