Onze gemeente wil de vervoersinfrastructuur in de gemeente verbeteren. Dit willen wij onder meer doen door de exploitatie van een ov-fietsenstalling te subsidiëren. Onze vraag: is staatssteun hierbij zonder meer toegestaan?
Antwoord in het kort
Nee, in beginsel is exploitatiesteun voor vervoersinfrastructuur, waaronder een ov-fietsenstalling in strijd met het staatssteunverbod. Dit verbod staat in artikel 107 lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
Toch zijn er verschillende mogelijkheden in deze situatie voor u als gemeente. Een eerste optie is gebruik te maken van een uitzonderingsmogelijkheid op het staatssteunverbod zoals genoemd in artikel 93 VWEU. Daarnaast kan onderzocht worden of de steun wellicht als een ‘Dienst van algemeen economisch belang’ (DAEB) is aan te merken of onder een zogenoemde de-minimisregeling kan vallen. Alle genoemde mogelijkheden lichten wij hieronder nader toe.
Overheidstaak: openbare infrastructuur
Het aanleggen en onderhouden van algemeen openbaar toegankelijke infrastructuur wordt gezien als een typische overheidstaak. In de beschikking Sittard en Transferium heeft de Commissie gesteld dat staatssteun voor vervoersinfrastructuur toegestaan is, wanneer de infrastructuur op niet-discriminerende basis toegankelijk is voor alle potentiële eindgebruikers. Aanbesteden is hier wel een voorwaarde.
Artikel 93 VWEU
Wanneer er geen aanbestedingsprocedure gevolgd is, kan in bijzondere gevallen aangenomen worden dat er geen ongeoorloofde staatssteun is. Artikel 93 VWEU biedt hier enige uitkomst. Dit artikel is een lex specialis (bijzondere regel die voorrang krijgt) ten aanzien van artikel 107 lid 1 VWEU.
Deze is van toepassing wanneer voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
– De overheidsbijdrage moet noodzakelijk zijn om de uitvoering van het project mogelijk te maken;
– De steun mag niet leiden tot een zodanige verstoring van de mededinging dat het gemeenschappelijke belang er door wordt geschaad.
In het geval van het transferium in Sittard was de financiering van de onderneming in kwestie in overeenstemming met deze voorwaarden. Dit was het geval omdat er een substantieel exploitatierisico voor de exploiterende onderneming bleef bestaan en de subsidie niet tot te hoge rendementsverwachtingen leidde. Daarnaast was er ook geen concurrentie in de regio Zuid-Limburg in de P+R-sector.
Wel staatssteun
Wanneer vervoersinfrastructuur, zoals ov-fietsenstallingen, niet is aanbesteed en beheerd en geëxploiteerd wordt door een onderneming die losstaat van de overheid, dienen de overheidssubsidies te worden getoetst op de aanwezigheid van staatssteun.
De-minimis
Wanneer de steun beperkt blijft tot een maximaal bedrag van € 750.000,- per drie jaar per onderneming dan zou de gemeente gebruik kunnen maken van de de-minimisverordening DAEB de-minimisverordening. Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen, hebben een beperkt effect op het handelsverkeer tussen lidstaten. Dergelijke steunmaatregelen leveren dus geen staatssteun op.
Dienst van algemeen economisch belang
De vestiging van een dienst van algemeen economisch belang zou een uitkomst kunnen bieden voor niet-rendabele vervoersinfrastructuur zoals fietsenstallingen in de buurt van (kleine) stations. Uit de uitspraak van het Gerecht van Eerste aanleg in de zaak Valmont volgt dat de exploitatie van een semi-openbare parkeerplaats niet per definitie in strijd is met de staatssteunregels. Wanneer blijkt dat de particuliere eigenaar van de parkeerplaats in het algemeen belang een last draagt, kan compensatie verleend worden op basis van de zogenoemde Altmark-criteria.
Van belang is wel dat het vierde criterium van Altmark vereist dat de onderneming die de exploitatie van de ov-fietsenstallingen op zich neemt gekozen moet worden door:
– Het volgen van een openbare aanbesteding;
– Of dat de noodzakelijke compensatie moet worden vastgesteld aan de hand van de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming zou hebben gemaakt om deze verplichtingen uit te voeren.
DAEB de-minimis
Blijft deze steun beperkt tot een maximaal bedrag van € 750.000,- per drie jaar per onderneming? En is de onderneming op de juiste wijze met een DAEB belast? Dan zou u gebruik kunnen maken van de DAEB de-minimisverordening 2023/2832. Melding bij de Europese Commissie is dan niet nodig.
Meer informatie:
Infrastructuur, Kenniscentrum Europa decentraal
Vervoer, Kenniscentrum Europa decentraal
Handreiking DAEB en Staatssteun, Kenniscentrum Europa decentraal