Nieuws

Publicatie: 8 april 2025

Door:


CircuLaw is in 2020 gestart als een initiatief van de gemeente Amsterdam, gericht op het stimuleren en voeden van decentraal circulair beleid met mogelijkheden vanuit wet- en regelgeving. In de afgelopen jaren is het project uitgegroeid tot een breed gedragen landelijk kennisplatform met een grote verzameling juridische beleidsinstrumenten. KED sprak Arjan Hassing, projectleider van CircuLaw, over de ontwikkeling van CircuLaw, de samenwerking met Kenniscentrum Europa Decentraal (KED), en de actualiteiten op het vlak van circulaire economie.

Foto van Arjan Hassing, CircuLaw
Arjan Hassing
Projectleider CircuLaw

Laten we bij het begin beginnen: hoe is CircuLaw ontstaan?

“We waren nieuw circulair beleid voor de gemeente Amsterdam aan het schrijven en wilden daar meer sturing in aanbrengen door regelgevende mogelijkheden te benutten. We probeerden juridische beleidsinstrumenten en bevoegdheden op gemeentelijk niveau in kaart te brengen, maar kwamen erachter dat hier eigenlijk heel weinig kennis over beschikbaar was. Veel mensen dachten dat er op circulair vlak geen regelgevende mogelijkheden waren op gemeentelijk niveau. Maar, vroegen wij ons af: hoe weet je wat je niet weet?”

“We wilden kijken of we er meer uit konden halen en zijn met een aantal universiteiten en hoogleraren, gespecialiseerd in het recht, aan de slag gegaan om wetten systematisch te analyseren op regelgevende ruimte voor decentrale overheden. Door creatiever naar wetten te kijken, kwamen er al snel allerlei ideeën en mogelijkheden boven water. Vervolgens maakten we een rondje langs andere steden en provincies, om deze opties aan te vullen en toen bleek dat de kennis daar ook heel welkom was. Dat bracht ons op het idee om de informatie landelijk beschikbaar stellen en zo is CircuLaw ontstaan. We hebben het project op poten gezet vanuit de gemeente Amsterdam, samen met Dark Matter Labs.”

Waar kwam die samenwerking met Dark Matter Labs vandaan?

“De financiering voor CircuLaw kwam in eerste instantie vanuit de Climate Knowledge Innovation Community (Climate-KIC), een kennisplatform van het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT). Dark Matter Labs is een van de kennispartners in de Benelux en via Climate-KIC zijn we aan elkaar gekoppeld. Dat bleek een goede match. We hebben als gemeente veel kennis van de lokale ‘beleidswereld’ en Dark Matter Labs vulde dat als strategisch ontwerpbureau aan met hun expertise in duurzame transities en gebruiksvriendelijk ontwerpen.”

“We begonnen met een klein team wetten door te akkeren, maar het initiatief groeide vrij snel. Er kwamen steeds meer overheden bij die inhoudelijk en financieel wilden bijdragen. Zo hebben we de afgelopen jaren een openbaar platform ontwikkeld. Daar was – en is – echt behoefte aan want we zien dat de circulaire transitie te langzaam gaat in Nederland. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) geeft ook aan dat we als overheden te weinig eisen stellen aan de markt en te weinig regelgeving gebruiken. Daar proberen wij dus verandering in te brengen door wetgeving toegankelijk te maken. Uiteindelijk gaat het erom dat circulaire bedrijven een betere positie in de markt krijgen.”

Uit het meest recente rapport van het PBL over circulaire economie (ICER 2025) blijkt inderdaad dat Nederland niet op koers ligt om beleidsdoelen te realiseren. Maak je je zorgen?

“Ja, absoluut, daar maak ik me heel erg zorgen om. Dit is al de derde integrale circulaire economie-rapportage op rij met die conclusie, en de boodschap wordt steeds urgenter. Steeds opnieuw worden dezelfde conclusies getrokken: een circulaire economie is cruciaal als we binnen planetaire grenzen willen opereren. Inmiddels zijn we ons er ook van bewust dat we veel beter met grondstoffen moeten omgaan voor onze leveringszekerheid en dus strategische autonomie. Dat we daar niet sneller op inspelen, is echt zorgwekkend.”

