Nieuws

Publicatie: 12 december 2025

Door:


De EU heeft een nieuw gezondheidscrisisplan vastgesteld dat alle fasen van crisisbeheersing samenbrengt. Het Unieplan voor preventie, paraatheid en respons bij gezondheidscrises (Unieplan) werkt de verplichtingen uit Verordening 2022/2371 verder uit en biedt een gedeeld kader voor preventie, paraatheid, respons en herstel. Voor decentrale overheden verschuift het speelveld: Europese kaders worden strakker, terwijl de uitvoering onverminderd lokaal blijft.

Het Unieplan: één plan voor preventie, opsporing, respons en herstel

Preventie en paraatheid: de basis van het Unieplan

Het Unieplan hanteert een brede One Health-benadering, waarbij de gezondheid van mensen, dieren en het milieu in samenhang wordt bekeken, omdat gezondheidscrises vaak ontstaan op het snijvlak van deze domeinen. Lidstaten zijn verplicht nationale plannen voor preventie, paraatheid en respons bij gezondheidscrises te ontwikkelen en actueel te houden. Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) beoordeelt deze plannen periodiek, in een driejaarlijkse cyclus, met het oog op consistentie, kwaliteit en uitvoerbaarheid. Het Unieplan laat zien hoe deze nationale beoordelingen worden samengebracht tot een Europees beeld van paraatheid, waarmee verschillen tussen lidstaten zichtbaar worden en gezamenlijke verbeterpunten kunnen worden vastgesteld.

Daarnaast verbindt de Commissie bestaande instrumenten beter met elkaar, zoals gezamenlijke inkoop en strategische voorraden van medische middelen. De respons op monkeypox (mpox), een virale infectieziekte die zich in 2022 grensoverschrijdend verspreidde binnen Europa, laat zien hoe Europese instrumenten in de praktijk functioneren. Europese risicobeoordelingen en gezamenlijke vaccininkoop boden lidstaten, via Europese coördinatie, snel toegang tot medische middelen en gedeelde inzichten. Op basis daarvan konden Europese scenario’s en richtsnoeren lidstaten helpen hun nationale plannen sneller en consistenter aan te passen.

Europese afspraken krijgen pas betekenis als ze regionaal goed zijn voorbereid. Gemeenten, waterschappen en veiligheidsregio’s leveren de eerste signalen en gegevens waarmee nationale en Europese instanties kunnen handelen.

Opsporing en beoordeling: behoefte aan vergelijkbare gegevens

De tweede pijler richt zich op detectie en risicobeoordeling. Europese agentschappen brengen risicobeoordelingen uit die lidstaten ondersteunen bij het kiezen van maatregelen. Om dit mogelijk te maken, stimuleert de Commissie interoperabele datastromen: infectiesurveillance, afvalwatermetingen en omgevingsdata moeten beter aansluiten op Europese systemen. Referentielaboratoria helpen bij snelle duiding van signalen.

In Nederland ontstaat die informatie grotendeels op lokaal niveau. Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD’en) monitoren gezondheidstrends, waterschappen volgen waterkwaliteit en omgevingsdiensten houden toezicht op lucht en bodem. Al deze gegevens worden via nationale systemen gebundeld, zodat Nederland aan de Europese rapportageverplichtingen kan voldoen. Lokale data vormen de basis voor Europese risicobeoordeling.

Respons: snelheid vraagt goed aangesloten uitvoeringsstructuren

De derde pijler gaat over respons. In het Comité voor Gezondheidsveiligheid stemmen lidstaten af welke maatregelen passend zijn. De Europese gezondheidsnoodautoriteit ondersteunt bij medische tegenmaatregelen. Bij erkenning van een EU-noodsituatie kunnen aanvullende middelen worden geactiveerd, zoals gezamenlijke inkoop, civiele bescherming en strategische voorraden.

De daadwerkelijke uitvoering ligt bij de lidstaten. In Nederland nemen veiligheidsregio’s de bestuurlijke beslissingen bij ernstige infectieziekten, terwijl GGD’en en zorginstellingen maatregelen uitvoeren en opschalen. Regionale plannen regelen hoe overheden elkaar informeren en hoe crisiscommunicatie wordt vormgegeven. Een snelle Europese respons kan alleen effect hebben als regionale crisisstructuren direct kunnen opschalen. Dat vraagt om vooraf vastgelegde afspraken over besluitvorming, gegevensdeling en crisiscommunicatie tussen veiligheidsregio’s, GGD’en en zorginstellingen.

Herstel: lessen terug de cyclus in

De vierde pijler draait om herstel. Lidstaten voeren tijdens en na crises evaluaties uit; het Unieplan ondersteunt dit met richtsnoeren, audits en trainingen. De uitkomsten voeden zowel nationale plannen als Europese voortgangsrapportages.

Ook in Nederland krijgt herstel lokaal en regionaal vorm: gemeenten en provincies brengen maatschappelijke schade en kwetsbaarheden in kaart; veiligheidsregio’s verwerken inzichten in hun kwaliteitszorgsysteem. Deze analyses komen uiteindelijk terug in de nationale rapportages aan de Commissie. Regionale lessen bepalen mede hoe Nederland zich in de volgende cyclus inbrengt, en hoe Europese aanbevelingen worden bijgesteld.

Wat betekent dit voor decentrale overheden?

Het Unieplan legt de nadruk op een Europese aanpak die volledig afhankelijk blijft van lokale uitvoering. Voor decentrale overheden betekent dit drie dingen:

  1. Gegevenskwaliteit telt zwaarder. Lokale en regionale monitoring voedt het Europese beeld.
  2. Paraatheid wordt zichtbaarder. Europese beoordelingen leggen verschillen in voorbereiding bloot.
  3. Samenwerking moet strakker. Snellere Europese besluitvorming vraagt om goed afgestemde regionale processen.

De Europese kaders worden aangescherpt, maar de slagkracht ontstaat in de regio.

Bronnen: