HvJ-EG, 18 december 2007. Zaak C-220/06. In deze zaak gaat het om het toepassen van de postliberaliseringsrichtlijn en aanbestedingsrichtlijnen bij een directe gunning. Het instellen van een uitsluitend recht kan enkel worden verleend wanneer dit verenigbaar is met het VWEU. In het Correos-arrest is bepaald dat er geen uitzondering bestaat op de Europese aanbestedingsplicht, wanneer dit onverenigbaar is met de doelstellingen van de Europese richtlijn voor postdiensten.
Situatie
Het Spaanse ministerie van OC&W had een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Correos, een openbare maatschappij voor post en telegrafie, een staatsbedrijf met uitsluitend openbaar kapitaal. Het ging om het verrichten van post en telegraafdiensten. Zij hebben hiertoe geen openbare aanbestedingsprocedure gevolgd. De Spaanse beroepsfederatie van postbedrijven maakte hiertegen bezwaar.
Prejudiciƫle vraag
De Spaanse rechter stelde de volgende prejudiciƫle vraag: verzetten de art. 43, 49 en 86 EG-Verdrag bij toepassing van de postmarkt-liberalisatie en aanbestedingsrichtlijnen, zich tegen de gesloten overeenkomst?
Hof
Het Hof stelt dat de betreffende samenwerkingsovereenkomst niet kan ontsnappen aan toepassing van de Aanbestedingsrichtlijn Diensten.
Alleenrecht en Postliberaliseringsrichtlijn
De derde voorwaarde voor een beroep op de alleenrecht-uitzondering luidt dat de bepaling over het alleenrecht verenigbaar is met het VWEU. Hier is volgens het Hof niet aan voldaan. De nationale bepaling waarbij de nationale leverancier van de universele postdienst het uitsluitend recht wordt verleend is onverenigbaar met de doelstelling van de postliberaliseringsrichtlijn (97/67).
Deze luidt: de invoering van een geleidelijke en gecontroleerde liberalisatie van de postsector. De toepassing van de Spaanse regeling die in deze zaak aan de orde is, zou betekenen dat in de praktijk alle door een Spaanse overheidsinstantie benodigde postdiensten zouden kunnen worden geleverd door Correos. De hier bijkomende uitsluiting van alle andere postbedrijven gaat in tegen de doelstelling van de postliberaliseringsrichtlijn.
Secundaire wetgeving
De verlening van alleenrecht moet verenigbaar zijn met het VWEU. De nationale bepaling waarbij het recht wordt verleend moet ook in overeenstemming zijn met secundaire EU-wetgeving (r.o. 64-66).