Concessies
Drempels
Overheidsopdracht
Samenwerking
Aanbestedingsrichtlijnen
Veelgestelde vragen: voorstel voor de concessierichtlijn, Europese Commissie
Decentrale overheden kunnen bij opdrachtverlening ook te maken krijgen met concessies/concessieovereenkomsten voor (openbare) werken en voor diensten. Zij geven de concessiehouder(s) daarmee een exclusief exploitatierecht op het te realiseren werk of dienst. Denk bijvoorbeeld aan de exploitatie van parkeergarages, zwembaden, reclamemasten, afvalverwerking of bij vervoersconcessies.
Inhoudsopgave
Bij concessies is er niet alleen sprake van verlening van een ‘klassieke’ overheidsopdracht – bijvoorbeeld voor het opleveren van een bouwwerk – maar gaat deze opdracht vergezeld met het vergeven van een exploitatierecht.
De voormalige aanbestedingsrichtlijn 2004/18 bevatte al enkele bepalingen over concessies. Met de komst van de aparte Europese concessierichtlijn 2014/23 wordt de toepassing van de aanbestedingsregels rondom concessieopdrachten verduidelijkt. Via aanpassing van de Aanbestedingswet 2012 per 1 juli 2016 is deze concessierichtlijn in een apart deel (2a) in de Nederlandse wet geïmplementeerd.
De richtlijn 2014/23 onderscheidt twee soorten concessieovereenkomsten:
Een concessieovereenkomst voor werken betreft een overeenkomst met dezelfde kenmerken als overheidsopdrachten voor werken. Alleen bestaat de tegenprestatie bij een concessie hetzij uit uitsluitend het recht het werk dat het voorwerp van de overeenkomst vormt, te exploiteren, hetzij in dit recht en een betaling (art. 5 lid 1 sub a richtlijn 2014/23).
Een voorbeeld van een concessie voor werken is een decentrale overheid die aan een andere partij een opdracht verleent om een parkeergarage te bouwen en te exploiteren. De verlening van het recht om het werk te exploiteren vormt een tegenprestatie voor de bouw van de garage. Op de pagina concessieovereenkomsten voor openbare werken vindt u meer achtergrondinformatie.
Een concessieovereenkomst voor diensten betreft een overeenkomst met dezelfde kenmerken als overheidsopdrachten voor diensten. Echter, de tegenprestatie voor de te verlenen diensten bestaat hetzij uitsluitend in het recht de diensten die het voorwerp van het contract vormen te exploiteren, hetzij in dit recht en een betaling (art. 5 lid 1 sub b richtlijn 2014/23).
Een voorbeeld is de verlening van een overheidsopdracht van een decentrale overheid aan een andere partij, om een welzijnsdienst of reclamediensten uit te voeren en te exploiteren. Op de pagina concessieovereenkomsten voor diensten vindt u meer achtergrondinformatie.
Met de komst van de nieuwe Europese concessierichtlijn 2014/23 is er voor het eerst een aparte aanbestedingsrichtlijn speciaal voor concessies. In de richtlijn worden de (bestaande) verplichtingen voor het gunnen van concessies voor openbare werken (uit voormalig richtlijn 2004/18) expliciet uitgebreid naar alle concessies voor diensten. De richtlijn bevat geen opsomming van mogelijk of verplicht te volgen aanbestedingsprocedures voor dienstenconcessies.
Om gelijke behandeling en transparantie gedurende het gunningsproces zeker te stellen, voorziet de richtlijn in een aantal elementaire waarborgen waaraan decentrale overheden zich moeten houden. Deze betreffen:
Lees meer hierover in onze Notitie nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen (hoofdstuk 5 over concessies).
Voordat de aparte concessierichtlijn in 2014 werd aangenomen, publiceerde de Commissie al in 2011 het voorstel 2011/0437 COD voor deze richtlijn. In hoofdstuk 4 van ons Feuilleton voorstellen nieuwe aanbestedingsrichtlijnen leest u hier meer over. Ook in het document Verduidelijking toepassingsgebied Aanbestedingsrichtlijnen bij concessies leest u achtergrondinformatie over de voorgeschiedenis, ook al van voor 2011.
De Commissie bracht eind 2011 ook al een overzicht met veelgestelde vragen over concessies uit. Het voorstel verwerkt de bestaande jurisprudentie over concessies.
De richtlijn moet transparantie, eerlijkheid en rechtszekerheid bij de gunning van concessies waarborgen. Dit zal leiden tot betere investeringskansen en uiteindelijk bijdragen aan meer diensten en werken van betere kwaliteit. De richtlijn geldt voor concessies die na de inwerkingtreding van de richtlijn worden gegund. De voordelen van de concessierichtlijn komen naar verwachting tot stand dankzij een aantal procedurele eisen en verduidelijkingen die voor de gunning van concessies gelden. Daarbij worden twee belangrijke doelstellingen nagestreefd:
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en heeft u een vraag over concessies? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
HvJ-EG, 17 juli 2008. Zaak C-347/06. In deze zaak heeft het Hof geoordeeld dat automatische verlengingen voor concessies die eerder worden stopgezet door een aanbestedende dienst onder bepaalde omstandigheden geoorloofd zijn. De verlening dient als doel om te voorzien in een overgangsperiode, wanneer dat vanwege het rechtzekerheidsbeginsel noodzakelijk is voor de medecontractanten van de concessie.
