Vrijheid van vestiging links
The European Single Market, Europese Commissie
Bij vestiging gaat het om de beroepsuitoefening door zelfstandigen, bedrijven en rechtspersonen. Iemand die zich zelfstandig als arts in een andere lidstaat wil vestigen valt onder het vrij verkeer van vestiging, een arts in loondienst onder het vrij verkeer van werknemers.
Inhoudsopgave
Decentrale overheden hebben met de vrijheid van vestiging te maken wanneer een zelfstandige of een bedrijf uit een andere lidstaat zich wil vestigen in de gemeente.
Art. 49 VWEU is van toepassing op zelfstandigen en ondernemingen die zich in een andere lidstaat willen vestigen en verbiedt beperkingen op de vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat. Deze bepaling is van belang wanneer de Dienstenrichtlijn niet van toepassing is.
De Verdragsregels van de vrijheid van vestiging zijn voor decentrale overheden van belang als zij:
– Te maken hebben met vestiging die geen betrekking heeft op dienstverlening maar op goederen;
– Er sprake is van dienstverlening die in de Dienstenrichtlijn is uitgezonderd.
Het Hof van Justitie EU heeft in haar rechtspraak bepaald dat onder het verbod van art. 49 VWEU niet alleen discriminerende maatregelen vallen, maar ook maatregelen die formeel geen onderscheid naar nationaliteit maken maar hetzelfde effect hebben.
Art. 51 en 52 VWEU bevatten de verdragsuitzonderingen voor beperkingen op de vrijheid van vestiging. De belangen die in deze bepalingen worden genoemd zijn:
– Openbare orde;
– Openbare veiligheid;
– Volksgezondheid;
– Betrekkingen in overheidsdienst of werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag.
Buiten deze genoemde verdragsuitzonderingen kunnen er nationale regels zijn die op grond van ‘dwingende redenen van algemeen belang’ voor kunnen gaan op de bepalingen van vrij verkeer. Deze moeten volgens het arrest Cassis de Dijon redelijk zijn. Daarom staat deze rechtspraak bekend als de rule of reason.
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
The European Single Market, Europese Commissie
Afgelopen woensdag (27 maart 2019) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de Decathlon-zaak. De Afdeling oordeelde dat het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland opnieuw moet beslissen of het voor twee grootschalige sportwinkels van Decathlon een uitzondering maakt op de provinciale brancheringsregeling. De Afdeling bestuursrechtspraak greep hierbij terug op de antwoorden van het Europese Hof van Justitie in de zaak Visser Vastgoed Beleggingen (‘Appingedam’).
Bestuursorganen mogen in beginsel op grond van ruimtelijke ordening en milieu meer belasting heffen op winkels met een grote verkoopoppervlakte. Dit is volgens het Europese Hof van Justitie niet in strijd met de vrijheid van vestiging, omdat er geen sprake is van (indirecte) discriminatie. Het zou echter in bepaalde gevallen wel tot onrechtmatige staatssteun kunnen leiden.
Gids jurisprudentie Europees Hof, over vrijheid van vestiging 2011
Art. 49 VWEU bevat de regels voor het verbod op de beperking van de vrijheid van vestiging.
In het kader van de volgende bepalingen zijn beperkingen van de vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat verboden. Dit verbod heeft eveneens betrekking op beperkingen betreffende de oprichting van agentschappen, filialen of dochterondernemingen door de onderdanen van een lidstaat die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd.
De vrijheid van vestiging omvat, behoudens de bepalingen van het hoofdstuk betreffende het kapitaal:
– De toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan;
– De oprichting en het beheer van ondernemingen, en met name van vennootschappen in de zin van art. 54 alinea 2 VWEU, overeenkomstig de bepalingen welke door de wetgeving van het land van vestiging voor de eigen onderdanen zijn vastgesteld.
De auteursrechten op de inhoud van deze website behoren toe aan Europa decentraal, tenzij expliciet anders is vermeld. Aan de op de website opgenomen en via de links te ontsluiten informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Europa decentraal heeft aan het opstellen van de inhoud van de pagina’s de nodige zorg besteed. Desondanks is het mogelijk dat de site onvolledig is of onjuistheden bevat. Europa decentraal aanvaardt daarvoor geen enkele aansprakelijkheid.
Europa decentraal aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, hoegenaamd ook, direct of indirect veroorzaakt door de inhoud van de site of de inhoud van de pagina’s die door externe links beschikbaar zijn gemaakt.