Governance & Monitoring
Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen op het gebied van energie en klimaat worden behaald zijn er in de Europese wetgeving monitoringsmechanismen vastgelegd.
Europees Beleid
Integraal nationaal energie- en klimaatplan (INEK)
Op basis van verordening 2018/1999 zijn lidstaten verplicht tot het opstellen van geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplannen. In deze plannen moeten bestaande en geplande beleidslijnen en maatregelen uiteengezet worden om de energie en klimaatdoelstellingen te behalen. De plannen moeten iedere tien jaar worden opgesteld voor een periode van tien jaar. Tijdens deze periode moeten de plannen één keer worden geactualiseerd.
In de plannen moeten aandacht worden besteed aan de vijf focusgebieden van de energie-unie:
- vermindering van broeikasgassen,
- energie-efficiëntie,
- energiezekerheid,
- interne energiemarkt
- onderzoek, innovatie en concurrentievermogen
Voor deze gebieden moeten bijvoorbeeld nationale doelstellingen, streefcijfers en de verwachte ontwikkelingen worden vastgelegd.
De Commissie beoordeelt de nationale energie en klimaatplannen en kan lidstaat specifieke aanbevelingen doen. De Commissie evalueert of de doelstellingen, streefcijfers en bijdragen volstaan om de collectieve doelstellingen van de energie-unie te bereiken. Iedere twee jaar moeten lidstaten een rapport over de vorderingen opstellen
Langetermijnstrategieën
Daarnaast moeten lidstaten op basis van verordening 2018/1999 ook langetermijnstrategieën opstellen. Deze strategieën moeten een periode van ten minste dertig jaar bestrijken. Hierin moet worden beschreven hoe lidstaten bijdragen aan de doelstellingen uit het Parijsakkoord en de Europese lange termijn doelstellingen zoals klimaatneutraliteit. Zo moet scenario’s worden opgenomen hoe:
- Lidstaten de mondiale temperatuurstijging beperken
- Lidstaten op lange termijn de broeikasgasemissie beperkingen verwezenlijken
- Hoe lidstaten tot een energie-efficiënt en op hernieuwbare energiebronnen gebaseerd energiesysteem komen.
De strategieën moeten iedere tien jaar worden opgesteld en om de vijf jaar waar nodig worden bijgesteld.
Green Deal
Begin 2020 diende de Europese Commissie de Europese Klimaatwet in. Deze verordening heeft als doel verordening 2018/1999 te wijzigen. Meer over de klimaatwet leest u in ons nieuwsbericht.
Nationale Plannen
De monitoringsverplichtingen zijn vastgelegd in een Europese Verordening. Verordeningen zijn direct toepasselijk en hoeven niet in nationale wetgeving te worden omgezet. Wel moet de toepassing van de verordening tijdig worden verzekerd door de doelstellingen uit de verordening in overeenstemming te brengen met de nationale wetgeving.
De doelstellingen uit verordening 2018/1999 zijn opgenomen in de Klimaatwet. Hierin is opgenomen dat de Nederlandse Klimaatplannen iedere vijf jaar opnieuw worden vastgesteld en iedere twee jaar na de vaststelling over de voortgang van de uitvoering wordt gerapporteerd.
Stand van Zaken
Het Nederlandse Energie en Klimaatplan en de langetermijnstrategie zijn in 2019 gepubliceerd.
Decentrale Relevantie
Op basis van Verordening 2018/1999 moeten lidstaten verplicht lokale en regionale overheden betrekken bij het proces van het opstellen van een integraal nationaal Energie- en Klimaatplan. Hierbinnen moeten de verschillende mogelijke scenario’s (ook op lange termijn) voor het energie- en klimaatbeleid worden besproken en de vooruitgang worden beoordeeld.
Zo moeten lidstaten een permanente energiedialoog op meerdere niveaus tot stand brengen waarbij het INEK en de langetermijnstrategie besproken kunnen worden. Hierbij moeten lokale overheden, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, investeerders en andere relevante belanghebbenden worden betrokken. Ook moet in het INEK de betrokkenheid van de lokale en regionale overheden worden beschreven.
In Nederland is hier invulling aan gegeven door middel van regionale energie strategieën. Een regionale energie strategie (RES) is een gezamenlijke strategie van verschillende partijen waaronder overheden, energie coöperaties, netwerkbeheerder, natuurorganisatie en woningbouwcorporaties. Hierbinnen worden de nationale- en sectorafspraken op het gebied van energie vertaald naar regionale afspraken. In de RES kan elke energieregio zijn eigen keuzes uitwerken bijvoorbeeld ten opzichte van locatie, randvoorwaarden en kosten. Ook kunnen er regionale accenten worden aangebracht. Het Nationaal Programma RES ondersteunt de regio’s bij het maken van de RES. Meer informatie over de regionale energie strategieën vindt u op de website van het Nationaal Programma RES.
Meer informatie over de invloed van decentrale overheden vind u in onze praktijkvraag.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG