Europese rechtspraak

Publicatie: 6 augustus 2013

Door:


HvJ EU, 8 maart 2011. Zambrano tegen RVA

Zaak C-34/09. In deze zaak heeft art. VWEU naast art. 21 een zelfstandige betekenis gekregen. Het Europese Hof verleende aan illegaal verblijvende ouders met de nationaliteit van een derde land het recht op een verblijfsvergunning en een werkvergunning, omdat hun kinderen de EU-nationaliteit hadden.

Uitzetting ouders

Uitzetting van de illegaal in Belgiƫ verblijvende Colombiaanse ouders had feitelijk tot gevolg dat de kinderen verplicht werden het EU-grondgebied te verlaten. Volgens het Hof werd deze kinderen het effectieve genot van de met hun status van Unieburger verbonden rechten ontzegd.

HvJ EU, 5 mei 2011. McCarthy tegen Secretary of State for the Home Department

Zaak C-434/09. Bijna twee maanden later oordeelde het Hof echter in de zaak McCarthy dat EU-burgers die nooit hun recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend, zich niet kunnen beroepen op het EU-burgerschap om het verblijf van hun echtgenoot die uit een derde land komt, te regulariseren. Het Hof heeft in deze zaak duidelijk gemaakt dat de Zambrano-uitspraak een uitzonderlijke situatie betrof.

Zambrano uitzonderlijke uitspraak

Het uitzonderlijke karakter van de zaak Zambrano wordt ook bevestigd in de nationale rechtspraak. Uit een inventarisatie van op rechtspraak.nl gepubliceerde nationale uitspraken is af te leiden dat Nederlandse rechters niet snel een beroep op de Zambrano-uitspraak accepteren.