HvJ-EG, 13 september 2007. Zaak C-260/04. In deze zaak heeft het Hof bepaald dat het geheel ontbreken van een aanbesteding met het oog op de toewijzing van de concessies voor het beheer van paardenweddenschappen in strijd zijn met de verdragsbeginselen. Alhoewel lidstaten vrij zijn beleidsdoelstellingen op het gebied van kansspelen te bepalen, dienen uitzonderingen van aanbestedingen wel gerechtvaardigd te worden onder een dwingende reden van algemeen belang.
HvJ-EU, 22 april 2010. Zaak C-423/07. In deze zaak gaat het om de procedures bij het geven van een concessieopdracht. Volgens het Hof bestaat er in de procedurele eisen voor de aankondiging van een aanbesteding geen verschil tussen een concessieovereenkomst voor openbare werken en een overeenkomst met dezelfde kenmerken als overheidsopdracht voor de uitvoering van werken, met uitzondering van de te leveren tegenprestatie van de aanbestedende dienst.
HvJ-EG, 26 april 1994. Zaak C-272/91. Het gaat in deze zaak om de uitputtendheid van de voorwaarden bij het plaatsen van overheidsopdrachten. Het Hof bepaald dat concessievoorwaarden duidelijk moeten worden neergelegd en er niet van afgeweken mag worden. Daarnaast dient de concessiehouder daadwerkelijke verantwoordelijkheid te dragen voor taken die zij uitvoert in het kader van het publiek belang.
HvJ-EU, 14 november 2013. Zaak C-388/12. Het Hof oordeelt in deze zaak dat aanbestedende diensten een concessie voor openbare diensten zonder aanbesteding mogen gunnen, mits die gunning voldoet aan het transparantiebeginsel.
HvJ-EU, 10 mei 2012. Gevoegde zaken C-357/10, C-358/10 en C-359/10. Een Italiaanse regeling op grond waarvan bij een openbare aanbestedingsprocedure alleen een concessie kan worden verleend aan een vennootschap die beschikt over een minimaal volgestort kapitaal van € 10 miljoen is in strijd met het vrij verkeer van diensten en het vrij verkeer van vestiging. Deze uitspraak is relevant voor decentrale overheden omdat zij bij het opleggen van eisen in aanbestedingsprocedures rekening moeten houden met de vrij verkeersregels. Het Hof heeft in dit arrest duidelijk de stappen uiteengezet die zij volgt bij het toetsen van eisen bij aanbestedingsprocedures aan de vrij verkeersbepalingen.
Zie voor meer informatie het Eurrest van november 2012.
HvJ-EU, 10 november 2011. Zaak C-348/10. In deze zaak bepaalde het Hof dat voor het verlenen van een concessie van een openbare dienst het noodzakelijk is dat het exploitatierisico wordt overgedragen aan de concessiehouder.
HvJ-EG, 13 oktober 2005. Zaak C-458/03. In deze zaak legt het Hof uit wat het toezichtcriterium inhoudt, welke leidend is voor het bepalen van een gezagsstructuur tussen concessieverlenende en concessiehoudende overheidsinstanties.
HvJ-EU, 14 juli 2016. Gevoegde zaken C‑458/14 en C‑67/15. Deze zaken zien op concessieverleningen door Italiaanse autoriteiten voor het gebruik van openbare grond bij het Gardameer en de kust van Sardinië ten behoeve van een kiosk, kade, pier of stuk strand. Het Hof behandelt in de gevoegde zaken vragen over onder meer de afbakening van de Dienstenrichtlijn (2006/123) ten opzichte van de aanbestedingsrichtlijn inzake concessieovereenkomsten (2014/23). Het Hof overweegt dat het voor een concessieovereenkomst van belang is dat de gesloten overeenkomst over een bepaalde economische vrijheid beschikt, om te bepalen hoe hij dit recht exploiteert en parallel sterk blootstaat aan de risico’s van deze exploitatie.
HvJ-EU, 10 maart 2011. Zaak C-274/09. In deze zaak overweegt het Hof dat het verschil tussen een concessieovereenkomst en een overheidsopdracht voor diensten ligt in de tegenprestatie voor de dienstverlening. Het economische exploitatierisico dat een ondernemer bij een concessieovereenkomst kent moet worden opgevat als het risico van blootstelling aan de grillen van de markt.
