Rob Jonkman, wethouder in Opsterland, lid van de VNG-commissie Europa en Internationaal, en actief in het Comité van de Regio’s, neemt na een indrukwekkende tien jaar afscheid als lid van de Raad van Toezicht bij KED. In dit interview blikt hij terug op zijn rol, de ontwikkelingen bij KED, en de lessen die hij meeneemt. Van Brexit tot Europese aanbestedingen en van persoonlijke hoogtepunten tot adviezen voor de toekomst.
Hoe ben je bij KED terechtgekomen?
“Mijn betrokkenheid bij KED begon in 2010, toen ik lid werd van de VNG Commissie Europa en Internationaal. Toen Arnoud Rodenberg, destijds vertegenwoordiger van de VNG in de Raad van Toezicht, afscheid nam, volgde ik hem op – een logische keuze gezien mijn affiniteit met inkoop en aanbesteden. Ook binnen het Comité van de Regio’s, waar ik in 2015 begon, hield ik me bezig met onderwerpen als staatssteun, interne markt en aanbesteden. In 2014 trad ik toe tot het bestuur van KED, waar ik verantwoordelijk was voor financiën. Toen later de Raad van Toezicht werd gevormd, zette ik die rol door. Zo heb ik in totaal tien jaar met veel plezier een bijdrage mogen leveren aan KED.”
Wat is de meest opvallende verandering in die tien jaar bij KED?
“Een belangrijke verandering is de groeiende bekendheid van KED. Toen ik begon, wist ik zelf niet veel over het kenniscentrum en bleek ik daarin niet de enige. Inmiddels zien we dat zowel bestuurders als ambtenaren veel beter weten wat KED doet. Daarnaast is de waardering voor de organisatie altijd hoog gebleven, wat ik bewonderenswaardig vind. Ondanks personele wisselingen – het zijn vaak jonge mensen die hier werken en daarna een volgende stap maken – blijft de kwaliteit van het werk hoog.”
Politiek gezien zijn er in die tien jaar ook grote uitdagingen geweest. Kun je daar iets over vertellen?
“Zeker. Denk bijvoorbeeld aan de Brexit. Ik zat destijds al in het Comité van de Regio’s en merkte de impact daarvan direct, zoals het vertrek van de Engelse conservatieven uit de fractie waar ik toen lid van was (Jonkman is actief voor de ChristenUnie, Red.) De Brexit-impactscan, die veel aandacht kreeg – heeft veel decentrale overheden toen op weg geholpen. Ook tijdens de Oekraïne-invasie schakelde KED. Decentrale overheden hadden veel vragen over hun energiecontracten, maar binnen no time stelde KED een overzicht op met de meest gestelde vragen en bijbehorende antwoorden. Daarnaast herinner ik me de uitdagingen rond staatssteunmeldingen en andere ad-hoc-opdrachten vanuit de EU. Steeds was KED in staat om hierop adequaat te reageren.”
Europa lijkt vaak abstract, maar juist door de ervaringen van gemeenten, provincies en waterschappen in te brengen, maken we verschil.
Je combineerde meerdere rollen, zoals wethouder, lid van de Raad van Toezicht en actief binnen het Comité van de Regio’s. Hoe heb je dat ervaren?
“Het was soms druk, maar het versterkte elkaar ook. Mijn expertise op het gebied van inkoop en aanbesteden kwam in alle rollen goed van pas. Dat gaf energie. Een voorbeeld is de samenwerking binnen de Taskforce Inkoop en Aanbesteden van de VNG, waar ik ook deel van uitmaakte. Door die verbindingen kon ik kennis en ervaring op verschillende plekken inzetten. Het voelt alsof alles op de juiste manier samenkwam.”
Heb je tips voor provincies of organisaties die zich op Europees vlak willen verenigen, zoals de Vereniging van Friese Gemeenten waar je nauw bij betrokken bent?
“Friesland heeft het grote voordeel van korte lijnen. Er is bijvoorbeeld één waterschap en één veiligheidsregio. De Vereniging van Friese Gemeenten werkt in het zogenaamde EuropaPact Fryslân goed samen met alle gemeenten, de provincie, en ook met het onderwijs en het MKB. Het feit dat er in Friesland niet veel verschil is qua omvang van gemeenten maakt samenwerking eenvoudiger. In provincies met grotere steden zie je vaak meer ongelijkheid in kennis en capaciteit, wat samenwerking bemoeilijkt. Mijn advies is: investeer in wederzijds begrip en enthousiasme. Goede persoonlijke relaties maken een enorm verschil.”