Moet die actie op Europees, landelijk of lokaal worden ondernomen?

“Op alle niveaus zijn interventies nodig en overheidslagen moeten daarin samen optrekken. Circulaire economie raakt namelijk aan alle haarvaten van de samenleving. Landelijk wordt er ook nagedacht over een nieuwe governancestructuur voor een duidelijkere taakverdeling rond circulaire economie. Daar ben ik zelf ook bij betrokken. Dat proces gaat niet alleen over de samenwerking tussen overheidsniveaus maar ook over de samenwerking tussen overheid en markt.”

Als regels helder en voorspelbaar zijn, willen bedrijven hun investeringen er graag op afstemmen. Zolang het maar geen ‘zwabberbeleid’ wordt; dat is echt heel vervelend voor de markt.

“Regelgeving is daarbij heel belangrijk. Het is namelijk niet zo dat bedrijven tegen regelgeving zijn, integendeel zelfs. Als regels helder en voorspelbaar zijn, willen bedrijven hun investeringen er graag op afstemmen. Zolang het maar geen ‘zwabberbeleid’ wordt; dat is echt heel vervelend voor de markt. Als overheid moet je dus continu kijken wat er haalbaar is, helder zijn over de koers en samen afspraken maken over waar je naartoe innoveert. Een goed voorbeeld is de geleidelijke invoering van emissievrije zones in steden of de, ieder jaar strenger wordende, regels voor energievoorziening op festivals die tot een revolutie in de ontwikkeling van duurzame electriciteitssystemen hebben geleid. Als je stapsgewijs eisen verhoogt en duidelijke doelen stelt, kunnen bedrijven daarop anticiperen. We geloven daarbij in het inzetten van instrumentmixen. Dat je bijvoorbeeld niet alleen een bepaald materiaal verbiedt, maar tegelijkertijd ook de ontwikkeling van een alternatief subsidieert. Met het combineren van publiekrecht, privaatrecht, fiscaalrecht en verschillende instrumenten maak je betere business cases voor bedrijven. Dan kun je echt op een coherente manier de markt vormen.”

En waar ligt dan de rol van decentrale overheden?

“Decentrale overheden spelen een cruciale rol binnen circulaire economie. Steden zijn bijvoorbeeld grote consumptiecentra, zowel qua bouwmaterialen als voedsel en allerlei producten. Tegelijkertijd zijn ze vaak ook hubs voor grondstoffenstromen. Bovendien zitten gemeenten vaak dicht op bedrijven via bijvoorbeeld gebiedsmakelaars, inkoop- en subsidierelaties, exploitatievergunningen en bedrijven investeringszones (BIZ). Dat geldt ook voor provincies en regionale uitvoeringsdiensten. Zij hebben een toezichthoudende rol in het kader van milieuregelgeving en ambtenaren komen letterlijk over de vloer bij grote industriële bedrijven; de plek waar verandering moet plaatsvinden. Zij weten vaak ook het beste wat haalbaar is binnen bepaalde branches en sectoren. Zo’n relatie biedt kansen om in gesprek te gaan over circulaire initiatieven en zorgt ervoor dat je goede regels op kunt stellen. Die interactie is cruciaal.”

Is er een link tussen die rol en Europese wetgeving?

“In het algemeen is het denk ik belangrijk om als ambtenaar van een provincie, waterschap of gemeente goed op de hoogte te zijn van wat eraan komt vanuit Brussel. Veel nieuwe nationale regelgeving is gebaseerd op Europese wetgeving, dus het geeft je de mogelijkheid om te anticiperen. Europese ontwikkelingen leiden weliswaar lang niet altijd tot nieuwe bevoegdheden op decentraal niveau, maar het is belangrijk dat je goed snapt aan welke wetgeving bedrijven moeten voldoen zodat je daar actie op kunt ondernemen. CircuLaw heeft vanuit dat perspectief een overzicht van tien Europese wetten gemaakt met een omschrijving van de significantie voor circulaire economie, decentrale overheden en bedrijven. Daarmee kun je als beleidsadviseur zeggen van: ‘Oké, wij gaan bedrijven helpen om dit te realiseren’. Europees recht kan op die manier een stok achter de deur zijn om het gesprek aan te gaan met ondernemingen; het geeft een hele concrete aanleiding.”

