Nieuws

Publicatie: 14 oktober 2024

Door:


Welke richting gaat de EU uit nu de nieuwe Commissie steeds meer vorm krijgt? Uiteraard moeten we nog even wachten tot na de hoorzittingen met de beoogde Eurocommissarissen, maar op basis van uitingen van Commissievoorzitter Von der Leyen, de eerder gepubliceerde Strategische Agenda en het recent gepubliceerde rapport van Mario Draghi en het eerder gepubliceerde rapport van Enrico Letta over de versterking van de interne markt kan al een en ander gezegd worden over de nieuwe prioriteiten. Hieronder volgt een analyse, toegepast op het handelingsperspectief voor decentrale overheden.

Nieuwe doelen

Hoe wil de EU zich positioneren om concurrentievermogen te behouden, maar ook ten opzichte van de duurzame en groene beleidsdoelen die door de vorige Commissie zijn opgesteld? Milieu en klimaat versus economische groei; vaak beschouwd als een beleidsdilemma. De afgelopen jaren heeft de Europese Commissie zich hardgemaakt voor het opstellen van concrete doelen om klimaatverandering tegen te gaan. Door de introductie van de Green Deal, het REPower EU plan en het Fit For 55 – pakket in de periode van 2019 tot 2024, heeft de EU zich willen positioneren als aanjager van het tegengaan van klimaatverandering.

Nu lijkt voor de komende commissieperiode 2024-2029 de focus te verschuiven naar een klassiek doel van de Unie: het versterken van de industrie en competitiviteit. Hoe verenigbaar zijn deze nieuwe doelen met de doelen van de vorige Commissieperiode, wat kunnen we verwachten, en hoe verhoudt de visie van de EU zich ten opzichte van die van Nederland?

Recente ontwikkelingen

De Europese Raad heeft eerder zijn strategische agenda opgesteld voor 2024-2029. Deze agenda geeft, voorafgaand aan de plannen van de Commissie, al aan wat de politieke prioriteiten zijn voor de Europese leiders. De agenda is georganiseerd rond 3 pijlers:

  • een vrij en democratisch Europa;
  • een sterk en veilig Europa;
  • en een welvarend en concurrerend Europa.

Opmerkelijk hierbij is dat de thema’s duurzaamheid en klimaatverandering al duidelijk niet meer als een prioriteit wordt benoemd. Daarnaast is afgelopen maand het ‘Draghi rapport’ gepubliceerd: ‘Een toekomst voor Europese competitiviteit’. KED bracht de belangrijkste bevindingen eerder al in kaart. Dit rapport over het concurrentievermogen van de Europese Unie omschrijft een alarmerende startsituatie voor de nieuwe Commissie. Het gaat niet goed met Europa’s interne markt en we blijven achter als wereldmacht ten opzichte van de VS en China. Een Europees welvaartsplan moet worden gecreëerd om te voorkomen dat Europa achterblijft in haar vermogen om te concurreren. Het rapport komt met aanbevelingen om de interne markt te ondersteunen wat neerkomt op grote investeringen in groei en bescherming van industrie.  

Al met al lijkt er momentum te ontstaan om groots in te zetten op innovatie in de technologiemarkt, concurrentie en autonomie ten opzichte van andere wereldmachten zoals China en de VS.

Duurzaamheid en klimaat

Zoals eerder vermeld, heeft de Commissie zich in de afgelopen periode van 2019 tot 2024 onafgebroken ingezet om broeikassen te verminderen. De Green Deal en het Fit for-55 pakket vormde de basis van de energietransitie, met als doel om Europa het eerste klimaatneutrale continent te maken. Als gevolg van deze inspanningen hebben de lidstaten zich hard moeten inzetten om de groene transitie te bevorderen bij het opstellen van hun Nationale Energie en Klimaat Plannen (NECP’s).

De afgelopen periode heeft ook laten zien dat Europa kwetsbaar is geworden en hoe de interne markt afhankelijk is geworden van productie uit derde landen. De energiecrisis, chip-crisis en de oorlog in Oekraïne hebben een verandering in visie teweeggebracht en de Commissie in haar afgelopen periode onder druk gezet.

“Nu lijkt voor de komende commissieperiode 2024-2029 de focus te verschuiven naar een klassiek doel van de Unie: het versterken van de industrie en haar competitiviteit.”

Analyse

De vraag is nu op welke vlakken deze twee doelen met elkaar botsen en elkaar zullen aanvullen. Wanneer er beleid wordt gemaakt op duurzaamheid of klimaatbescherming raak je indirect ook de industrie en andere sectoren die veel emissie uitstoten. Industrieën zoals de ijzer- en staalproductie, de agrarische sector, de woningbouwsector en talloze andere sectoren  zijn zich in gaan zetten om te verduurzamen. Dit gebeurde echter vaak door kostbare en op de korte-termijn niet-winstgevende investeringen. Industriële groei en concurrentiekracht lijken dus op het eerste gezicht niet zo snel gepaard te gaan met de vermindering van broeikasuitstoot.

Zonder samenwerking kan de overgang naar een koolstofarme economie de concurrentiekracht van Europese industrieën schaden, dit gebeurt volgens Draghi bijvoorbeeld door de hoge energieprijzen die Europese bedrijven betalen in vergelijking met de VS. Hoewel hernieuwbare energie op de lange termijn waarschijnlijk voordeliger is, blijven industrieën afhankelijk van fossiele brandstoffen die momenteel nog van grote invloed zijn op het behouden van goedkope energieprijzen.

Duurzame innovatie en industrie zijn echter nieuwe markten en zullen naar verwachting in de toekomst zeker winstgevend zijn. Het rapport van Draghi benoemt dat het vastklampen aan oude vervuilende sectoren zal zorgen voor stagnatie en dat de EU in de ontwikkeling van nieuwe schone technologieën leidend moet blijven om vooruit te gaan. Duurzame investeringen in energie-ontwikkelingen zijn daarvoor nodig en te verwachten in de komende Commissie periode.

Nederland en de toekomst

De verwachting is dat de nieuwe Commissie zich de komende periode strategisch zal inzetten voor het behouden van Europese economische competitiviteit. Welke vormen dit zal aannemen is nog niet concreet, maar de maatregelen zullen binnen de duurzame en groene beleidsmix vallen die ze van de vorige Commissie hebben geërfd.

Verder is inmiddels duidelijk dat de Commissie meer controle over de Europese begroting willen krijgen, door net als bij het Coronaherstelfonds, beleidshervormingen te eisen van lidstaten bij het toekennen van geld uit de begroting.

Dit zal mogelijk gevolgen hebben voor decentrale overheden die momenteel een actieve rol spelen in het versnellen van vergunningen voor nieuwe energieprojecten en het faciliteren van hernieuwbare energieprojecten. De verwachting is dat de aandacht die de technologische en duurzame industrie zal gaan krijgen, alleen maar toeneemt. Het is aannemelijk dat de rol van gemeenten, als uitvoerder, ook groter gaat worden.

Bronnen