Zijn er specifieke momenten waar je met warme gevoelens op terugkijkt?
“Een bijzondere ervaring was een reis met Fenna Pols, de toenmalige directeur, naar Venetië, waar we te maken kregen met overstromingen en met laarzen door de stad moesten lopen. Ondanks de omstandigheden maakte het bij de deelnemers indruk hoe KED zich daar tijdens een internationaal seminar presenteerde. Ook de presentatie van de EU-fondsenwijzer in Brussel staat me bij als een hoogtepunt. Zulke momenten laten zien hoe professioneel en toegewijd KED werkt, en daar ben ik trots op.”
Wat neem je mee uit deze periode?
“Vooral de kracht van samenwerking en de impact die een relatief kleine organisatie als KED kan hebben. Het is inspirerend om te zien hoe veel er bereikt kan worden met enthousiasme, vakmanschap en goede relaties. De kracht ligt in de verbinding tussen praktijk en beleid. Dat heb ik van dichtbij ervaren. Europa lijkt vaak abstract, maar juist door de ervaringen van gemeenten, provincies en waterschappen in te brengen, maken we verschil.
De Europese Commissie zit volgens Jonkman te wachten op praktijkinzichten. “Bijna alles begint daar met abstracte kaders, maar wat echt werkt, blijkt uit de praktijk. Die inzichten zijn essentieel om beleid in Brussel aan te scherpen.”
Het is inspirerend om te zien hoe veel er bereikt kan worden met enthousiasme, vakmanschap en goede relaties.
Welke ontwikkelingen op het gebied van Europees recht en beleid worden komende jaren belangrijk?
“Digitalisering blijft een prioriteit, ook voor de nieuwe Commissie. Overheden staan voor de uitdagende taak om complexe regelgeving, zoals die rond digitale toegankelijkheid en privacy, effectief te implementeren. De herziening van de Europese aanbestedingsrichtlijn is daarnaast zonder twijfel een van de belangrijkste thema’s voor de komende jaren. Ursula von der Leyen heeft dit op de agenda gezet, en inmiddels wordt er al nagedacht over verbeteringen. Voor KED is het van belang dat de ervaring uit de praktijk, inclusief de knelpunten die gemeenten en waterschappen ervaren, wordt meegenomen. Er zijn duidelijke weeffouten in het huidige systeem, zoals een gebrek aan aansluiting tussen theorie en praktijk. Maar we moeten ook alert zijn. In ons parlement wordt Europese regelgeving vaak ‘opgetuigd als een kerstboom’, waardoor het uiteindelijke beleid soms onnodig complex wordt. Het is belangrijk dat we zowel in Brussel als in Den Haag een consistente lijn aanhouden.”
Hoe kijk je naar de politieke verschuivingen in Europa?
“De politieke dynamiek in Europa is onmiskenbaar veranderd. Je ziet een verschuiving naar rechts en scherpere debatten in het Europees Parlement. Toch blijft het compromis de kern van de EU. Geen enkele politieke stroming kan de volledige agenda bepalen, wat een stabiliserend effect heeft. Voor KED betekent dit dat het de focus vooral moet behouden: inhoud, feiten en apolitieke samenwerking. Of het nu om nieuwe prioriteiten gaat, zoals innovatie en economische prioriteiten zoals werkgelegenheid en MKB-beleid, KED moet een stabiele factor blijven, gericht op concrete en neutrale bijdragen.”
Wat heeft je betrokkenheid bij KED jou persoonlijk gebracht?
“KED heeft mij enorm veel geleerd, vooral op het gebied van inkoop en aanbesteden. Dankzij de samenwerking en gesprekken met KED-adviseurs heb ik inhoudelijk veel nieuwe kennis opgedaan. Dat kwam goed van pas, bijvoorbeeld bij gesprekken met beleidsmakers. Daarnaast is de werksfeer binnen KED iets bijzonders. Laagdrempelig en informeel. Dat ga ik missen. Maar ik neem afscheid met een goed gevoel: KED is een solide organisatie.”
De kracht van KED zit volgens Jonkman onder meer in het enthousiasme van mensen die vertellen en uitdragen wat KED doet. “Mijn ambassadeursrol was eenvoudig, want KED heeft een positieve boodschap. Met concrete resultaten en een sterke visie hebben we laten zien dat samenwerking echt verschil maakt – niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Met weemoed neem ik afscheid, maar ik blijf een ambassadeur in hart en nieren. KED blijft voor mij een lichtend voorbeeld van hoe je als organisatie relevant blijft, zelfs in een woelige politieke zee.”