Als je vanuit een gemeente of provincie een nieuw circulair plan of omgevingsplan maakt, moet je weten wat er de komende jaren aan de horizon ligt zodat het beleid niet te snel veroudert.

Vandaar ook de recente uitbreiding van CircuLaw naar EU-regelgeving?

“Ja, dit onderdeel hebben we een jaar geleden gelanceerd omdat we zagen dat er vanuit de Green Deal heel veel relevante wetgeving over circulaire economie voortkwam. Zo’n 80% van de nieuwe nationale wetgeving is gebaseerd op Europese regelgeving dus zoiets als de Green Deal is gewoon ontzettend bepalend. Als je vanuit een gemeente of provincie een nieuw circulair plan of omgevingsplan maakt, moet je weten wat er de komende jaren aan de horizon ligt zodat het beleid niet te snel veroudert. We zien dat er ontzettend veel behoefte is aan inzicht op dat vlak. Nadat we onze EU-pagina hadden gelanceerd, hebben we ook een EU Green Deal overzicht gemaakt en dat werd ontzettend veel bekeken en gedeeld. Niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. Mensen zoeken, los van de inhoud van specifieke regelgeving, echt naar overzicht. Er zitten de nodige analyse-uren in, maar het is gaaf om te zien hoe je met goed ontwerp iets maakt waar heel veel mensen iets aan hebben.”

Hoe kijk je naar de Europese ontwikkelingen op het vlak van circulaire economie, waarbij duurzaamheid steeds meer vanuit economisch perspectief wordt benaderd?

“Je ziet dat de prioriteit verschuift naar veiligheid en concurrentievermogen, maar tegelijkertijd staan de ‘groene doelen’ ook nog steeds overeind. Daar ligt volgens mij de toekomst van Europa. Juist door te investeren in groene technologie, bouwen we aan onze strategische autonomie. De circulaire transitie is bovendien een goede strategie om de Europese concurrentiepositie te verbeteren. We moeten het in de toekomst tóch hebben van nieuwe, groene technologieën om in te spelen het gebrek aan grondstoffen. De inzet hierop zorgt voor nieuwe circulaire materialen, duurzamere brandstoffen en verbeterde productieprocessen. Dat is superbelangrijk voor onze globale concurrentiepositie. Aan de ene kant wordt er dus volop ingezet op innovatie en aan de andere kant wordt er grootschalig geïnvesteerd in industriële productiecapaciteit. Als je die elementen op een goede manier met elkaar vervlecht, kun je je positie enorm versterken. Daar liggen de kansen voor Europa.” 

Hoe zijn jullie KED eigenlijk tegengekomen?

“We hebben op een gegeven moment een lijntje uitgegooid omdat we ons voornemen voor een EU-pagina over circulaire regelgeving met KED wilden bespreken. We wilden weten waar KED mee bezig was, checken of we niet iets dubbel gingen doen en kijken of we elkaar konden versterken.”

En dat laatste bleek inderdaad het geval?

“Ja, ik denk dat we op allerlei vlakken van elkaar kunnen leren. KED is heel bedreven in het duiden van EU-regelgeving, ook over klimaat en milieu. Circulaire economie is echter nog een wat nieuwer thema. Wij zitten daar natuurlijk heel diep in. Jullie hebben verder jarenlange ervaring met het bedienen van decentrale overheden en goede feeling met hun behoeften. Daar willen wij dan weer meer over weten. Wij zijn namelijk ook bezig met gebruikersonderzoek en de samenstelling van onze doelgroep. Wie willen we bereiken binnen overheden? Beleidsadviseurs, inkopers, projectleiders of al die beroepsgroepen? Dat is een ‘ongoing search’. Daarin kunnen we van elkaar leren. We kunnen samen kijken hoe je degenen bereikt die iets met onze informatie kunnen of moeten.”

