HvJ-EU, 2 juni 2005. Zaak C-394/02. Het Hof herhaalt in deze zaak dat er voor het bestaan van een rechtvaardiging van een beroep op dwingende spoed, voldaan moet zijn aan de cumulatieve voorwaarden. Er moet sprake zijn van een onvoorziene gebeurtenis, van dwingende spoed die onverenigbaar is met de in acht te nemen termijnen en tussen de onvoorziene gebeurtenis en de dwingende spoed moet een causaal verband zijn.