Een decentrale overheid kan een onderneming steunen door middel van een garantie. De overheid staat garant voor de lening die is afgesloten bij een investeerder. Evenals andere transacties kunnen door overheidsinstanties verstrekte garanties staatssteun behelzen indien deze niet op marktvoorwaarden plaatsvinden. Zo kan een ondernemer vaak tegen betere voorwaarden een lening krijgen. In sommige gevallen zou de ondernemer zonder deze garantie helemaal geen lening kunnen krijgen. Op deze pagina wordt kort uitgelegd hoe kan worden vastgesteld of er sprake is van een marktconforme garantie en wat de decentrale overheid bij een twijfelgeval moet doen.
Marktconformiteit en garanties
Bij het verlenen van garanties in overeenstemming met de staatssteunregels moet het Market Economy Operator (MEO) beginsel in acht worden genomen. Dit betekent dat garanties niet als staatssteun worden beschouwd wanneer de investeringen worden gedaan op voorwaarden die voor een particuliere investeerder op de markt aanvaardbaar zouden zijn.
Voorwaarden Mededeling garanties
Om gemakkelijker te kunnen nagaan of een overheidsgarantie marktconform is, heeft de Europese Commissie in de Mededeling garanties benaderende maatstaven uiteengezet. Hierbij maakt de Commissie onderscheid tussen individuele garanties en garantieregelingen. Volgens de mededeling is het bestaan van steun bij individuele garanties uit te sluiten, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- De omvang van de garantie is goed te meten op het moment van toekenning;
- De onderneming verkeert niet in financiële moeilijkheden op het moment van garantstelling;
- De onderneming moet een marktconforme vergoeding voor de garantie betalen;
- Er is sprake van een risico dat ook een particuliere investeerder zou lopen;
- De overheidsgarantie dekt niet meer dan 80% van de uitstaande lening. Deze beperking is niet van toepassing op zekerheden voor obligaties.
In de Informatiewijzer Staatssteun leest u meer hierover en over de voorwaarden die voor garantieregelingen gelden.
Midden- en kleinbedrijf (mkb of kmo)
Voor het MKB gelden eenvoudigere regels voor garanties. De Europese Commissie heeft ‘vrijhavenpremies’ geïntroduceerd om de marktconformiteit van garanties beter te kunnen bepalen. Als de decentrale overheid deze premie jaarlijks minimaal in rekening brengt bij de kredietnemer, is de garantie marktconform. Verder geldt het volgende:
- Als er geen rating is, bijvoorbeeld bij startende ondernemingen, is een premie van 3,8% per jaar van toepassing. Deze premie kan nooit lager zijn dan de premie die voor de moederonderneming zou gelden;
- Bij een garantieregeling mag één premie worden gehanteerd als het gegarandeerde bedrag minder dan € 2,5 miljoen per onderneming bedraagt.
Premie ratings
De premies zijn gebaseerd op de kredietkwaliteit van bedrijven. Deze zijn te vinden in jaarverslagen van ondernemingen of op websites van ratingbureaus. De garantiemededeling bevat een tabel met ratings en de daaraan gekoppelde vrijhaven-premies.
Als deze premies worden gebruikt, behelst de garantie geen staatssteun. Dit is niet verplicht. Decentrale overheden mogen ook kiezen voor lagere premies, wanneer deze marktconform zijn. De vrijhaven-premies kunnen worden gebruikt als referentie om het bruto-subsidie-equivalent te berekenen. Het bedrag van de staatssteun is gelijk aan het bedrag dat volgt uit het verschil tussen de door de decentrale overheid in rekening gebrachte premie en een marktconforme premie.
Niet marktconform?
Garanties die op de markt tegen betere financiële voorwaarden te verkrijgen zijn en als staatssteun kunnen worden aangemerkt, moeten bij de Commissie ter goedkeuring worden aangemeld. Daarnaast kan de garantie ‘staatssteunproof’ worden gemaakt, door deze onder de De-minimisverordening of een Vrijstellingsverordening (bijvoorbeeld de AGVV of de LVV) onder te brengen. Om gebruik te kunnen maken van deze vrijstellingsmogelijkheden moet de 80%-regel in aanmerking worden genomen. Tevens is het van belang dat het bruto-subsidie equivalent het drempelbedrag uit de de-minimisverordening of de toepasselijke steundrempels uit de AGVV en de LVV niet overschrijdt. Meer informatie over de toepassing van de de-minimisverordening op garanties is te vinden in deze praktijkvraag.