Hof van Justitie, 25 oktober 2001. Zaak C 475/99. In deze zaak voerde Ambulanz Glöckner spoedeisend en niet-spoedeisend ziekenvervoer uit. Voor de uitvoering van het spoedeisende vervoer had de onderneming een DAEB opgelegd gekregen. Dit niet-winstgevende deel werd betaald uit de winst van het niet-spoedeisende vervoer.
Hof
Volgens het Hof van Justitie was deze kruissubsidiëring mogelijk, omdat de twee diensten niet los van elkaar konden worden gezien en hiermee de uitvoering van een Dienst van Algemeen Economisch Belang verzekerd werd.