Breedband en staatssteun
Decentrale overheden houden zich geregeld bezig met breedbandprojecten. Bij financiering of subsidiëring van deze projecten moet rekening gehouden worden met de staatssteunregels. Er bestaan verschillende mogelijkheden binnen de staatssteunkaders om steun aan breedbandprojecten mogelijk te maken.
Staatssteun en breedband
De Commissie is constant op zoek naar de balans tussen het stimuleren van breedbandontwikkeling en het beschermen van de vrije markt. Daarom bestaan er specifieke staatssteunkaders voor de aanleg van breedband. Wanneer er bij een breedbandproject mogelijk sprake is van staatssteun, moet de Europese Commissie in sommige gevallen overtuigd worden van het nut en de noodzaak (maatschappelijk en economisch) van de overheidsondersteuning. Deze gevallen worden dan ook gemeld bij de Europese Commissie (aanmeldplicht). Er zijn ook gevallen die niet hoeven te worden aangemeld. Dit wordt geregeld in de zogenoemde Algemene Groepsvrijstellingsverordening.
De AGVV
Vanaf 1 juli 2014 hoeven decentrale overheden steun aan breedbandinfrastructuur niet meer ter beoordeling aan de Europese Commissie aan te melden wanneer er gebruik wordt gemaakt van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. Artikel 52 van de AGVV bevat een vrijstelling voor steun voor breedbandinfrastructuur. Om steun onder de AGVV te kunnen plaatsen moet aan een aantal voorwaarden worden voldoen. Zo dient de steun bijvoorbeeld plaats te vinden in gebieden waar geen breedbandinfrastructuur voorhanden is van dezelfde categorie (basisbreedband- of NGA-netwerk) en waar dit soort infrastructuur in de komende drie jaar waarschijnlijk niet door de markt zal worden uitgerold. Op pagina 63 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening staan de voorwaarden nader omschreven. Een lichte kennisgevingsprocedure, waarbij de Europese Commissie moet worden geïnformeerd, is een vereiste voor de toepassing van de AGVV.
De breedbandrichtsnoeren
De Europese Commissie heeft begin 2013 vernieuwde richtsnoeren voor staatssteun aan breedband gepubliceerd. Overheden kunnen onder de richtsnoeren de aanleg van breedbandnetwerken financieren. Ze moeten een brede en snelle uitrol van breedbandnetwerken mogelijk maken. De richtsnoeren bevatten ook een overzicht van beleidsbeginselen, waar overheidsmaatregelen ter ondersteuning van de aanleg van breedband aan moeten voldoen. Steunmaatregelen op grond van de breedbandrichtsnoeren moeten wel bij de Europese Commissie worden aangemeld.
De de-minimis verordening
Decentrale overheden kunnen onder de de-minimisverordening ondernemingen tot 200.000 euro aan steun verlenen zonder dat er sprake is van staatssteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen, hebben een beperkt effect op het handelsverkeer tussen lidstaten. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (art. 107 lid 1 VWEU) en leveren dus geen staatssteun op.
Alternatieve constructies
Behalve staatssteun kan de overheid ook kiezen voor alternatieve financieringsconstructies. Hieronder staan de alternatieve constructies kort beschreven.
PPS-verbanden
De Europese Commissie accepteert in beginsel de oprichting van PPS-verbanden, om investeringen in vrij toegankelijke infrastructuur te stimuleren. Hierbij moeten wel de mededingingsregels in acht genomen worden.
Optreden als marktpartij
Bij een overheidsinvestering in glasvezel kan dit bijvoorbeeld betekenen dat de overheid moet optreden als marktpartij. Deze draagt dan dezelfde risico’s en rendementen als andere partijen in hetzelfde PPS-verband. Wanneer een decentrale overheid de uitrol van breedband ondersteunt door middel van participatie of kapitaalinbreng in de vennootschap die het project uitvoert, is er sprake van het Market Economy Investor Principle (MEIP). Zie voor meer informatie Breedband en MEIP.
Normale marktvoorwaarden
Het kapitaal dat de overheid ter beschikking van een onderneming stelt, wordt niet als staatssteun aangemerkt, zolang de omstandigheden waaronder de steun wordt gegeven overeenkomen met normale marktvoorwaarden.
Infrastructuur en breedband
Uit staatssteunregels over breedband en breedbandrichtsnoeren blijkt dat decentrale overheden slechts onder enkele voorwaarden breedband kunnen bestempelen als openbare infrastructuur. Breedbandprojecten vallen onder infrastructuur als aan alle volgende punten wordt voldaan:
– Er is sprake van een project dat een algemeen belang dient;
– Het project is niet commercieel;
– Ondernemingen genieten geen bepaalde voordelen.
Meer over breedband en staatssteun leest u in de Handreiking DAEB en staatssteun.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG