Op 23 september 2024 heeft de Europese Rekenkamer (ERK) een speciaal verslag gepubliceerd dat de opzet, uitvoering en monitoring van financiering voor biologische landbouw door de Europese Unie (EU) evalueert. De ERK ontdekte serieuze tekortkomingen in het beleid van zowel de EU als dat van lidstaten. Bovendien blijkt de Europese financiering voor biologische landbouw niet doeltreffend genoeg. De EU-strategie voor biologische landbouw mist daarnaast visie en streefdoelen voor ná 2030.
EU-strategie voor biologische landbouw
De EU stimuleert de inzet op en de transitie naar biologische landbouw in het kader van de Green Deal, de ”van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie voor 2030. De gedachte hierachter is dat biologische voedselproductie leidt tot meer biodiversiteit en minder milieuverontreiniging. De (niet-bindende) doelstelling van de EU is daarom om in 2030 tenminste 25% van de totale Europese landbouwgrond voor biologische landbouw te gebruiken. Meer informatie over Europees landbouwbeleid vindt u hier.
Matige vooruitgang en grote landelijke verschillen
Sinds 2014 is het aandeel landbouwgrond voor biologische landbouw gestaag toegenomen. Niettemin was dit in 2022 nog maar 10,5%. De ERK oordeelt dat het streefdoel van 25% in 2030 niet gehaald zal worden zonder ingrijpende maatregelen. Bovendien zijn de verschillen tussen lidstaten enorm. Oostenrijk presteert uitzonderlijk goed met 25,7% in 2020, terwijl Nederland onder het gemiddelde scoort met slechts 4,4% in 2022. Ook zijn er grote verschillen tussen nationale streefdoelen voor biologische landbouw. Duitsland en Zweden streven naar 30% biologische landbouwgrond in 2030, terwijl Nederland slechts streeft naar 15%, onder de Europese standaard.
Nederland scoort onder het gemiddelde met slechts 4,4% van de totale landbouwgrond in gebruik voor biologische landbouw.
Inconsistente toepassing van de regels
Biologische landbouwprojecten met EU-financiering moeten de fundamentele beginselen van biologische landbouw respecteren, zoals gewasrotatie of dierenwelzijn. In de praktijk blijkt echter dat deze beginselen vaak niet worden nageleefd, aldus de ERK. Dit betekent dat sommige projecten onterecht biologische landbouwsubsidie hebben gekregen. Bovendien houden overheden onvoldoende rekening met de milieu- en marktdoelstellingen, zoals het stimuleren van korte distributiekanalen en lokale productie.
Het is daarnaast niet mogelijk om te beoordelen in hoeverre de milieuvoordelen van biologische landbouw worden gerealiseerd. Ten slotte oordeelt de ERK dat de Commissie de impact van Europese financiële steun niet efficiënt kan monitoren als gevolg van gebrek aan gegevens.
Gebrekkige EU-strategie
De enige concrete en meetbare doelstelling van de Europese biologische landbouwstrategie is dat 25% van alle landbouwgrond in 2030 bestemd moet zijn voor biologische landbouw. Dit streefpunt is niet bindend en beperkt zich alleen tot landbouwoppervlak, zonder aandacht voor het ontwikkelen van milieu- en marktdoelstellingen. Door gebrek aan meetbare streefdoelen is het moeilijk voor overheden om de impact van EU-financiering op de ontwikkeling van de biologische landbouwsector beoordelen. Tot slot biedt de strategie geen langetermijndoelen voor ná 2030.
Aanbevelingen aan Commissie
De ERK doet drie aanbevelingen aan de Commissie om haar biologische landbouwbeleid te verbeteren:
- De Commissie moet de Europese biologische landbouwstrategie verbeteren door het formuleren van een visie voor ná 2030 en door het vaststellen van een manier om de vooruitgang met betrekking tot de gezette streefdoelen te meten;
- Milieu- en marktdoelstellingen voor de biologische sector moeten beter worden geïntegreerd in de EU-subsidies voor ná 2027;
- De Commissie moet doeltreffender gebruikmaken van bestaande informatie om de ontwikkeling van biologische landbouw en de impact op het milieu en klimaat te kunnen beoordelen.
Decentrale relevantie
Uit het verslag van de ERK blijkt dat er soms onterecht subsidie wordt verleend aan projecten die niet voldoen aan Europese biologische beginselen. De EU financiert het behoud van en omschakelen naar biologische landbouw via het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). Bij het verstrekken van deze subsidies in Nederland zijn decentrale overheden betrokken, met name de provincie en waterschappen.
Het is belangrijk om nauwkeurig te werk gaan bij het verstrekken van Europese financiering door te controleren of projecten daadwerkelijk biologische beginselen, zoals dierenwelzijn en beperking van kunstmestgebruik, respecteren en bijdragen aan het bereiken van de vastgelegde Europese doelstellingen.
Bronnen
Europese Rekenkamer, Nieuwsbericht speciaal verslag 19/2024: Biologische landbouw in de EU
Europese Rekenkamer, Speciaal verslag: Biologische landbouw in de EU