Europese rechtspraak

Publicatie: 14 maart 2017

Door:


HvJ-EG, 3 oktober 2000. Zaak C-380/98. In deze zaak verduidelijkt het Hof de derde voorwaarde van het begrip publiekrechtelijke instelling (art. 1 lid 9c richtlijn 2004/18) en wat de activiteiten in de hoofdzaak door de staat worden gefinancierd. Er wordt uitgeweid wat openbare financiering behelst, wat onder ‘in hoofdzaak moet worden verstaan en welke gelden daartoe gerekend moeten worden.

Cambridge

Het Britse ministerie van Financiën had de universiteit van Cambridge evenals andere universiteiten op de lijst van publiekrechtelijke instellingen gehandhaafd (bijlage I bij richtlijn 93/37). Volgens de richtlijn moeten publiekrechtelijke instellingen als aanbestedende diensten worden beschouwd indien onder meer de activiteiten in hoofdzaak door de staat, de territoriale of andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd.

Prejudiciële vraag

De prejudiciële vraag betrof met name de vraag wat er verstaan moet worden onder:

  • gefinancierd door een of meer aanbestedende diensten;
  • welke gelden (zoals beurzen, toelagen en onderzoeksvergoedingen) daartoe gerekend moeten worden;
  • wat onder in hoofdzaak moet worden verstaan;
  • en over welke periode de financiering zich moet uitstrekken.

Openbare financiering

Volgens het Hof moeten vergoedingen ter ondersteuning van onderzoekswerk en toelagen of studiebeurzen die door plaatselijke onderwijsinstanties worden betaald ter dekking van de collegegelden worden beschouwd als een vorm van openbare financiering door de aanbestedende dienst. Niet als openbare financiering moet worden aangemerkt vergoedingen van aanbestedende diensten die onderzoekswerk omvat of als tegenprestatie voor adviesverlening of de organisatie van conferenties.

In hoofdzaak

Onder ‘in hoofdzaak’ moet volgens het Hof worden verstaan: voor meer dan de helft zonder dat er van enige kwalitatieve uitlegging als overwicht of overhand sprake hoeft te zijn, etc.

Percentage financiering

Om het percentage financiering van een bepaalde instelling correct te kunnen beantwoorden dient volgens het Hof rekening te worden gehouden met alle inkomsten van de instelling, met inbegrip van de inkomsten die voortvloeien uit commerciële activiteiten.

Kwalificatie aanbestedende dienst

De kwalificatie van een instelling als aanbestedende dienst moet op jaarbasis geschieden: het begrotingsjaar waarin de aanbestedingsprocedure wordt geopend wordt door het Hof als meest geschikte periode geacht.