Nieuws

Publicatie: 9 september 2024

Door: en


Op maandag 9 september is het langverwachte rapport over concurrentievermogen van de Europese Unie gepubliceerd. Voormalig ECB-voorzitter Mario Draghi heeft er geruime tijd aan gewerkt, in opdracht van Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen. Het kritische rapport ‘zoomt’ in op de hoge energiekosten, de tekorten op de arbeidsmarkt, het gebrek aan innovatie en veiligheid en de “zelfgenoegzaamheid” van Europa. Om de technologische en economische achterstand in te halen moeten overheden en het bedrijfsleven minimaal 750 tot 800 miljard euro per jaar éxtra investeren.  

Duurzame groei

Zonder hogere productiviteit en meer inkomsten per gewerkt uur, kan Europa zijn ambities niet realiseren: marktleider in technologie, klimaatneutraliteit en geopolitieke onafhankelijkheid. Ook komt de betaalbaarheid van de verzorgingsstaat dan in gevaar. Het verbeteren van de Europese concurrentiepositie en het aannemen van een nieuwe Europese deal over concurrentievermogen is ook één van de speerpunten van het huidige Hongaarse voorzitterschap van de Raad van de EU. Het doel is om de economische ontwikkeling van de EU weer op de rit te krijgen en duurzame groei te faciliteren, zodat de EU minder afhankelijk is van landen als China en de VS.

Gebrek aan slagkracht

Draghi’s rapport volgt op een eerder rapport over de toekomst van de Interne markt door de voormalige Italiaanse premier Enrico Letta en biedt oplossingsrichtingen op het vlak van technologie, defensie en (groene) energie. Bij eerdere gelegenheden heeft Draghi al een tipje van de sluier opgelicht. Zo zei hij in een toespraak op een conferentie over sociale rechten in april dat Europa zich te veel richt op interne competitie en te weinig op economische concurrenten buiten de EU (zoals China en de VS), dat het gefragmenteerde karakter van Europa de slagkracht van sectoren beperkt en dat er een EU-brede strategie nodig is voor de kernsectoren van de Europese economie.

Veel ondernemers zoeken financiering bij Amerikaanse investeerders om in de VS te groeien.

Niet vasthouden aan ‘oude’ industrieën

Het grote probleem zit in de vertaalslag naar commercialisatie: innovatieve bedrijven worden belemmerd door beperkende regelgeving. Hierdoor kunnen ze moeilijk ‘opschalen’ binnen Europa. Veel ondernemers zoeken daarom financiering bij Amerikaanse investeerders om in de VS te groeien. Daarnaast blijft de focus van Europese bedrijven op ‘oude’ industrieën en technologieën, zoals de auto-industrie, waar weinig ruimte (meer) is voor doorbraken. Dit zorgt ervoor dat Europese bedrijven in 2021 270 miljard euro minder uitgaven aan onderzoek en innovatie dan hun Amerikaanse tegenhangers, waar technologiebedrijven inmiddels domineren.

Aanbevelingen

Uit het rapport volgen drie concrete aanbevelingen, hier toegespitst op de rol die decentrale overheden kunnen spelen:

1. Innovatiekloof dichten

Startups kiezen er vaak voor om in de VS te groeien in plaats van in Europa. Tussen 2008 en 2021 heeft bijna 30% van de succesvolle Europese startups hun hoofdkantoor naar het buitenland verplaatst, voornamelijk naar de VS. Dit is zorgwekkend, zeker met de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI).

Hoewel sommige digitale sectoren in Europa mogelijk al verloren zijn, blijven er kansen voor toekomstige innovaties en is het belangrijk dat Europese bedrijven actief blijven op het gebied van technologische soevereiniteit, zoals beveiliging en encryptie. Een zwakke technologiesector remt innovatie in andere sectoren. Toch biedt met name generatieve AI nog steeds kansen voor Europa om een leidende positie in bepaalde segmenten te verwerven. Nederlandse decentrale overheden kunnen bijdragen door lokale regelgeving te vereenvoudigen en te zorgen voor een gunstig investeringsklimaat, vooral voor technologiebedrijven. Daarnaast is het versterken van vaardigheden van inwoners essentieel, zodat nieuwe technologieën breed toegankelijk zijn.

Hoewel sommige digitale sectoren in Europa mogelijk al verloren zijn, blijven er kansen voor toekomstige innovaties.

2. Decarbonisatie en concurrentievermogen

Zonder samenwerking kan de overgang naar een koolstofarme economie de concurrentiekracht van Europese industrieën schaden, vooral vanwege de hoge energieprijzen die Europese bedrijven betalen in vergelijking met de VS. Hoewel hernieuwbare energie op de lange termijn waarschijnlijk voordeliger is, blijven fossiele brandstoffen van invloed op de energieprijzen. Decarbonisatie biedt echter ook groeikansen. Europa is wereldwijd leidend in schone technologieën, zoals windenergie en waterstof, en heeft het potentieel om deze sectoren verder te ontwikkelen. Echter, zonder een gedegen strategie wordt Europa ingehaald door concurrenten zoals China, die sterk investeren in schone technologie.

Gemeenten en provincies kunnen een actieve rol spelen in het versnellen van vergunningen voor nieuwe energieprojecten en het faciliteren van hernieuwbare energieprojecten. Dit vraagt om snellere en efficiëntere besluitvorming en digitalisering van vergunningsprocessen.

3. Veiligheid en vermindering van afhankelijkheden

Geopolitieke risico’s, zoals verstoringen in de handel of toegang tot grondstoffen, vormen een bedreiging voor de economische stabiliteit van Europa. Europa is sterk afhankelijk van een beperkt aantal leveranciers van kritieke grondstoffen, vooral uit China, terwijl de wereldwijde vraag naar deze materialen groeit door de energietransitie.

Ook op technologisch vlak is Europa afhankelijk van import, met name op het gebied van halfgeleiders. Dit maakt Europa kwetsbaar voor geopolitieke spanningen en verstoringen in de toeleveringsketens. Decentrale overheden kunnen bijdragen door te investeren in lokale recycling en circulaire economie, met name in schone technologieën. Dit vermindert de afhankelijkheid van geïmporteerde grondstoffen en versterkt de lokale industrie.

Europa is sterk afhankelijk van een beperkt aantal leveranciers van kritieke grondstoffen.

Wat nu?

Naast de forse investeringen zou er volgens Draghi ook een kapitaalmarktunie moeten worden opgericht, met gezamenlijke schulden. Die discussies hebben eerder geleid tot verdeeldheid onder lidstaten. Het is onder meer aan de nieuwe Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen, die dit jaar nog wordt samengesteld, om met de aanbevelingen uit het rapport aan de slag te gaan.

Bron

Europese Commissie The future of European competitiveness