HvJ-EG, 15 januari 1998. Zaak C-44/96. In deze zaak gaat het om het de uitlegging van de voorwaarden van het begrip ‘publiekrechtelijke instelling’ (art. 1 lid 9c richtlijn 2004/18). Het Hof bepaalde dat een aanbestedende dienst naast wettelijke taken ook commerciële taken kan verrichten. De voorwaarde dat de instelling moet zijn opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang betekent niet dat ze geen andere taken mag hebben.
De zaak
De Oostenrijkse Staatsdrukkerij is opgericht om de vervaardiging van officiële documenten (paspoorten, rijbewijzen) te verzorgen. De drukkerij heeft hier als enige toestemming voor en moet zich houden aan veiligheids- en vertrouwelijkheidsnormen. De vraag rees of de Oostenrijkse Staatsdrukkerij wel als aanbestedende dienst kan worden aangemerkt, omdat ze naast wettelijke taken ook commerciële taken verricht. Ter beantwoording wordt getoetst aan de drie cumulatieve voorwaarden zoals weergeven in art. 1 lid 9 richtlijn 2004/18.
Behoeften van algemeen belang (eerste criterium)
Het Hof stelt dat de staatsdrukkerij voorziet in behoeften van algemeen belang anders dan die van industriële of commerciële aard. De documenten die de staatsdrukkerij verplicht is te vervaardigen, houden nauw verband met de openbare orde en de institutionele werking van de staat.
Andere taken
De voorwaarde dat de instelling moet zijn opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang betekent niet dat ze geen andere taken mag hebben. In deze zaak was zelfs in de oprichtingswet van de Staatsdrukkerij vermeld dat het bedrijf wordt uitgeoefend volgens de commerciële beginselen.
Relatief deel
Voor het voldoen aan het eerste criterium is niet relevant of de voorziening in behoeften van algemeen belang slechts een relatief klein deel uitmaakt van de activiteiten van een aanbestedende dienst.
Rechtspersoonlijkheid (tweede criterium)
Volgens de nationale wet heeft de staatsdrukkerij rechtspersoonlijkheid.
Invloed staat (derde criterium)
De prijzen van de te vervaardigen documenten worden door de overheid bepaald. Bovendien is een overheidsorgaan belast met het toezicht op de drukkerij. Het derde criterium wordt ook vervuld. De drukkerij voldoet aan de cumulatieve voorwaarden en wordt daarom door het Hof aangemerkt als
publiekrechtelijke instelling. Het maakt dus niet uit of de instelling naast taken van algemeen belang ook commerciële taken verricht.