HvJ-EU, 6 oktober 2015. Zaak C-61/14. In deze zaak heeft het Hof bepaald dat het lidstaten onder de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid van de rechtsbeschermingsrichtlijn dat er voor gedingen met betrekking tot aanbestedingszaken hogere griffiekosten in rekening worden gebracht dan voor andere bestuursrechtelijke zaken.
Samenvatting feiten
Orizzonte Salute is een vereniging die verpleegdiensten verleent. De vereniging stapt naar de rechter wegens een gunningsbeslissing voor dergelijke diensten van Azienda aan een derde partij. Orizzonte Salute betaalde in beginsel € 650,- aan standaardgriffierechten voor de inleiding van een gewone bestuursrechtelijke procedure. Dit bedrag werd vervolgens echter opgehoogd naar € 2000,-. Dit is het standaard griffiebedrag in Italië voor aanbestedingszaken.
Naar het oordeel van de Italiaanse rechter beperkt de nationale regeling het recht om zich tot de rechter te wenden en de doeltreffendheid van het rechterlijk toezicht. Zij discrimineert ondernemingen met een geringe financiële draagkracht ten opzichte van ondernemingen met een grote financiële draagkracht en benadeelt eerstgenoemde ten opzichte van ondernemingen.
Rechtsvraag
Staan de beginselen vastgesteld in richtlijn 89/665 (rechtsbeschermingsrichtlijn) in de weg aan een nationale regeling […] waarbij hoge standaardrechten zijn vastgesteld voor de toegang tot de rechterlijke instanties bevoegd voor bestuursrechtelijke zaken op het gebied van de plaatsing van overheidsopdrachten?
Uitspraak van het Hof
Ten eerste merkt het Hof op dat het de lidstaten volgens vaste rechtspraak vrij staat om de procesregels voor de schadevorderingen vast te stellen. Deze procesregels mogen echter niet ongunstiger zijn dan die voor soortgelijke vorderingen ter bescherming van de rechten die uit het nationale recht voortvloeien (gelijkwaardigheidsbeginsel), en mogen de uitoefening van de door de rechtsorde van de Unie verleende rechten niet in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk maken (doeltreffendheidsbeginsel).
Europese drempelbedragen
Vervolgens koppelt het Hof de Italiaanse griffiekosten aan de drempelbedragen voor Europese aanbestedingsprocedures. Het Hof concludeert dat de griffierechten die verschuldigd zijn bij het instellen van een bestuursrechtelijk beroep op het gebied van overheidsopdrachten niet méér bedragen dan 2% van de waarde van de betrokken opdracht. Deze kosten kunnen de uitoefening van de door de rechtsorde van de Unie verleende rechten met
betrekking tot aanbestedingen niet in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk maken.
Cumulatief heffen griffierechten
Daarnaast bepaalt het Hof dat het cumulatief heffen van griffierechten in het kader van dezelfde procedure voor de bestuursrechter is in beginsel niet in strijd met de Rechtsbeschermingsrichtlijn en de voortvloeiende beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid. Zolang een dergelijke heffing bijdraagt aan de goede werking van het gerechtelijke stelsel als een bron van financiering voor de gerechtelijke activiteit en dat het het instellen van vorderingen ontmoedigt die kennelijk ongegrond zijn. Hierbij is het wel van belang dat het voorwerp van de aanvullende beroepen of middelen daadwerkelijk verschilt van het voorwerp van het reeds aanhangige geding, dat zodoende aanzienlijk wordt verruimd.