Het Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW) beschrijft de procedures voor het aanbesteden van overheidsopdrachten voor werken. Gemeenten, provincies en waterschappen zijn verplicht om het ARW toe te passen als zij opdrachten voor werken willen aanbesteden die onder de drempelwaarden liggen. Het ARW en de Gids Proportionaliteit zijn onderdeel van het aanbestedingsbeleid en vullen de Aanbestedingswet 2012 aan.
Op deze pagina leest u wanneer het ARW van toepassing is en hoe het ARW te gebruiken is. Meer informatie over de aanbestedingswetgeving vindt u op onze pagina over de Aanbestedingsregels.
Wanneer is het ARW van toepassing?
Als gemeenten, provincies of waterschappen een overheidsopdracht voor werken willen aanbesteden die onder de Europese drempelwaarden liggen, zijn zij verplicht om het ARW toe te passen. Wanneer opdrachten voor werken boven de Europese drempelwaarden komen, staat het decentrale overheden vrij om het ARW toe te passen. Ook kunnen decentrale overheden het ARW vrijwillig toepassen op aan werken gerelateerde diensten en leveringen.
Bij het toepassen van het ARW geldt het pas-toe-of-leg-uit-beginsel. Dit houdt in dat decentrale overheden in aanbestedingsstukken moeten uitleggen wanneer en waarom zij het ARW niet toepassen.
Geschiedenis van het ARW
In 2005 is de eerste versie van het ARW vastgesteld. In 2012 volgde een aangepaste versie, de ARW 2012. Via artikel 11 van het gewijzigde Aanbestedingsbesluit en artikel 1.22 Aanbestedingswet 2012 is het ARW 2012 al als verplicht richtsnoer voor het aanbesteden van werken onder de Europese drempelwaarde aangewezen.
Het huidige ARW 2016 is voor het laatst gewijzigd op 1 juli 2020.
Wat staat er in het ARW?
Het ARW 2016 bestaat uit vier delen. Deel I, het grootste onderdeel van het ARW, beschrijft alle aanbestedingsprocedures. Elke aanbestedingsprocedure is geheel uitgewerkt en kan onafhankelijk van de andere procedures worden geraadpleegd. De procedures zijn opgemaakt in kolommen waarin de artikelnummers, de artikelteksten voor de Europese aanbesteding en de artikelteksten voor de nationale aanbesteding zijn opgenomen. Indien zowel in de Europese als de nationale kolom tekst is opgenomen, zijn deze teksten gelijk. Uit de tekst wordt ook duidelijk wanneer een bepaling alleen geldt voor de Europese aanbesteding of alleen voor de nationale aanbesteding. Het artikel bevat dan de zinsnede: ‘bij de Europese aanbesteding’ of ‘bij de nationale aanbesteding’. Op deze manier is elke procedure, zonder verwijzingen over en weer, leesbaar door alle artikelen in één kolom te volgen. De verschillen tussen de Europese en nationale procedure worden in een oogopslag duidelijk door het ontbreken of verspringen van artikelen. Daarnaast geeft het ARW aan wanneer er relevante voorschriften uit de Gids Proportionaliteit bij een procedure horen. In de kantlijn wordt dit namelijk aangeduid met ‘GP’ gevolgd door het nummer van het voorschrift.
Bij elke procedure wordt verwezen naar de toepasselijke bepalingen uit het Europese en nationale aanbestedingsrecht. Op pagina 90 vindt u bijvoorbeeld zowel de geldende Europese als de nationale inschrijftermijnen voor de niet-openbare procedure.
In deel II zijn enkele modellen opgenomen, zoals het ‘Inschrijvingsbiljet’ en de ‘Verklaring bestuurder omtrent rechtmatigheid inschrijving’. Vervolgens bevat deel III een algemene toelichting op het juridische kader en de opzet van het ARW 2016. Ten slotte is in deel IV een uitleg opgenomen over de toepasselijke artikelen in de verschillende aanbestedingsprocedures.