In het kader van een project voor verbetering van het natuurherstel in een waterwinningsgebied verleent de provincie een subsidie van € 2 miljoen aan een waterschap. Het waterschap zal diverse werkzaamheden uitvoeren, zoals de verplaatsing van de waterwinning naar een ander gebied. Er wordt nu gesteld dat het subsidiebesluit wellicht gekwalificeerd moet worden als staatssteun. Is dat inderdaad zo?
Antwoord
In principe valt een waterschap als een bestuursorgaan niet onder de werkingssfeer van de staatssteunregels (art. 107 lid 1 VWEU). Als bestuursorgaan oefent het waterschap geen economische activiteit uit. Het treedt op als overheid (voert wettelijke taken uit) en kan het niet als een onderneming in Europeesrechtelijke zin worden gezien. De vraag kan wel complicerende elementen bevatten. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van staatssteun. Bijvoorbeeld wanneer het waterschap als een onderneming optreedt (dus niet zijn wettelijke taken uitvoert).
Mededeling van de Commissie betreffende het begrip “staatssteun”
De Commissie heeft in haar Mededeling betreffende het begrip “staatssteunn” in de zin van artikel 107, lid 1, van het VWEU onder het deel-hoofdstuk 2.2 “Uitoefening van Overheidsgezag”, een aantal handreikingen gegeven om te bepalen wanneer een taak als overheidsgezag valt te kwalificeren. Dit omdat het Hof en de Commissie duidelijk hebben gemaakt dat enkel de definitie die een lidstaat hanteert, niet hoeft te betekenen dat er geen marktactiviteit plaatsvindt.
Onderneming door deel van activiteiten
Het is van belang hierbij op te merken dat een eenheid een onderneming kan zijn voor een deel van haar activiteiten en niet een onderneming voor de overige activiteiten. Daarbij is het niet van belang ‘of de staat rechtstreeks via een tot het openbaar bestuur behorend orgaan handelt dan wel via een lichaam waaraan hij bijzondere of exclusieve rechten heeft verleend.’
Om te bepalen of het communautaire mededingingsrecht van toepassing is op een onderneming, moeten eerst de activiteiten van een onderneming worden nagegaan en moet daarna worden beoordeeld of deze activiteiten al dan niet economische activiteiten zijn. Als er sprake is van het samenkomen van (potentiële) vraag en aanbod, zal er daarom snel sprake zijn van een economische activiteit, ook wanneer het een overheid is die op de vraag handelt. Echter, in de Mededeling meldt de Commissie ook:
Voor zover een overheidsinstantie een economische activiteit verricht die van de uitoefening van haar
bevoegdheden van openbaar gezag kan worden losgekoppeld, handelt die instantie, wat deze activiteit betreft, als onderneming. Indien daarentegen die economische activiteit niet van de uitoefening van haar bevoegdheden van openbaar gezag kan worden gescheiden, hangen alle door die instantie verrichte activiteiten samen met de uitoefening van deze bevoegdheden — en vallen zij dus niet onder het begrip „onderneming”.
Aéroports de Paris
Het Gerecht van Eerste Aanleg heeft bijvoorbeeld in de zaak van Aéroports de Paris een onderscheid gemaakt tussen de zuiver administratieve taken van Aéroports de Paris, met name toezichtactiviteiten, en het beheer en de exploitatie van de Parijse luchthavens, die vergoed worden door middel van commerciële vergoedingen, welke variëren met de omzet; eerstgenoemde activiteiten worden beschouwd als niet-commerciële activiteiten, laatstgenoemde als commerciële activiteiten.
In een andere zaak heeft het Hof besloten dat inspectie om verontreiniging in een haven tegen te gaan, niet een economische activiteit is aangezien het ‘een taak van algemeen belang is die behoort tot de kerntaken van de staat op het gebied van de bescherming van het mariene milieu’ en als dusdanig ‘wegens hun aard en doel en de regels waaraan zij zijn onderworpen, komen dergelijke inspectiewerkzaamheden dan ook neer op het uitoefenen van prerogatieven inzake de bescherming van het milieu, die typisch overheidsprerogatieven zijn.’
Geen staatssteun
Het gaat in ieder geval om taken die niet onder de wettelijke verplichtingen van een bestuursorgaan vallen. In het geval van het waterschap zal er dus geen sprake zijn van staatssteun als het door middel van dit project zijn taken op grond van bijvoorbeeld de Wet op de waterhuishouding of de Wet verontreiniging oppervlaktewateren uitvoert.
Het bovenstaande neemt overigens niet weg dat het waterschap, als het de feitelijke werkzaamheden gaat uitbesteden, de eventuele Europese aanbestedingsplicht in acht moet nemen.