Bioafval
Bioafval omvat volgens de Kaderrichtlijn Afvalstoffen biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelen- en keukenafval van huishoudens, kantoren, restaurants, groothandel, kantines en cateringfaciliteiten en winkels en vergelijkbare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie.
Bij het storten van bioafval kunnen broeikasgasemissies vrijkomen. De Europese Unie stelt daarom dat bioafval gescheiden moet worden ingezameld en recycling, compostering en vergisting moet worden aangemoedigd. De aparte inzameling en verwerking van bioafval is een belangrijk onderdeel van afvalbeheer. In Nederland valt het beheer van bioafval grotendeels onder de verantwoordelijkheid van gemeenten.
Green Deal
In het actieplan voor de circulaire economie stelt de Commissie voor om het gebruik van bio-plastics te bevorderen. In 2021 zal er een beleidskader voor bio-plastic en biologisch afbreekbare en composteerbare kunststoffen worden gepubliceerd.
Europees Beleid
Het beheer van bioafval valt onder diverse Europese wet- en regelgeving zoals de Kaderrichtlijn Afvalstoffen (KRA; 2008/98/EG) de Richtlijn Storten afvalstoffen (1999/31/EG) en de Richtlijn inzake industriële emissies (2010/75/EU).
Kaderrichtlijn Afvalstoffen
De Kaderrichtlijn afvalstoffen (KRA) is het hoofdzakelijke wettelijke kader voor de behandeling van afval in de EU. Het bevat definities, principes en doelstellingen voor afvalbeheer. De Kaderrichtlijn Afvalstoffen moedigt het scheiden, composteren en vergisten van bioafval aan.
De herziene Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2018/851) stelt vast dat bioafval vanaf 2024 gescheiden moet worden ingezameld. Dit betekent dat het niet gemengd mag worden met andere soorten afval, met uitzondering van afval met vergelijkbare biologische afbreekbaarheid en composteerbaarheid. Hiervoor moeten lidstaten recycling, compostering en vergisting aanmoedigen en het gebruik van met bioafval geproduceerd materiaal bevorderen. Daarnaast mogen lidstaten apart verzameld bioafval niet verbranden. Er zijn afwijkingen van de gescheiden inzamelingsplicht mogelijk.
Data
– Uiterlijk 31 december 2021 moeten lidstaten een verslag bij de Commissie over de uitvoering van Artikel 11 KRA (het gescheiden inzamelen van afvalstoffen) op het gebied van stedelijk afval en bioafval inleveren.
–Uiterlijk 31 december 2023 moet bioafval gescheiden worden ingezameld.
Richtlijn Storten Afvalstoffen
Het storten van onbehandeld biologisch afbreekbaar afval heeft negatieve gevolgen op het gebied van broeikasgasemissies en de vervuiling van oppervlaktewater, grondwater, bodem en lucht. Zo komt methaan vrij bij het storten van biologisch afbreekbaar afval. Over de reductie van broeikasgassen zoals methaan zijn internationale afspraken gemaakt.
De Richtlijn Storten (1999/31/EG) heeft tot doel de negatieve gevolgen van het storten van afvalstoffen voor het milieu en de risico’s daarvan voor de te voorkomen of zoveel mogelijk te verminderen. De richtlijn stelt doelstellingen vast voor het voorkomen en beperken van het storten van biologisch afbreekbaar afval. De herziene Richtlijn Storten (2018/850) beoogt het storten van biologisch afbreekbaar afval verder te beperken of helemaal te verbieden.
Onder de richtlijn moeten lidstaten
- een nationale strategie ontwikkelen en invoeren om de hoeveelheid biologisch afbreekbaar afval voor de stort geleidelijk te verminderen. Hierbij moet rekening gehouden worden met hergebruik, compostering, productie van biogas en terugwinning van materialen energie.
- maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat alleen behandelde afvalstoffen worden gestort.
- op alle stortplaatsen waar biologisch afbreekbaar afval wordt gestort, het stortplaatsgas opvangen, behandelen en gebruiken. Als het opgevangen gas niet voor energieproductie kan worden gebruikt, moet het worden verbrand.
Richtlijn emissiegrenswaarden biomassa
Bioafval is een biomassa die kan worden gebruikt als grondstof voor biobrandstoffen. Voor het verstoken van biomassa geldt er Europese wet- en regelgeving.
De Richtlijn Inzake Industriële Emissies (RIE richtlijn 2010/75/EU) en de Richtlijn inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door middelgrote stookinstallaties (richtlijn 2015/2193) stellen emissiegrenswaarden aan verontreinigende stoffen die bij het stoken van biomassa vrijkomen. Meer informatie over deze richtlijnen vindt u op onze pagina Industriële emissies.
Nationale implementatie
De Nederlandse afvalregelgeving is vastgelegd in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer. Veel onderwerpen worden verder uitgewerkt in Algemene Maatregelen van Bestuur, provinciale milieuverordeningen of gemeentelijke afvalstoffenverordeningen. De stortrichtlijn is in onder andere geïmplementeerd in het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (BSSA) en het Stortplaats bodembescherming.
In hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer is vastgelegd dat Groente-, fruit-, en tuinafval afzonderlijk dient te worden ingezameld. In het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen is een stortverbod opgenomen voor groente-, fruit-, en tuinafval, organisch bedrijfsafval en groenafval. De herziene Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2018/851) en de herziene Stortrichtlijn (2018/850) zijn nog niet in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd.
Stand van Zaken
De Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2018/851) is in 2018 herzien. De herziene richtlijn is nog niet in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. Dit moet uiterlijk 5 juli 2020 zijn gedaan. Ter implementatie van de gewijzigde bepalingen van de Kaderrichtlijn afvalstoffen is een implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen opgesteld, welke op 1 juli 2020 in werking treed. Ook is er een ontwerpbesluit Regeling uitgebreide producentenverantwoordelijkheid opgesteld ter implementatie van de algemene minimumvereisten voor regelingen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
Daarnaast is er ook een amvb gericht op de gescheiden inzameling van bepaalde stromen van huishoudelijk afval, waaronder ook bioafval. Hierdoor worden enkele artikelen uit de wet milieubeheer geschrapt. In plaats daarvan wordt in artikel 1 lid 1 sub a, van het verzamelbesluit aangegeven dat gemeenten zorg dragen voor de gescheiden inzameling van bioafval. Deze amvb zal op een nader te bepalen moment in werking treden. Het is nu nog niet bekend wanneer dit zal zijn. Tot dat moment zal de huidige gescheiden inzamelverplichting voor gft op grond van artikel. 10.26 Wm worden gehandhaafd.
Landelijk Afvalbeheerplan
Bioafval valt onder verschillende sectorplannen van het LAP. Zo raakt het aan het sectorplan GFT van huishoudens, sectorplan gescheiden ingezameld organisch bedrijfsafval, sectorplan gescheiden ingezameld groenafval.
In het LAP staat daarnaast dat afvalstoffen die gescheiden worden aangeboden, gescheiden moeten worden gehouden. Hiervoor is in het LAP in de bijlage een lijst met afvalcategorieën opgenomen. Gescheiden ingezameld GFT-afval en groenafval zijn opgenomen in de lijst met afval categorieën.
Decentrale relevantie
Decentrale overheden moeten op het gebied van afvalbeleid rekening houden met het Landelijke Afvalbeleid (LAP). Binnen de kaders van het LAP kunnen gemeenten een eigen beleid voor afvalpreventie en -scheiding ontwikkelen. Ook provincies moeten bij milieuvergunningen en de uitvoering van de Wet milieubeheer rekening houden met het LAP.
In Nederland dragen gemeenten zorg voor het inzamelen van huishoudelijk afval. Sinds 1994 zijn gemeenten verplicht om GFT-afval te scheiden. Gemeenten kunnen zelf het inzamelsysteem waaronder frequentie van inzameling kiezen. De minimumstandaard voor gft-afval uit huishoudens, (gescheiden ingezameld) organische bedrijfsafval en groenafval is gericht op recycling tot compost. Daarnaast is voor GFT afval, gescheiden ingezameld organisch bedrijfsafval, groenafval en voor reststoffen van composterings- of vergistingsinstallaties een stortverbod in het besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen opgenomen.
Circulaire Economie
Een groot deel van het bioafval bestaat uit voedings- en levensmiddelenafval van huishoudens, restaurants, winkels en de voedselindustrie. Voedselverspilling is dan ook een grote punt van zorg. De Europese Unie heeft maatregelen genomen om voedselverspilling tegen te gaan.
In het eerste EU Actieplan voor de circulaire economie was de preventie van voedselverspilling een integraal onderdeel. Zo is in de herziene KRA opgenomen dat voedselschenkingen en herverdeling voor menselijke consumptie moeten worden aangemoedigd (en voorrang heeft op diervoeding en herverwerking tot niet voor de voeding bestemde producten). Ook is een fiscale prikkel voor voedselschenkingen een voorbeeld van een economisch instrument ter bevordering van de afvalhiërarchie.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG