Cohesiebeleid
Met het cohesiebeleid wil de Europese Commissie de verschillen in ontwikkelingsniveaus tussen de Europese regio’s verkleinen en een bijdrage leveren aan de realisatie van de EU-2020 doelstellingen. Voorheen was het cohesiebeleid vooral gericht op de economisch en sociale samenhang. Met de komst van de EU2020-strategie is de territoriale samenhang daar aan toegevoegd.
Aandachtsgebieden
De Europese Unie heeft als doel de verkleining van de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de regio’s en de achterstand van de minst begunstigde regio’s. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar plattelandsgebieden, regio’s die een industriële overgang doormaken en regio’s die kampen met ernstige en permanente natuurlijke of demografische belemmeringen.
Middelen
In de periode 2014-2020 betreft de Europese bijdrage voor het cohesiebeleid 325,1 miljard euro. Dit geld is nodig om investeringen te financieren die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het cohesiebeleid en de EU 2020-strategie.
Via de volgende Europese fondsen worden investeringen onder het cohesiebeleid gefinancierd:
- Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO);
- Europees Sociaal Fonds (ESF);
- Cohesiefonds (CF);
- Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en;
- Europees Fonds Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV).
Thematische doelstellingen
De doelstellingen van het cohesiebeleid en de EU 2020-strategie zijn omgezet in elf thematische doelstellingen. Deze staan in art. 9 van verordening 1303/2013. De houdende gemeenschappelijke bepalingen voor de Europese Structuur- en Investeringsfondsen zijn:
- Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie;
- Verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van ICT;
- Vergroting van de concurrentiekracht van mkb-bedrijven, van de landbouwsector (voor het ELFPO) en van de visserij- en aquacultuursector (voor het EFMZV);
- Ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken;
- Bevordering van de aanpassing aan de klimaatverandering, risicopreventie en -beheer;
- Behoud en bescherming van het milieu en bevordering van efficiënt gebruik van hulpbronnen;
- Bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren;
- Bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit;
- Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie;
- Investering in onderwijs, opleiding en beroepsopleiding voor vaardigheden en een leven lang leren;
- Vergroting van de institutionele capaciteit van overheidsinstanties en belanghebbenden en een doelmatig openbaar bestuur.