Nieuws

Publicatie: 15 september 2025

Door:


De EU heeft nieuwe bindende afspraken gemaakt om voedsel- en textielverspilling fors terug te dringen. Voor gemeenten en andere decentrale overheden liggen hier directe gevolgen, variërend van afvalinzameling tot lokale samenwerking met horeca en detailhandel.

Bindende reductiedoelen voor voedselverspilling

Uiterlijk in 2030 moeten EU-lidstaten voedselverspilling flink hebben verminderd:

  • 10% minder in de voedselverwerking en -productie
  • 30% minder bij retail, horeca en huishoudens

Deze doelen worden gemeten ten opzichte van de gemiddelde verspilling in 2021-2023. Voor decentrale overheden betekent dit dat er meer nadruk komt te liggen op bewustwordingscampagnes, monitoring en ondersteuning van lokale voedselbanken. Gemeenten zullen bovendien in overleg met landelijke overheden en ketenpartners moeten bekijken hoe donatie van veilig maar onverkocht voedsel wordt gefaciliteerd. Denk aan afspraken met supermarkten, horeca en cateringbedrijven.

Producenten verantwoordelijk voor textielafval

Naast voedsel staat ook textiel centraal. Producenten die textiel op de Europese markt brengen – ook via online verkoop – worden verplicht om te betalen voor de inzameling, sortering en recycling van textielafval. Dit gebeurt via uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV/EPR), die lidstaten binnen 30 maanden moeten invoeren.

Voor gemeenten is dit relevant omdat de inzameling en verwerking van textiel traditioneel vaak een lokale taak is, uitgevoerd in samenwerking met kringloopbedrijven en sociale werkplaatsen. De nieuwe regels kunnen leiden tot herziening van contracten, nieuwe inzamelstructuren en mogelijkheden om kosten door te schuiven naar producenten. Dit biedt kansen voor verduurzaming en innovatie, bijvoorbeeld in samenwerking met circulaire hubs of regionale verwerkingsinitiatieven.

Lokale rol in circulaire economie

De EU wil met deze maatregelen ook een rem zetten op zogenaamde ‘fast fashion’. Lidstaten mogen bijdragen aan EPR-systemen differentiëren, zodat producten met korte levensduur duurder uitpakken. Gemeenten en provincies kunnen hierop inspelen door lokaal circulair ondernemerschap te stimuleren, hergebruik te bevorderen en burgers te informeren over de impact van kledingconsumptie.

Volgende stappen

Na ondertekening en publicatie krijgen lidstaten 20 maanden om de regels te vertalen naar nationale wetgeving. Voor decentrale overheden betekent dit dat zij tijdig voorbereid moeten zijn:

  • Voedsel: lokaal beleid op donatie en preventie versterken.
  • Textiel: afspraken maken over inzameling en kostenverdeling.

De nieuwe Europese regels zetten de toon voor een circulaire toekomst. Gemeenten, provincies en regionale samenwerkingsverbanden spelen daarin een sleutelrol, dicht bij de praktijk van voedselconsumptie en textielgebruik.

Bron

Website Europees Parlement