HvJ-EG, 6 november 2003. Zaak C-243/01. In het Gambelli-arrest oordeelt het Hof over de algemene voorwaarden die verbonden zijn aan de alleenrechtuitzondering en de dwingende redenen van algemeen belang.
Italiaanse wet
Op grond van de art. 4 lid 1 ev. 4 bis en 4 ter van de Italiaanse wet nr. 401 is het voor iedereen (onder strafbedreiging) verboden om waar dan ook activiteiten te verrichten op het gebied van inzamelen, aannemen, registreren en doorgeven van voorgestelde weddenschappen op, met name de uitslag van sportevenementen. Tenzij iemand een door het nationale recht vereiste concessie of vergunning bezit.
Prejudiciƫle vraag
Het Italiaanse Tribunale di Ascoli Piceno heeft het Hof gevraagd of deze nationale voorschriften verenigbaar zijn met art. 43 ev. en art. 49 ev. EG-Verdrag, betreffende de vrije vestiging en het vrij verrichten van grensoverschrijdende diensten. En wat de gevolgen zijn voor de nationale rechtsorde.
Hof
Het Hof stelt dat de nationale regeling een beperking vormt van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten (art. 43 en 49 EG-Verdrag). Het is aan de verwijzende rechter om na te gaan of:
- een dergelijke regeling, gelet op de wijze waarop zij wordt toegepast, daadwerkelijk beantwoordt aan de ter rechtvaardiging ervan aangevoerde doelstellingen;
- de beperkingen die voortvloeien uit de regeling, gelet op de doelstellingen, niet onevenredig zijn.
Voorwaarden alleenrecht
Een alleenrecht moet gerechtvaardigd zijn, door:
- een uitdrukkelijk in het Verdrag genoemde uitzondering;
- dwingende redenen van algemeen belang.
De redenen moeten:
- geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen;
- niet verder gaan dan noodzakelijk;
- zonder discriminatie worden toegepast (r.o. 65 Gambelli).