2012 DAEB-pakket
In 2012 is er een nieuw DAEB-pakket in werking getreden. Voldoet compensatie voor het verrichten van een DAEB wel aan de eerste drie voorwaarden van het Altmark-arrest, maar niet aan de laatste voorwaarde (aanbesteding of selectie op basis van benchmarking), dan kan van het DAEB-pakket 2012 gebruik gemaakt worden. Het DAEB-pakket bevat vier regelgevingsinstrumenten:
- een mededeling;
- een DAEB de-minimisverordening;
- een Vrijstellingsbesluit (2012/21/EU;
- een Kaderregeling (2012/C 8/03)
Mededeling DAEB
In de Mededeling DAEB 2012 verduidelijkt de Europese Commissie een aantal staatssteunbegrippen en geeft zij een nadere invulling aan de toepassingsvoorwaarden voor het compenseren van een DAEB.
DAEB de-minimisverordening
De DAEB de-minimisverordening staat los van de ‘gewone’ de-minimisverordening (Ver (EU) Nr. 1407/2013). In de DAEB de-minimisverordening is vastgelegd dat de DAEB de-minimissteun maximaal € 500.000 mag bedragen per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Volgens de Commissie hebben bedragen onder het de-minimisplafond geen ongunstige invloed op het interstatelijk handelsverkeer (één van de cumulatieve voorwaarden voor staatssteun) en levert dit dus geen staatssteun op. Om deze reden hoeven dergelijke maatregelen niet bij de Commissie te worden aangemeld.
DAEB-Vrijstellingsbesluit
Ook het Vrijstellingsbesluit DAEB 2012 is onderdeel van het DAEB-pakket. Het besluit is van toepassing op DAEB-compensaties die voldoen aan de eerste drie Altmark voorwaarden, maar niet aan de laatste voorwaarde (namelijk selectie van een onderneming die de DAEB verricht op basis van aanbesteding of benchmarking). Er is dan wel sprake van staatssteun, maar de steun hoeft niet bij de Commissie te worden aangemeld als voldaan wordt aan de specifieke voorwaarden uit het Vrijstellingsbesluit. Deze voorwaarden zijn (gebaseerd op de oorspronkelijke Altmark-voorwaarden):
- Er is sprake van een duidelijk omschreven DAEB en de onderneming krijgt het beheer door middel van een besluit aangewezen (art. 4 Vrijstellingsbesluit).
- Het compensatiebedrag is niet hoger dan nodig om de nettokosten van de uitvoering van de DAEB te dekken. De onderneming die de DAEB beheert mag een redelijke winst ontvangen (art. 5 Vrijstellingsbesluit).
- De overheidsinstantie houdt toezicht op overcompensatie en stelt een terugbetalingsregeling op om eventuele overcompensatie door de onderneming, die de DAEB beheert, terug te laten betalen (art. 6 Vrijstellingsbesluit).
Het DAEB-Vrijstellingsbesluit biedt ruimte voor decentrale overheden om DAEB te compenseren die sociaal-maatschappelijk relevant zijn op lokaal en regionaal niveau. Het DAEB Vrijstellingsbesluit biedt daarom veel ruimte voor sociale DAEB en DAEB die gericht zijn op publieke dienstverlening op decentraal niveau.
Algemeen compensatieplafond DAEB-Vrijstellingsbesluit
Overheden die een DAEB compensatie onder het DAEB-Vrijstellingsbesluit willen vormgeven dienen rekening te houden met het algemene compensatieplafond onder het Vrijstellingsbesluit. Dit betreft een jaarlijks brutobedrag van € 15 miljoen per onderneming die een DAEB verricht (art. 2 lid 1a Vrijstellingsbesluit). Dit plafond geldt niet voor DAEB waarmee wordt voldaan aan sociale behoeften op het gebied van:
- aanbod van medische zorg door ziekenhuizen (waaronder spoedeisende) gezondheidszorg en langdurige zorg;
- kinderopvang;
- toegang tot de arbeidsmarkt en herintreding;
- sociale huisvesting;
- zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen (zie ook art. 2 lid 1b Vrijstellingsbesluit).
DAEB Kaderregeling
Kan een compensatie niet ingericht worden volgens het Altmark-arrest? En is het eveneens niet mogelijk deze onder de reikwijdte van het DAEB-Vrijstellingsbesluit of de DAEB de-minimisverordening te plaatsen? Dan kan de Commissie de DAEB compensatie verenigbaar met de interne markt verklaren op basis van de Kaderregeling DAEB.
DAEB compensaties boven de € 15 miljoen op jaarbasis (zogenaamde ‘grote DAEB’) moeten op basis van de Kaderregeling DAEB bij de Commissie gemeld worden. Uitgezonderd van deze melding zijn jaarlijkse compensaties boven de € 15 miljoen voor de speciale uitzonderingscategorieën die het DAEB-Vrijstellingsbesluit in art. 2 noemt. Voor deze categorieën van DAEB geldt het plafond van € 15 miljoen niet.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG