Nieuws

Publicatie: 14 januari 2025

Door: en


In dit artikel verkennen we hoe digitale technologieën, aangestuurd door de TEN-T-Verordening, een belangrijke rol spelen in het streven naar een efficiënter en duurzamer Europees vervoersnetwerk. We gaan in op de rol van decentrale overheden bij het invoeren van intelligente vervoerssystemen voor het wegvervoer in het kader van de TEN-T-Verordening. Luuk Misdom, Senior Projectleider Smart Mobility bij de gemeente Helmond, deelt zijn ervaringen en inzichten.

Mobiliteit en digitalisering

De Europese Unie (EU) heeft zich in haar Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit uitgesproken over de belangrijke rol die digitalisering speelt in het realiseren van het trans-Europese vervoersnetwerk. Digitale technologieën, zoals artificiële intelligentie, automatisering, internetopslag en 5G-netwerken, kunnen namelijk een grote bijdrage leveren aan het verbeteren van de duurzaamheid, efficiëntie, veiligheid en toekomstbestendigheid van de Europese mobiliteitssector. In Nederland vervullen gemeenten en provincies een sleutelrol in het beheren, onderhouden en verbeteren van de vervoersinfrastructuur. Als uitvoerders van centraal beleid zijn zij verantwoordelijk voor de regionale en lokale ruimtelijke ordening. Onder deze verantwoordelijkheid valt onder meer het beheren van provinciale wegen (provincies), lokale wegen (gemeenten) en waterschapswegen (waterschappen). Tegelijkertijd hebben decentrale overheden ook als taak het beheren, onderhouden en verbeteren van de daartoe behorende fysieke en digitale infrastructuur, zoals verkeersdrempels, verkeerslichten, flitspalen of telecommunicatienetwerken.

Luuk Misdom
(Fotograaf: www.davidlok.nl)

Daarom is het van belang dat decentrale overheden actief beleid voeren om de mobiliteit in Nederland en in Europa te verbeteren. Zij moeten voldoen aan een breed scala van regels vastgelegd in Europese mobiliteitswetgeving, waarvan de TEN-T-Verordening een belangrijk onderdeel is.

De TEN-T-Verordening en intelligente vervoerssystemen

De TEN-T-Verordening stelt een aantal algemene prioriteiten om het trans-Europese vervoersnetwerk gecoördineerd en op tijd te realiseren. Onder deze prioriteiten vallen onder meer maatregelen die de digitalisering, digitale handhaving en automatisering van het kernnetwerk, het uitgebreide kernnetwerk en het uitgebreide netwerk verbeteren, met name door het invoeren van ICT-systemen voor vervoer. ICT-systemen voor vervoer maken gebruik van technologieën met betrekking tot informatie, communicatie, navigatie of lokalisatie. Hiermee kunnen vereiste en relevante gegevens worden verwerkt, opgeslagen en uitgewisseld een doeltreffend infrastructuurbeheer, de optimalisering van verkeer, vervoer en mobiliteit, en de verkeersveiligheid op het trans-Europese vervoersnetwerk.

Voorbeelden van ICT-systemen voor vervoer

  • GPS-navigatiesystemen, zoals Google Maps of TomTom.
  • Apps voor openbaar vervoer of dienstenvervoer, zoals de NS-app, OV9292 of Uber.
  • Apps voor het informeren over beschikbare parkeerplaatsen, zoals Parkeerwijzer.
  • Systemen die de diepte van vaarwegen analyseren.
  • Systemen die verkeerslichten aansturen op basis van actuele verkeersomstandigheden.

Lidstaten zijn verplicht om ICT-systemen voor vervoer in te voeren en te ontwikkelen. Voor het wegvervoer zijn dit intelligente vervoerssystemen (ITS). Een ITS is een systeem dat informatie- en communicatietechnologieën gebruikt op het gebied van wegvervoer door middel van elektronische apparaten, sensoren, telecommunicatie en satellieten. ITS wordt ingezet in infrastructuur, voertuigen, (weg)verkeersbeheer, mobiliteitsdiensten en systeemaansluitingen tussen wegvervoer en andere vervoerswijzen.

Een ITS is een systeem dat informatie- en communicatietechnologieën gebruikt op het gebied van wegvervoer door middel van elektronische apparaten, sensoren, telecommunicatie en satellieten.

Luuk Misdom (gemeente Helmond): ”ITS helpt bij het informeren, geleiden en sturen van mobiliteit. Weggebruikers worden doorgaans geïnformeerd over een tijdelijke omleiding door een groot aantal gele verkeersborden langs de weg. Soms weet je niet meer welk bord je moet volgen. ITS biedt gemeenten extra instrumenten om weggebruikers tijdens hun reis te helpen en veilig op hun bestemming te laten aankomen. Daarnaast kan ITS de leefbaarheid bevorderen door bijvoorbeeld doorgaand verkeer uit de kern weg te houden en over andere wegen door te leiden of verkeersopstoppingen te voorkomen die leiden tot hoge piekbelasting. Bovendien draagt ITS ook bij aan inclusievere mobiliteit, bijvoorbeeld door het gericht aanzetten van verkeerslichtrateltikkers voor visueel beperkten. We willen iedereen die in onze stad woont en werkt een veilige beleving geven.”

ICT-systemen, waaronder dus ITS, moeten verkeersbeheer en informatie-uitwisseling tussen vervoerswijzen mogelijk maken. Daarnaast moet ITS mogelijkheden bieden voor het verbeteren van veerkracht, veiligheid, beveiliging, verkeersopstoppingen en milieuprestaties en het faciliteren van een continue verbinding tussen infrastructuur en voertuigen.

Voorbeelden van intelligente vervoerssystemen

  • Flitspalen en snelheidscamera’s die voertuigen identificeren die de maximum toegestane rijsnelheid overschrijden
  • Videocamera’s en bluetoothsensoren die voertuigen detecteren
  • Intelligente snelheidsaanpassing in een voertuig dat bestuurders helpt bij het naleven van de snelheidslimiet
  • Sensoren onder het wegdek

Tot slot schenkt de TEN-T-Verordening extra aandacht aan het installeren van ITS in stedelijke knooppunten. In Nederland bevinden zich 26 stedelijke knooppunten. ITS moet in deze stedelijke knooppunten geoptimaliseerde routes voor alle weggebruikers mogelijk maken zodat:

  • verkeersstromen beter beheerd kunnen worden;
  • verkeersopstoppingen afnemen;
  • de luchtvervuiling door vervoer afneemt;
  • de verkeersveiligheid verbetert;
  • en actuele informatie over de beschikbaarheid van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen altijd voorhanden is.

De ITS-Richtlijn

Bij het invoeren en ontwikkelen van ITS moeten lidstaten ervoor zorgen dat deze systemen in overeenstemming zijn met de ITS-Richtlijn 2023/2661. Deze Richtlijn biedt een gecoördineerd kader waarin prioriteiten zijn neergelegd voor de uitrol van ITS:

  • voor de (continue) uitwisseling van wegverkeersgegevens;
  • voor reizen, vervoer en verkeersbeheer;
  • voor verkeersveiligheid en verkeersbeveiliging;
  • en voor coöperatieve, geconnecteerde en geautomatiseerde mobiliteit.
Banner Impact Mobilieit

Intelligente vervoerssystemen in de decentrale praktijk

In 2023 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een voortgangsrapport gepubliceerd over de landelijke uitvoering van de ITS-Richtlijn in de periode 2020-2023. In Nederland zijn overheden druk bezig om met behulp van ITS de verkeersveiligheid en verkeersstromen te verbeteren en de impact van het verkeer op het milieu, met name CO2-uitstoot, te verminderen.

Voor de uitrol van ITS kunnen decentrale overheden Europese financiering aanvragen bij de Connecting Europe Facility (Transport en Digitaal), het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en Horizon Europe (Cluster 5 Klimaat, Energie en Mobiliteit). Decentrale overheden kunnen bijvoorbeeld tot en met 21 januari 2025 EU-subsidie vanuit het CEF aanvragen voor projecten met betrekking tot het installeren of verbeteren van ITS op het trans-Europese vervoersnetwerk.

Hieronder lichten we twee voorbeelden van ITS-toepassingen in de decentrale praktijk uit, die invulling geven aan de verplichte maatregelen om de digitalisering, automatisering en digitale handhaving van het kernnetwerk, het uitgebreide kernnetwerk en het uitgebreide netwerk te verbeteren door ITS te installeren. Deze projecten liggen in lijn met de Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit en de digitaliseringsverplichtingen onder artikelen 12 lid 1 onder i, 13 onder h, 43, 30 lid 1 onder g en 31 lid 1 van de TEN-T-Verordening.

Mobiliteitsproject Talking Traffic: intelligente verkeerslichtregelaars

Meer dan zestig decentrale overheden, waaronder de gemeenten Rotterdam, Leusden, Maastricht, Emmen, Zeist en Velsen en alle provincies, doen mee aan het grootschalige Nederlandse mobiliteitsproject Talking Traffic. Het project heeft als doel om wegverkeer sneller, efficiënter, duurzamer en veiliger te maken door intelligente verkeerregelinstallaties (iVRI, ook bekend als intelligente verkeerslichtregelaars, iVLR’s) te installeren.

Infographic over intelligente verkeersregelinstallaties
Intelligente verkeersregelinstallatie: links de input die de iVRI verwerkt en rechts de output die de iVRI bewerkstelligt.

iVRI’s verwerken continu gegevens over het wegverkeer, zoals opstoppingen, gladheid of wegwerkzaamheden. Gemeenten en provincies investeren 25 miljoen euro in het vervangen van verkeerslichten voor iVRI’s. Het Ministerie van IenW rapporteerde dat in 2023 ongeveer 20 procent van alle verkeerslichtregelaars in beheer van gemeenten, provincies en het Rijk zijn vervangen door iVRI’s.

Luuk Misdom: ”Gemeenten kunnen weliswaar veel geld investeren in de aanleg van een snelfietspad, maar dat heeft weinig zin als weggebruikers vervolgens nog lang bij een verkeerslicht moeten wachten.”

iVRI’s gebruiken wegverkeersinformatie om weggebruikers op tijd op de hoogte te brengen van en te waarschuwen voor onder andere (voorspelde) files of verkeersongelukken. Daarnaast geven iVRI’s accurater advies aan weggebruikers over de snelste reisroutes en iVRI’s kunnen verkeersopstoppingen verminderen door ‘groene golven’ te coördineren. Bovendien kunnen iVRI’s verkeersregelingen aanpassen en groen licht geven aan hulpdiensten, zoals ambulances, zodat zij sneller ter plekke zijn.

CCAM Partnerschap: coöperatieve intelligente vervoerssystemen

Het Europese project Coöperatieve, verbonden en geautomatiseerde mobiliteit (‘Cooperative, connected and automated mobility’) is een samenwerkingsverband tussen Europese (de)centrale overheden, universiteiten en andere onderzoeksinstellingen. In Nederland onderzoeken de gemeente Helmond, de provincie Noord-Brabant en het Ministerie van Rijkswaterstaat de mogelijkheden van coöperatieve intelligente vervoerssystemen (C-ITS) in het project Move2CCAM.

Misdom: ”We bevinden ons in een wereld waar C-ITS sterk verbonden zijn met de weginfrastructuur. We kunnen daar in de toekomst nog meer gebruik van maken. De inzet van C-ITS staat of valt met de bereidheid en het vertrouwen van weggebruikers om gebruik te maken van C-ITS. Het project Move2CCAM onderzoekt voornamelijk de ervaring van weggebruikers met zelfrijdend vervoer: wat is de acceptatie van gebruikers van zelfrijdend openbaar vervoer of logistiek? Hoe ga je om met de sociale veiligheid bij zulke diensten? Welke prijs zouden burgers betalen voor zulke diensten? Je kunt als gemeente techniek hebben, maar de acceptatie van je burgers moet er ook zijn.”

Coöperatieve intelligente vervoerssystemen zijn systemen die met elkaar verbonden zijn en continu onderling gegevens uitwisselen. Op basis van die actuele gegevens kan C-ITS acties met elkaar coördineren. Zo kunnen voertuigen automatisch communiceren onderling, maar ook met de daarop aangesloten vervoersinfrastructuur, zoals verkeerslichten of snelheidsborden. De inzet van C-ITS kan de verkeersveiligheid, verkeersefficiëntie en het rijcomfort van weggebruikers verbeteren doordat voertuigen elkaar kunnen waarschuwen voor mogelijk gevaarlijke situaties of plaatselijke weginfrastructuur, zoals verkeerslichten of gewijzigde snelheidslimieten. Bovendien staan voertuigen met ingebouwde C-ITS-technologie altijd in verbinding met verkeerscentrales die kunnen waarschuwen over ijzel of files op de weg.

Grootste uitdagingen

Gevraagd naar de grootste uitdagingen voor decentrale overheden met betrekking tot ITS noemt Misdom het volgende: ”De grootste uitdaging is het beheer van gegevens over de fysieke en digitale infrastructuur: in welk dataformat moeten decentrale overheden mobiliteitsgegevens aanleveren? Hoe kunnen decentrale overheden de kwaliteit van deze gegevens garanderen? Hoe zorgen decentrale overheden ervoor dat de netwerkverbindingen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van ITS niet alleen gisteren en vandaag, maar ook morgen werken? Technieken verouderen en decentrale overheden staan voor enorme uitdagingen om te zorgen dat zij hun digitale infrastructuur en gegevensbeheer op orde krijgen en houden. De Rijksoverheid moet als aanvoerder duidelijke datastandaarden voor mobiliteitsgegevensbeheer vastleggen om een consistente datakwaliteit te kunnen garanderen, zodat alle overheden samen de mobiliteit binnen Europa kunnen verbeteren.”

Misdom: De inspanningen van één decentrale overheid hebben weinig nut als andere overheden zich minder inspannen.

Mobiliteit stopt daarbij niet bij een gemeentegrens, stelt hij. “Hoewel decentrale overheden al veel samenwerken, trekken zij nog te veel op lokaal niveau op en werken nog te weinig samen met andere lokale, regionale en nationale overheden. Nederland is zo sterk als de zwakste schakel. De inspanningen van één decentrale overheid hebben weinig nut als andere overheden zich minder inspannen. Die zwakste schakel kunnen decentrale overheden verhelpen door samen als ecosysteem stappen te zetten.”

Hierdoor verliezen decentrale overheden de weggebruikers en hun ervaringen uit het oog, volgens Misdom. “Decentrale overheden moeten niet zelf proberen het wiel opnieuw uit te vinden, maar samenwerken en zich verenigen op hoger niveau vanuit grotere gemeenten, de regio, provincies, de centrale overheid of een nationaal toegangspunt voor (slimme) mobiliteit.”