In deze zaak ging het om het wijzigen van een voorwaarde die was vastgelegd in het bestek. In deze zaak worden door het Hof de beginselen van gelijke behandeling en transparantie uitgelegd.
HvJ EU, 8 november 2011. Evropaïki Dynamiki tegen Commissie Zaak C-469/11.
Introductie
In deze zaak gaat het Hof gaat in op de verjaringstermijn voor schadevorderingen. Volgens het Hof begint de termijn te lopen wanneer de aanbestedende dienst het besluit tot afwijzing van een offerte heeft genomen en de deelnemer aan de aanbestedingsprocedure daarvan op de hoogte is gesteld.
Feiten
Evropaïki Dynamiki (ED) is een Grieks bedrijf dat actief is op het gebied van informatietechnologie en communicatie. In mei 2004 heeft ED ingeschreven op een offerteaanvraag van de Commissie. ED eist schadevergoeding voor de schade die zij heeft geleden door de onrechtmatige afwijzing van haar offerte. Deze schade omvat de brutowinst die ED met haar opdracht had kunnen behalen als deze aan haar was gegund. Ook eist ED schadevergoeding voor het verlies van een kans.
Gerecht
Het gerecht stelt dat de verjaringstermijn van vijf jaar is ingegaan vanaf de mededeling van afwijzing van de offerte van ED op 15 september 2004. Deze termijn liep af op 15 september 2009. Het gerecht oordeelt dat de vorderingen zijn verjaard.
Hof
Volgens ED kan een inschrijver pas oordelen of de procedure tot gunning van de opdracht wettig is verlopen, als de Europese Commissie hem de redenen voor afwijzing voor zijn offerte heeft meegedeeld. Het Hof heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de vereisten voor het ontstaan van de verplichting tot schadevergoeding – en dus ook de verjaringsregeling voor de schadevorderingen – gebaseerd moeten gebaseerd worden op strikt objectieve criteria.
Volgens het Hof behoort duidelijke en nauwkeurige kennis van de feiten niet tot de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om de verjaringstermijn te doen ingaan.
Afwijzingsbesluit
Het Hof oordeelt dat de schadevorderingen van ED berusten op de afwijzing van haar offerte die zij bij de Commissie had ingediend. Dit afwijzingsbesluit vormt het schade brengende feit dat tot niet-contractuele aansprakelijkheid van de aanbestedende dienst kan leiden. De kennisneming van dat besluit geldt dus als aanvang van de verjaringstermijn, niet de kennisneming van de nadere motivering. Het Hof oordeelt dat het Gerecht terecht heeft geoordeeld dat de verjaringstermijn op 15 september 2009 afliep.