Kunststofafval
Kunststof is een breed toepasbaar en relatief goedkoop materiaal in de industrie. Wereldwijd neemt het gebruik ervan toe. Er is dan ook steeds meer kunststofafval. Een groot percentage van het kunststofafval in de EU wordt gestort en verbrand. Daarnaast worden afgedankte kunststoffen in zeer beperkte mate hergebruikt en komt een groot deel van de geproduceerde kunststof in oceanen terecht. Wanneer kunststof in het milieu terecht komt, breekt het niet gemakkelijk af. Dit kan honderden jaren duren. De Europese Unie zet daarom met verschillende instrumenten, van wetgeving tot aan strategieën en financieringsinstrumenten, in op duurzamere omgang met kunststof.
Europees Beleid
Kunststofafval valt onder diverse Europese wet- en regelgeving zoals de Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG), verpakking en verpakkingsafval Richtlijn (94/62/EG) en de Single Use Plastic Richtlijn (2019/904).
Kaderrichtlijn Afval
De Kaderrichtlijn afvalstoffen (KRA; 2008/98/EG) is het hoofdzakelijke wettelijke kader voor de behandeling van afval in de EU. Het bevat definities, principes en doelstellingen voor afvalbeheer.
De richtlijn verplicht lidstaten om plasticafval gescheiden in te zamelen. Lidstaten mogen hiervan afwijken als gescheiden inzameling bijvoorbeeld niet de beste milieuresultaten oplevert, of het technisch of economisch niet haalbaar is.
Stand van Zaken
De Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2018/851) is in 2018 herzien. De herziene richtlijn is nog niet in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. Dit moet uiterlijk 5 juli 2020 zijn gedaan. Ter implementatie van de gewijzigde bepalingen van de Kaderrichtlijn afvalstoffen is een implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen opgesteld, welke op 1 juli 2020 in werking treed. Ook is er een ontwerpbesluit Regeling uitgebreide producentenverantwoordelijkheid opgesteld ter implementatie van de algemene minimumvereisten voor regelingen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
Verpakkingsrichtlijn
De Richtlijn Verpakking en Verpakkingsafval (94/62/EG) heeft als doel het effect van verpakkingsafval op milieu te verminderen en te voorkomen. De richtlijn is recent herzien in 2015 en in 2018 (2015/720) en (2018/852) om onder andere zwerfafval te beperken en kunststof en plastic toenemend te reguleren.
De richtlijn stelt op het gebied van kunststof en plastic de volgende eisen:
- De lidstaten nemen maatregelen om het verbruik van lichte plastic draagtassen op hun grondgebied duurzaam te verminderen. Dit kan of door een maximaal jaarlijks verbruik aan plastic draagtassen op te leggen of door een verbod op het gratis verstrekken van gratis lichte draagtassen.
- Uiterlijk 31 december 2025 wordt 50 gewichtsprocent van het kunststof voor recycling verwezenlijkt
- Uiterlijk 31 december 2030 wordt 55 gewichtsprocent van het kunststof voor recycling verwezenlijkt
Stand van Zaken
De richtlijn is in 2018 herzien (Richtlijn 2018/852). Deze herziening richt zich op de transitie naar een circulaire economie en het gebruik van economische instrumenten en andere maatregelen om stimulans te bieden voor de toepassing van de afvalhiërarchie.
Uiterlijk 5 juli 2020 moet deze richtlijn in nationale wetgeving zijn omgezet.
Gebruik van bepaalde kunststoffen
De Single Use Plastics Richtlijn (2019/904) bevordert een duurzame en circulaire benadering van kunststoffen door bepaalde kunststofproducten te reguleren. De richtlijn introduceert bijvoorbeeld een voor de hele EU geldend verbod op kunststofproducten voor eenmalig gebruik, zoals bestek, borden, roerstaafjes en rietjes.
