De verspreiding van Covid in de EU begon als een gezondheidscrisis, maar de pandemie raakte uiteindelijk alle onderdelen van de economie en samenleving. Europa probeert inmiddels al een aantal jaar om de schade te herstellen; onder andere met de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF). Tijdens de eerste drie jaar van deze voorziening heeft echter zowel de uitbetaling van middelen als de uitvoering van projecten vertraging opgelopen. Minder dan een derde van het EU-geld was eind 2023 opgenomen. De Europese Commissie (EC) heeft weliswaar het betalingstempo opgevoerd, maar lidstaten kunnen het geld mogelijk niet op tijd opnemen of gebruiken door verschillende beperkende factoren. Verwachte economische en sociale voordelen worden daardoor mogelijk niet gerealiseerd, zo blijkt uit het op 2 september gepubliceerde verslag van de Europese Rekenkamer (ERK).
De herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF)
De RRF, die 724 miljard euro omvat, werd opgezet als een tijdelijk fonds in reactie op de verspreiding van COVID‑19 in februari 2021. De middelen zijn bedoeld om hervormingen en investeringen tussen februari 2020 en eind 2026 te financieren, zodat de economische en maatschappelijke schade van de pandemie kan worden opgevangen. De faciliteit is gericht op verschillende prioriteiten, waaronder de groene transitie en de digitale transformatie. Landen ontvangen geld op basis van de vooruitgang die ze boeken. Daarmee is de RRF een financieringsmechanisme dat uitgaat van resultaten, in plaats van kosten. Het totaal beschikbare budget is onderverdeeld in 338 miljard euro voor subsidies en tot 385,8 miljard euro voor leningen. Eind 2023 had de Europese Commissie voor alle 27 EU-lidstaten samen 648 miljard euro aan subsidies en leningen vastgelegd.
Het verslag
Uit het verslag van de Europese Rekenkamer blijkt dat het dankzij de voorfinanciering (max. 13% van het totaal te ontvangen) mogelijk was om bedragen in het begin snel uit te betalen, en zo adequaat op de crisis te reageren. De ERK heeft echter wel kritiek op het tempo waarin het overige deel van het geld sindsdien is opgenomen. Bijna alle lidstaten liepen vertraging op hij het indienen van uitbetalingsaanvragen vanwege factoren als inflatie, leverings- en capaciteitstekorten, maar ook vanwege onduidelijkheid over milieuregels. Eind 2023 was 70% van de geplande aanvragen ingediend en was er slechts 213 miljard euro overgemaakt naar de schatkisten van lidstaten door de EC. Bijna de helft van dit geld is bovendien nog niet bij de uiteindelijke ontvangers terechtgekomen (zoals bedrijven, publieke energiebedrijven en scholen). Dit laat zien dat niet alleen de uitbetaling vertraging oploopt, maar daarmee ook de uitwerking.
In 2023 heeft de EC samen met alle Europese lidstaten actie ondernomen om het opnemen van geld te vergemakkelijken, maar het is nog te vroeg om te beoordelen of dat effect heeft gehad. Het risico is aanwezig dat niet alle geplande projecten en doelen op tijd kunnen worden gerealiseerd. Dit komt volgens het rapport mede door de keuze van landen om eerst te hervormen alvorens over te gaan tot investeringen. Een aanzienlijk aantal van de ruim 6 000 EU-brede mijlpalen is nog niet behaald.
In relatie hiertoe merkt de ERK nog op dat de RRF-verordening niet voorziet in de mogelijkheid om geld terug te vorderen wanneer mijlpalen en streefdoelen reeds behaald zijn, zonder dat de maatregelen die in de nationale plannen waren voorzien, zijn voltooid. De ERK adviseert de Commissie om aanvullende richtsnoeren op te stellen en deze observaties mee te nemen in het ontwerp van soortgelijke instrumenten in de toekomst.
Nederland
Iedere lidstaat moest een herstel- en veerkrachtplan (HVP) indienen bij de Europese Commissie. Nederland liep hierbij flinke vertraging op omdat het destijds demissionaire kabinet niet het mandaat had om een HVP op te stellen. Uiteindelijk leverde Nederland het plan op 8 juli 2022 in, als laatste van de EU-lidstaten. Onlangs heeft de Europese Commissie een positieve voorlopige beoordeling gegeven voor het eerste betalingsverzoek van Nederland onder de RRF. Na definitieve goedkeuring ontvangt Nederland 1,3 miljard euro.
Het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) bestaat uit 21 hervormingen en 28 investeringen met een waarde van € 4,7 miljard (van de beschikbare 5,4 miljard). De 6 prioriteiten hierbinnen zijn het aanpakken van witwassen, het bevorderen van de energietransitie, digitalisering versnellen, de woningmarkt (incl. verduurzaming), de arbeidsmarkt en volksgezondheid.
Meer informatie:
- Nieuwsbericht van de Europese Rekenkamer
- Informatie over de RRF van de Europese Commissie
- Artikelen van KED over de RRF