HvJ-EG, 7 december 2000. Zaak C-324/98. In deze zaak heeft het Hof bepaald dat concessieovereenkomsten niet onder de werkingssfeer van richtlijn 93/38 (oude aanbestedingsrichtlijn voor nutssectoren) vallen. Dit neemt echter niet weg dat de fundamentele regels van het VWEU bij dergelijke overeenkomsten in acht moeten worden genomen.
Drempels
Overheidsopdracht
Samenwerking
Aanbestedingsrichtlijnen
Veelgestelde vragen: voorstel voor de concessierichtlijn, Europese Commissie
Reactie VNG, UvW en IPO (maart 2012) op nieuwe richtlijnvoorstellen
BNC-Fiches 13 en 14 (januari 2012) Nederlandse standpunten
Vorig jaar mei heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een boete opgelegd aan de Nederlandse Spoorwegen (NS) wegens machtsmisbruik bij een aanbesteding. De ACM heeft het door de NS gemaakte bezwaar tegen dit besluit in een besluit van 29 maart 2018 ongegrond verklaard. Lees het volledige bericht
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft de Nederlandse Spoorwegen (NS) een boete opgelegd van € 40 miljoen wegens machtsmisbruik bij een aanbesteding. Justitie is van plan zo snel mogelijk een rechtszaak aan te spannen tegen de betrokken verdachten.
De deadline van 18 april 2016 voor de implementatie van de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen en de nieuwe concessierichtlijn gaat niet gehaald worden. Hierdoor leven er veel vragen over de mogelijke rechtstreekse werking van deze richtlijnbepalingen. De komende tijd zullen er meerdere initiatieven worden ontplooid om ook decentrale overheden meer duidelijkheid te kunnen verschaffen over welke bepalingen uit de nieuwe Europese richtlijnen wel en mogelijk niet direct per 18 april al toegepast dienen te worden.
Op 22 maart 2016 stemde de Tweede Kamer over de voorgestelde wijzigingen van de Aanbestedingswet. Dit in verband met de implementatie van de Europese Aanbestedingsrichtlijnen 2014/23, 2014/24 en 2014/25. Het wetsvoorstel is door de Tweede Kamer met een ruime meerderheid aangenomen.
Decentrale overheden krijgen meer vrijheid bij aanbestedingen en meer ruimte voor innovatie. Ook wil de Europese Commissie meer eerlijke concurrentie stimuleren en minder bureaucratie. Dit volgt uit drie nieuwe aanbestedingsrichtlijnen waar de commissie Interne Markt van het Europees Parlement op 5 september 2013 mee heeft ingestemd.
Lees het volledige bericht
De Europese Commissie wordt in het ongelijk gesteld door het Hof van Justitie EU in een uitspraak (C-576/10) die het Hof op 11 juli heeft gedaan. De Europese Commissie was eerder naar aanleiding van een klacht een inbreukprocedure gestart tegen de gemeente Eindhoven en Nederland omdat zij van mening was dat de gemeente bij het project centrum Doornakkers ten onrechte de aanbestedingsrichtlijn 2004/18 niet had toegepast. Het Hof stelt dat de adviesnota van de gemeente uit 2002 de beslissing betreft waarvan de Commissie beweert dat die in strijd met het Unierecht zou zijn. Op dat moment was aanbestedingsrichtlijn 2004/18 nog niet vastgesteld en de richtlijn is dus niet van toepassing, aldus het Hof.
Richtlijn 2014/23
Voorstel concessierichtlijn (december 2011)
Werkprogramma 2010 Europese Commissie met een initiatief voor een concessierichtlijn
Mededeling (november 2005) over PPS en gemeenschapsrecht voor overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten
Groenboek (april 2004) PPS en concessies
Interpretatieve mededeling (april 2000) over concessies
Notitie Europa decentraal over de nieuwe richtlijnvoorstellen (versie 15 juli 2014 en versie 15 januari 2016), hoofdstuk 5
Feuilleton voorstellen van Europa decentraal over de nieuwe aanbestedingsrichtlijnen (februari 2012) hoofdstuk 4 over concessierichtlijn
Handboek Aanbestedingsrecht, Pijnacker Hordijk, Nouhuys en van der Bend
Aanbestedingsrecht voor overheden, Essers
Artikel: De Concessierichtlijn, Implementatie in Nederland en België. mr. R.S. Damsma, prof. mr. G.W.A. van de Meent en mr. F. Vlassembrouck, Tijdschrift voor Staatssteun, Jaargang 6, December 2015
De auteursrechten op de inhoud van deze website behoren toe aan Europa decentraal, tenzij expliciet anders is vermeld. Aan de op de website opgenomen en via de links te ontsluiten informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Europa decentraal heeft aan het opstellen van de inhoud van de pagina’s de nodige zorg besteed. Desondanks is het mogelijk dat de site onvolledig is of onjuistheden bevat. Europa decentraal aanvaardt daarvoor geen enkele aansprakelijkheid.
Europa decentraal aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, hoegenaamd ook, direct of indirect veroorzaakt door de inhoud van de site of de inhoud van de pagina’s die door externe links beschikbaar zijn gemaakt.