Europese rechtspraak

Publicatie: 21 juli 2005

Door:


HvJ-EG, 21 juli 2005. Zaak-231/03. In deze zaak heeft het Hof heeft een aanbestedende dienst een opdracht rechtstreeks toegewezen aan een vennootschap waarvan het kapitaal overwegend in handen van de overheid is. Het Hof oordeelt dat hier geen sprake is van aandeel toezicht zoals op eigen diensten, omdat de aanbestedende dienst slechts 0,97% van het kapitaal van de vennootschap beheert.

De zaak

De gemeente Cingia de’ Botti heeft in 1999 een concessie direct toegewezen aan Padania, een gelieerde vennootschap. De concessie bestond uit het beheer van de gasdistributie en het onderhoud van de installaties voor de distributie van methaangas. Het Hof moet nagaan of bij de directe toewijzing wel voldaan is aan de eisen van transparantie.

Hof

Volgens het Hof betekenen de eisen van transparantie niet per se een verplichting tot het volgen van een aanbestedingsprocedure. Maar een onderneming in een andere lidstaat dan de Italiaanse republiek moet wel toegang krijgen tot alle informatie over de concessie, vóór de toewijzing ervan. Op deze manier zou de onderneming, als zij zou willen, interesse voor de concessie kunnen tonen (r.o. 21).

De-minimisgrens

Het Hof introduceert ‘de-minimis’ grens waarbij de inbreuk op het EG-verdrag te klein en te toevallig is om te spreken van een schending van de bepalingen van het vrij verkeer. Een specifieke grens/drempel geeft de Europese rechter echter niet aan.

Eerlijke concurrentie

Het Hof refereert aan het feit dat de aanbestedingsregels zijn opgesteld om binnen de EU de vrije, eerlijke concurrentie te stimuleren. En ten behoeve van de totstandkoming van een interne markt. Het beginsel van gelijke behandeling is daarbij een belangrijk uitgangspunt. In de zaak werd een opdracht direct gegund aan een gelieerde instelling. De aanbestedingsregels werden niet toegepast. Dit heeft tot gevolg dat de private onderneming die kapitaal heeft ingebracht, een oneerlijk voordeel geniet tegenover zijn directe concurrenten.

Volgens het Hof is een inbestedingszaak in strijd met bepalingen uit het EG-verdrag wanneer niet is voldaan aan de eisen van transparantie. In dit geval was het kapitaal overwegend in handen van de overheid, en bezat de gemeente een deelneming van 0,97%.