HvJ-EU, 3 september 2010. Prejudiciële zaak C-348/10. Deze zaak gaat over een concessieovereenkomst voor het verrichten van openbaarvervoer-diensten. De vraag is of art. 1(3)(b) richtlijn 2004/17/EG zo moet worden uitgelegd dat een overeenkomst voor het verrichten van openbaar busvervoer als een concessieovereenkomst moet worden beschouwd, wanneer de tegenprestatie gedeeltelijk bestaat uit het recht om de betrokken diensten te exploiteren. De aanbestedende dienst vergoedt de dienstverrichter ook voor het verlies dat hij lijdt. Een samenvatting van de uitspraak vindt u onder jurisprudentie concessies.