HvJ EG, 2 oktober 2003. Carlos Garcia Avello
Zaak C-148/02. In 2004 werd de Nederlandse Wet Conflictenrecht Namen aangepast op grond van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak Garcia Avello.
Volgens het Hof brengen de bepalingen over het discriminatieverbod op grond van nationaliteit en het burgerschap van de EU het volgende met zich mee: kinderen, die behalve de nationaliteit van de EG-lidstaat waar zij verblijven, ook de nationaliteit van een andere lidstaat bezitten, mogen hun achternaam wijzigen in de naam die zij volgens het recht van de andere lidstaat zouden hebben.
HvJ EG, 17 september 2002. Baumbast
Zaak C-413/99. In deze zaak concludeerde de rechter dat kinderen van migrerende werknemers die in het bezit van het Europees burgerschap, in de betreffende lidstaat mogen verblijven om algemeen onderwijs te volgen.
Het feit dat de ouders van die kinderen inmiddels zijn gescheiden, dat slechts één van de ouders EU-burger is en die ouder in het gastland niet langer migrerende werknemer is, of dat de kinderen zelf geen EU-burger zijn, heeft daarop geen enkele invloed.
Bovendien geldt dat de ouder die de kinderen verzorgt bij hen mag blijven om de uitoefening van dit recht op onderwijs te vergemakkelijken.
HvJ EU, 8 maart 2011. Ruiz Zambrano
Zaak C-34/09. Het oordeelde dat ouders die zelf geen EU-burger zijn, maar wel een minderjarig kind of kinderen hebben die het EU-burgerschap bezitten, verblijfsrecht hebben als anders de minderjarige wordt gedwongen de EU met hen te moeten verlaten.
Overige zaken
Overige uitspraken van het Europees Hof van Justitie met betrekking tot het Europees burgerschap zijn:
– Zaak C-184/99, over vrij verkeer van studenten en de daarvoor benodigde financiële voorzieningen;
– Zaak C-456/02, over een dakloze, het verblijfsrecht en verbod op discriminatie bij toekenning van sociale voordelen;
– Zaak C-200/02, over verblijfsrecht van een kind met nationaliteit van een lidstaat, en zijn ouders die derdelanders zijn.