Europese rechtspraak

Publicatie: 30 mei 2017

Door:


Europese Commissie tegen Estland, 20 juli 2010. Besluit N196/2010. In deze zaak keurde de Europese Commissie DAEB compensatiesteun goed op basis van art. 106 lid 2 VWEU, de Altmakvoorwaarden, de DAEB Vrijstellingsbeschikking en de Breedbandrichtsnoeren. Estland heeft een project aangemeld dat het hele land van breedbanddekking moest voorzien. Volgens de Commissie voldoet Estland aan alle Altmarkvoorwarden, waaronder aanbesteding.

EU doelstellingen

De Commissie noemt een aantal EU doelstellingen die de DAEB compensatie mogelijk maakt, waaronder het tegen gaan van de digitale kloof tussen plattelands- en stedelijke gebieden. Ook noemt zij het stimuleren van sociale cohesie.

Marktfalen

Het marktfalen van de Estse markt is de voornaamste reden voor het goedkeuren van de compensatie. De markt kon niet voldoende kapitaalinjecties in dit project steken.

Openbare dienstverplichting

Tot slot heeft de Estse overheid aangegeven dat via een aanbestedingsprocedure meerdere ondernemingen die actief zijn op lokaal niveau, belast zullen worden met de openbare dienstverplichting.

Commissie

De Commissie heeft in de besluitpraktijk de marktfalenbenadering uit de eerste breedbandzaken vaste vorm gegeven. De toegang tot breedbandnetwerken in plattelandsgebieden waar effectief particulier initiatief uitblijft, geldt als DAEB. De markt kan niet voorzien in deze publieke dienst.

Daarnaast is de kans dat de Commissie de aanleg van breedband eerder goedkeurt op basis van de Europese doelstelling op het gebied van sociale cohesie en het tegengaan van een digitale kloof tussen plattelands- en urbane gebieden.

Van belang is dat compensatiesteun voor de aanleg van breedbandnetwerken voldoet aan de Altmarkvoorwaarden in combinatie met de bepalingen uit de breedbandrichtsnoeren. Uit par. 3.5.2. volgt dat ook nadere regelgeving van de Commissie over de toepassing van de Altmarkvoorwaarden en de staatssteunregels benut kan worden bij het vestigen van een DAEB voor de aanleg van breedband.

Openbaredienstconcessie en breedband

Wil een gemeente of een provincie de DAEB-aanpak onderzoeken, dan is uit de Franse Pyrénées-Atlantiques beschikking (N-38/2004) (en de vergelijkbare beschikkingen Limousin (N 382 /2004) en Hauts-de-Seine (N-331/2008) op te maken hoe de Commissie de criteria uit het Altmark-arrest bij het beoordelen van een openbaredienstconcessie voor de aanleg en het beheer van een breedbandnetwerk hanteert.

Gebieden met weinig dekking

In deze zaken ging het om gebieden met weinig dekking. De winnaar van de aanbesteding werd gekozen op basis van het laagst gevraagde steunbedrag. Het bedrag van de toegekende compensatie werd bepaald op basis van vooraf vastgestelde en transparante criteria. Zo kon de Commissie geen overcompensatie of risico aantonen.