Het Meerjarig Financieel Kader (MFK) legt vast hoeveel geld er naar alle programma’s en initiatieven van de EU gaat. Vanaf 2028 komt er een nieuw MFK waarin dit geld opnieuw wordt verdeeld over verschillende beleidsterreinen, afgestemd op de langetermijnprioriteiten van de EU. Met oog op de toekomst doet de Europese Rekenkamer (ERK) voorstellen om het MFK 2028–2034 slimmer en slagvaardiger in te richten.
Achtergrond: het MFK
De langetermijnbegrotingen van de EU worden ook wel meerjarige financiële kaders (MFK’s) genoemd. Deze worden meestal voor een periode van zeven jaar vastgesteld, waaronder het huidige MFK dat loopt van 2021 tot 2027. In februari heeft de Commissie de mededeling ‘De weg naar het volgende meerjarig financieel kader’ gepubliceerd waarin de huidige uitdagingen en prioriteiten worden geschetst voor het beleid na 2027. Het definitieve voorstel voor het volgende MFK komt naar verwachting in juli 2025. De Commissie heeft aangegeven het nieuwe MFK van de EU eenvoudiger, gerichter en effectiever te maken. Dit is in lijn met de prioriteiten van de huidige Commissie en de ambitie voor een sterker, eenvoudiger en sneller Europa, zoals vermeld in haar werkprogramma 2025.
Analyse van de Rekenkamer over de kansen voor het MFK 2028-2034
De ERK heeft de mededeling van de Commissie onder de loep genomen en kansen gesignaleerd voor verbeteringen in het MFK na 2027. Hiermee wil de ERK de Commissie ondersteunen bij de voorbereiding van haar voorstel voor het volgende MFK. De analyse geeft onder meer de volgende kansen voor het nieuwe MFK weer:
1. Een meer gerichte begroting met een grotere impact
In de mededeling geeft de Commissie aan dat de EU-begroting gerichter moet worden ingezet en meer impact moet hebben. De ERK adviseert daarom een nieuw kader voor prestatiemeting te ontwerpen, gericht op meetbare resultaten en betrouwbare gegevens. Ook moet er overeenstemming komen over de definitie van ‘toegevoegde EU-waarde’ om dit consequent mee te nemen bij financieringsbesluiten. Tot slot moet de methode worden verbeterd om te meten hoeveel investeringen dankzij EU-garanties worden gemobiliseerd.
2. Vereenvoudiging EU-begroting maar niet ten koste van verantwoording
De ERK steunt het voornemen van de Commissie om de EU-begroting te vereenvoudigen, maar waarschuwt dat dit niet ten koste mag gaan van de verantwoordingsplicht. Met een aankomend rapport zal de ERK verder uitweiden over de flexibiliteitsmechanismen van het budget die hierbij horen.
De ERK steunt het voornemen van de Commissie om de EU-begroting te vereenvoudigen, maar waarschuwt dat dit niet ten koste mag gaan van de verantwoordingsplicht.
3. Het duidelijker verbinden van financiering aan resultaten en kosten
Het rapport pleit voor een bredere en samenhangende benadering bij het meten van de vervulling van subsidie-vereisten. Dit betekent dat niet alleen wordt gekeken of aan afzonderlijke voorwaarden is voldaan, maar dat ook de onderlinge samenhang en de uiteindelijke doelstellingen van de subsidie in de beoordeling worden meegenomen. Verder adviseert het rapport om voorwaarden voor uitbetaling ondubbelzinnig vast te leggen en de controleverantwoordelijkheden van lidstaten en de Commissie helder af te bakenen. Dit omvat onder meer minimumeisen aan de controles hierop door lidstaten. Ook moeten subsidies terugvorderbaar zijn als de uitkering disproportioneel is met wat er behaald is of deze niet uitgegeven zijn in overeenstemming met Europese of nationale regels.
4. Een duidelijk mandaat van de Europese Rekenkamer voor de controle van begrotingen
In navolging van een eerder rapport benoemt de ERK dat, aangezien sommige instrumenten vallen onder andere publieke of private externe vormen van toezicht, de rekenkamer niet ten volle zijn rol kan vervullen. Volgens de ERK gaat dit ten koste van de democratische controle en moeten er daarom duidelijkere principes voor de rol van de rekenkamer komen om op alle Europese instrumenten toezicht te houden.
Decentrale relevantie
De analyse van de ERK schept verwachtingen over het nieuwe MFK. De financiële begroting en de prioriteiten van de EU bepalen mede de koers van Europa en hebben direct invloed op de beschikbare middelen en het beleid van nationale en decentrale overheden in de lidstaten. Het is daarom essentieel om goed op de hoogte te blijven van deze ontwikkelingen, zodat u tijdig kunt inspelen op de aankomende financiële prioriteiten van de EU.
De financiële begroting en de prioriteiten van de EU bepalen mede de koers van Europa en hebben direct invloed op de beschikbare middelen en het beleid van nationale en decentrale overheden in de lidstaten.
Voor decentrale overheden is het nu belangrijk om proactief te anticiperen op de veranderingen in het EU-budget. Dit betekent actief betrokken zijn bij besluitvorming en, waar mogelijk, deelnemen aan raadplegingen om lokale en regionale belangen onder de aandacht te brengen. Het organiseren van regionale samenwerking kan bovendien uw invloed op het Europese beleid en de verdeling van middelen versterken.
Daarnaast kunnen decentrale overheden projecten ontwikkelen die aansluiten bij de Europese prioriteiten, zodat zij optimaal gebruik kunnen maken van beschikbare Europese fondsen. Een overzicht van de verschillende fondsen vindt u in onze Fondsenwijzer.
Bron
European Court of Auditors, review 03/2025: “Opportunities for the post 2027 Multiannual Financial Framework”, Publications Office of the European Union, 2025.