“Daarnaast kunnen we elkaar natuurlijk informeren over aankomende Europese regelgeving en zaken die we voorbij zien komen. Ik denk dat KED een heel goed netwerk heeft. Ook als het gaat om het identificeren van wetgeving die eraan komt. Samen zie je meer. We zijn eigenlijk complementair op veel vlakken. CircuLaw focust bijvoorbeeld ook sterk op het ‘brengen’ en toegankelijk maken van informatie: het presenteren van regelgeving op een makkelijke manier waarbij je niet eens doorhebt dat je op een website over wetgeving terecht gekomen bent. Die benadering vindt KED volgens mij ook wel interessant. We kunnen ook naar elkaars inhoud verwijzen om te zorgen dat mensen de informatie vinden die ze zoeken. Wij wijzen dan op KED’s uitgebreide informatie over EU-wetgeving en andersom kunnen mensen bij ons terecht voor verdieping in circulaire regelgeving.”

Waar ben je het trotste op, als je kijkt naar de instrumenten die jullie verzameld hebben?

“We zijn heel trots op de grote collectie houtbouwinstrumenten. Deze hebben gekoppeld aan het planningsproces voor gebiedsontwikkeling, zodat je precies weet welk instrument je per fase kunt inzetten. Dat maakt het super tastbaar. Vanuit de gemeente Amsterdam zijn de zes beste instrumenten ook daadwerkelijk geïmplementeerd en meegenomen in de technische revisie van de omgevingsvisie. Dat is heel gaaf natuurlijk want zo’n omgevingsvisie biedt veel nieuwe mogelijkheden. Ondertussen zijn we ook implementatietrajecten aan het doen met bijvoorbeeld Gemeente Amersfoort, Provincie Utrecht en Provincie Zuid-Holland. We zijn echt blij dat deze instrumenten in belangrijke beleidsstukken zijn geland. Het gaat immers niet alleen om het stellen van eisen aan anderen. Je moet zelf ook het goede voorbeeld geven. Je kunt aanbestedingen voor nieuwbouw bijvoorbeeld inrichten op houtbouw.”

Het gaat niet alleen om het stellen van eisen aan anderen. Je moet zelf ook het goede voorbeeld geven.

“Het blijft overigens wel zoeken naar het niveau van concreetheid. We hebben inmiddels meer dan 300 instrumenten en 50 planregels op allerlei thema’s, maar je ziet dat mensen het soms moeilijk vinden om ermee aan de slag te gaan. Onze instrumenten laten zien wat er allemaal mogelijk is, maar de daadwerkelijke implementatie vergt veel maatwerk en begeleiding. Daarom richten we ons steeds meer op begeleiding hiervan en hebben we recent ook modelteksten toegevoegd die je kunt ‘copy-pasten’ om circulair beleid, bijvoorbeeld een nieuw omgevingsplan, mee op te starten. Dat maakt het begin makkelijker. Regels komen zo bovendien ook meer in lijn met elkaar. Het zorgt voor uniformiteit: minder lokale verschillen en wildgroei. CircuLaw wil zich in de toekomst, in aanvulling op de instrumenten, ook meer op implementatietrajecten gaan richten.”

Wat ligt er nog meer in het verschiet?

We willen de EU-pagina van onze website in de toekomst sterker koppelen aan de beleidsinstrumenten die we verzamelen zodat je een mooi overzicht krijgt van zowel nationale wetgeving als Europese ontwikkelingen. Daar hebben we allerlei ideeën over waar we graag met KED over sparren. We willen daarnaast, net als KED, een zelfstandige entiteit worden en kijken hoe we hiernaartoe kunnen werken. Ook op dat vlak wisselen we kennis uit. We kijken ernaar uit om de samenwerking tussen CircuLaw en KED in de toekomst verder in te vullen.