Meer flexibiliteit in EU-cohesiefondsen gloort aan de horizon. De Europese Commissie stelde in april 2025 voor om de EU-cohesiefondsen tussentijds bij te sturen. Het plan is door alle betrokken instanties vorige week goedgekeurd en binnenkort zal het Europese Parlement hierover gaan stemmen. Nederlandse gemeenten, provincies en waterschappen profiteren van het bredere cohesiebeleid, met name via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
EU-fondsen beschikbaar voor woningbouw en renovatie
Een belangrijke consequentie van de herziening is de toevoeging van specifieke doelstellingen voor betaalbare huisvesting. Met de nieuwe EU-doelstellingen voor huisvesting kunnen gemeenten geld inzetten voor duurzame bouw, renovatie en herbestemming van leegstaande panden. Omdat de Commissie mogelijk tot 100% van de kosten kan financieren, hoeven gemeenten minder eigen middelen te reserveren. Voor Nederlandse steden die worstelen met woningnood en stijgende huurprijzen kan dit het verschil maken tussen projecten die wél of niet doorgaan.
Extra steun voor klimaat en waterveiligheid
De Commissie stelt daarnaast voor om waterbeheer en klimaatadaptatie nadrukkelijker op te nemen als speerpunt. Denk aan investeringen in duurzame irrigatie, waterhergebruik, droogtepreventie en ecologisch herstel. Waterschappen en provincies in Nederland krijgen hiermee extra mogelijkheden om projecten voor klimaatbestendigheid en waterveiligheid uit te voeren. De Commissie stelt voor dat de EU in deze gevallen de volledige kosten draagt. Decentrale overheden hoeven mogelijk dan zelf geen geld meer bij te dragen, terwijl dat normaal wel verplicht is. Hierdoor is druk op decentrale overheidsbegrotingen beperkt. Voor gebieden die kampen met droogte en verzilting, zoals Zuid- en Oost-Nederland en kustdelen, kan dit extra relevant zijn.
Cohesiemiddelen voor stroom, opslag en laadpunten
Een derde prioriteit is het versterken van de energievoorziening en de overgang naar duurzame mobiliteit. Fondsen kunnen worden ingezet voor hoogspanningsverbindingen, opslag en laadinfrastructuur. Voor decentrale overheden biedt dit de kans om regionale energiestrategieën en snellaadprojecten sneller en grootschaliger uit te voeren. Volledige EU-financiering verlaagt bovendien de drempel voor ambitieuze plannen.
Decentrale rol in defensie en weerbare infrastructuur
Nieuw is dat lidstaten ook middelen mogen inzetten voor defensiegerelateerde en zogenoemde dual-use projecten. Dit gaat om industriële capaciteiten, regionale clusters en infrastructuur die zowel civiel als militair gebruikt kan worden. Voor deze prioriteiten komt in 2026 een extra voorschot van 30% beschikbaar en kan de EU tot 100% van de projectkosten betalen.
Voor decentrale overheden zijn er drie duidelijke aanknopingspunten:
- Gemeenten en provincies kunnen defensiegerelateerde bedrijvigheid ondersteunen via ruimtelijke ordening en campusontwikkling. Voorbeelden hiervan zijn Security Delta (Den Haag) en Brainport/BITS (Brabant). Hier kunnen decentrale overheden samen met Defensie en mkb-bedrijven werken aan innovatieve technologie.
- Provincies, gemeenten en havenbeheerders kunnen wegen, spoor, bruggen en havens geschikt maken voor civiel én militair gebruik. Voorbeelden hiervan zijn het ProRail-project voor 740-meter treinen en de railaanpassingen bij Verbrugge Zeeland Terminals, die al met EU-steun geselecteerd zijn.
- Investeringen in weerbare infrastructuur sluiten aan bij de Nederlandse crisisstructuur waarin gemeenten, provincies en veiligheidsregio’s samenwerken. Denk aan versterkte bruggen, laad- en overslagpunten of noodlogistiek.
Impuls voor krimpregio’s en leefbaarheid
De Commissie benadrukt dat niet alleen stedelijke gebieden profiteren van de herziening. Ook plattelandsgebieden en krimpregio’s komen in aanmerking voor extra steun. Decentrale overheden in deze gebieden kunnen Europese middelen benutten voor voorzieningen die de leefbaarheid vergroten. Denk aan het behoud van dorpsscholen, het versterken van lokale zorgvoorzieningen of het verbeteren van digitale bereikbaarheid. Zulke projecten zorgen ervoor dat inwoners in hun regio kunnen blijven wonen en dragen bij aan sociale samenhang.
Wat moeten decentrale overheden doen?
Omdat de tijd tussen besluitvorming en uitvoering kort zal zijn, is het verstandig dat u nu al begint met het voorbereidend werk. Dat betekent:
- Inventariseren welke projecten op korte termijn ingediend kunnen worden binnen de nieuwe prioriteiten (wonen, water, energie, defensie en leefbaarheid)
- Alvast projectideeën uitwerken met partners.
- Nagaan welke plannen in meerjarenprogramma’s (bijvoorbeeld de regionale energiestrategieën of regionale mobiliteitsagenda’s) kans maken op EU-financiering.
- Interne capaciteit organiseren, zodat dossiers snel kunnen worden ingediend zodra de regeling formeel van kracht is.
Zo staat u sterker om in 2026 direct gebruik te maken van Europese middelen.
Bronnen
Cohesion funding: deal on mid-term update responding to new challenges – Europees Parlement
Cohesion policy: Mid-term review – Europees Parlement
Staatssecretaris opent fonds voor innovatieve bedrijven – Ministerie van Defensie