Nieuws

Publicatie: 7 februari 2022

Door:


Sinds de komst van het COVID-19 virus is de manier van werken drastisch veranderd. Waar voorheen vooral op kantoor werd gewerkt, is de mogelijkheid om te werken vanuit huis steeds meer ingeburgerd. Hoewel velen de weg naar kantoor nog altijd goed weten te vinden, zal het thuiswerken in de toekomst wel een grotere rol spelen. Deze nieuwe manier van werken brengt echter ook belemmeringen met zich mee, met name voor grensarbeiders. Het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) pleit daarom voor meer aandacht van de rechten en plichten van thuiswerkende grensarbeiders in het wet- en regelgevingsproces.

Grensoverschrijdende arbeidsmarkt en het ITEM

In de grensregio’s vindt er veel uitwisseling plaats op allerlei gebieden, zo ook op het vlak van werkgelegenheid. Dagelijks passeren duizenden mensen de grens om te werken in één van de buurlanden. Deze grensoverschrijdende arbeid gaat echter gepaard met een flink aantal obstakels, waaronder door verschillen in taal, sociale zekerheid en de inrichting van de fiscale systemen. Een goede samenwerking en onderlinge afstemming tussen de verschillende landen is daarom van essentieel belang. Het in kaart brengen van mogelijke hindernissen is hierbij noodzakelijk, vooral om beleidsmakers op regionaal, nationaal en Europees niveau te helpen bij het opstellen van grensoverschrijdend beleid.

Het ITEM is één van de organisaties, die zich bezighoudt met het adviseren over knelpunten bij grensoverschrijdende kwesties. Dit doet het onder andere middels haar jaarlijkse grenseffectenrapportage, waarin meer inzicht wordt gegeven over Europese en nationale wets- en beleidsinitiatieven en de effecten daarvan op grensregio’s. Onlangs riep het ITEM op om meer aandacht te geven aan de rechten van thuiswerkende grenswerkers, nu het thuiswerken een vast onderdeel lijkt te worden van het arbeidsproces.

Europese regelgeving voor grensoverschrijdende arbeid

De lidstaten hebben de exclusieve bevoegdheid in de EU wanneer het gaat om de inrichting van de sociale zekerheid en het heffen van belastingen. Toch zijn er wel Europese regels opgesteld die ervoor moeten zorgen dat de socialezekerheidsstelsels van de verschillende lidstaten beter op elkaar afsluiten. Daarnaast heeft Nederland met EU-landen bilaterale belastingverdragen afgesloten. Hierdoor moeten de belemmeringen die zich voordoen bij grensoverschrijdende arbeid worden verminderd.

De Verordening (EG) 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en de Verordening (EG) 987/2009 betreffende de wijze van toepassing, stellen onder normale omstandigheden vast in welk land een werknemer zich moet laten verzekeren. Volgens artikel 11 lid 3 sub a van de Verordening 883/2004 geldt in principe dat de socialezekerheidsregels van slechts één lidstaat van toepassing kunnen zijn op een persoon. Dit houdt in dat wanneer een inwoner van Nederland bijvoorbeeld werkt in Duitsland en uitsluitend in Duitsland werk verricht, de regels gelden van de Duitse sociale zekerheid.

Tevens is er door middel van onderlinge belastingverdragen vastgesteld in welk land de inkomsten belast moeten worden. Nederland heeft met zowel België als Duitsland afgesproken dat dit gebeurd in het land waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd. Inwoners van Nederland met een baan in Duitsland zullen volgens deze regeling te maken krijgen met het Duitse fiscale systeem, tenzij er ook wordt gewerkt vanuit Nederland. In dit geval kan er sprake zijn van belastingheffing in beide landen.

Gezien de situatie op de arbeidsmarkt als gevolg van COVID-19 sterk aan verandering onderhevig is en het thuiswerken toeneemt, bestaat de kans op extra obstakels voor grenswerkers bij het verrichten van hun arbeid. Te denken valt aan een noodgedwongen wisseling van het sociaalzekerheidsstelsel of een dubbele belastingheffing van de verdiende inkomsten.

Tijdelijke uitzondering voor thuiswerkers

De huidige wetgeving is niet ingesteld op de nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot het thuiswerken en kan tevens de mogelijke nadelige gevolgen die hieruit voortvloeien voor grenswerkers niet opvangen. In de bestaande wetgeving omtrent de sociale zekerheid is onder andere geregeld dat wanneer meer dan 25% van de werktijd vanuit huis is, de sociale zekerheid van het land waarin je woont geldt. Voor belastingen geldt daarnaast dat het woonland belasting mag heffen, wanneer een deel van het werk voor de buitenlandse werkgever in het eigen land wordt verricht. Om dit op te lossen is Nederland met België en Duitsland overeengekomen dat voor grensarbeiders in loondienst, thuiswerkdagen behandeld mogen worden als dagen gewerkt in het land waar onder normale omstandigheden gewerkt zou worden. Deze overeenkomsten zijn echter van tijdelijke aard en bieden geen zekerheid voor thuiswerkende grenswerkers in de nabije toekomst.

Behoud van rechten in de toekomst

De nationale overheden van Nederland, België en Duitsland hebben zich gecommitteerd aan het verbeteren van de wetgeving omtrent grensoverschrijdende arbeid om de rechten van grenswerkers in de toekomst te kunnen waarborgen. Het ITEM adviseert bij een eventuele wijziging van de regelingen omtrent de sociale zekerheid, de huidige 25% te verhogen naar 40%. Ook gaan er vanuit het Europees Parlement stemmen op om dit zelfs naar 60% te trekken. Voor de regels met betrekking tot de belastingen wordt eveneens aangedrongen om te komen tot een permanente oplossing voor thuiswerkende grenswerkers. De overeenkomsten met België en Duitsland over de fiscale behandeling van thuiswerkdagen lopen namelijk tot en met 31 maart 2022. Snelheid bij het wijzigen van de bestaande regelgeving is daarom geboden, gezien het aanpassen van bestaande wet- en regelgeving vaak een kwestie van vele maanden is, aldus het ITEM.

Bron

ITEM puts homeworking rights frontier workers on the map, Maastricht University

Meer informatie

Grensoverschrijdende samenwerking, Kenniscentrum Europa Decentraal

Praktijkvraag sociale zekerheid, Kenniscentrum Europa Decentraal