Verder schrijft de richtlijn voor dat
- Lidstaten voor een meetbare kwantitatieve consumptie vermindering van onder andere drinkbekers en voedselverpakkingen bestemd voor onmiddellijke consumptie in 2026 ten opzichte van 2022 moeten zorgen;
- 90% van de drankflessen tegen 2029 gerecycled moeten worden (77% in 2025);
- Drankflessen in 2030 voor minstens 30% moeten bestaan uit gerecyclede kunststoffen;
- Kunststof wegwerpproducten (zoals vochtige doekjes en tabaksproducten) van een waarschuwingssticker of markering worden voorzien met informatie over passende afvalbeheeropties of afvalverwijderingsmanieren;
- Lidstaten maatregelen moeten nemen om verantwoordelijk consumentengedrag te stimuleren;
- Lidstaten maatregelen moeten nemen om consumenten bewust te maken van herbruikbare alternatieven en van de gevolgen van ongepaste manieren van verwijdering van afval van deze kunstproducten voor eenmalig gebruik voor de riolering.
Stand van Zaken
De richtlijn moet uiterlijk 3 juli 2021 zijn omgezet in nationale wetgeving.
Nationaal Beleid
De Richtlijn Verpakking en Verpakkingsafval (94/62/EG; 2015/720) is geïmplementeerd in de Regeling beheer verpakkingen. In Nederland is gekozen voor een verbod op alle gratis plastic draagtassen met een uitzondering voor lichte plastic draagtassen die om redenen van hygiëne zijn vereist of die als primaire verpakking voor losse levensmiddelen wordt verstrekt ter voorkoming van voedselverspilling
De Single Use Plastics Richtlijn (2019/904) is nog niet in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De Richtlijn vergt aanpassingen van onder andere de Wet milieubeheer en het Besluit beheer verpakkingen 2014.
Landelijk Afvalbeheerplan
In het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) is een sectorplan Kunststoffen opgenomen. Niet alle kunststoffen vallen onder de reikwijdte van dit sectorplan: sommige kunststoffen vallen onder andere sectorplannen zoals huishoudelijk restafval, restafval van bedrijven of verpakkingen.
Omdat het begrip kunststoffen verschillende soorten stoffen omvat, is het sectorplan kunststoffen gecategoriseerd op kunststoffen met overeenkomstige eigenschappen. Per categorie geldt een gespecificeerde aanpak en specifieke minimumstandaarden. Zo is voor kunststoffen die smelten bij verhitting (thermoplasten) de minimumstandaard recycling.
Daarnaast geldt er specifieke aandacht bij de potentiele en of occasionele aanwezigheid van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Meer informatie over Zeer Zorgwekkende Stoffen vindt u op onze pagina Zeer Zorgwekkende Stoffen.
In het sectorplan Verpakkingen Algemeen is het beleid voor verpakkingen die bestaan uit Kunststof opgenomen. Hierin staat dat in 2021 51% van de kunststofverpakkingen wordt gerealiseerd voor recycling.
Decentrale Relevantie
Decentrale overheden moeten op het gebied van afvalbeleid rekening houden met het Landelijke Afvalbeleid (LAP). Binnen de kaders van het LAP kunnen gemeenten een eigen beleid voor afvalpreventie en -scheiding ontwikkelen. Ook provincies moeten bij milieuvergunningen en de uitvoering van de Wet milieubeheer rekening houden met het LAP.
Harde Kunststoffen dienen bij de gemeentelijke milieustraat gescheiden te worden opgeslagen. Wanneer deze niet gescheiden worden opgeslagen moet via nascheiding of op een andere wijze eenzelfde niveau van afvalscheiding bereikt.
Gemeenten bepalen verder zelf hoe zijn kunststof verpakkingsafval ophalen bij hun inwoners. Hoofdzakelijk wordt dit huis-aan-huis gedaan, maar het wordt ook nagescheiden uit huishoudelijk restafval.