Praktijkvraag

Laatste update: 10 september 2024

Door:


In onze gemeente kampen we met een groot duivenprobleem. De duivenpopulatie is de afgelopen jaren sterk gestegen. Om de overlast te verminderen, voelen we ons helaas genoodzaakt een aantal duiven te vangen en uiteindelijk ook om te brengen. Mag dit volgens de Europese Vogelrichtlijn?
Antwoord in het kort

Ja, een gemeente mag overlast veroorzakende stadsduiven vangen en om het leven brengen. Deze duiven komen niet in aanmerking voor de bescherming die op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Omgevingswet aan bepaalde diersoorten wordt geboden.

Doel van de Europese Vogelrichtlijn

Het overkoepelende doel van de Europese Vogelrichtlijn (2009/147/EG) is om alle ‘natuurlijk in het wild levende vogelsoorten’ en hun eieren, nesten en leefgebieden op het Europese grondgebied te beschermen (art. 1 Vogelrichtlijn).

In beginsel: verbod tot het doden van vogels

Om de bescherming uit artikel 1 van de Vogelrichtlijn te bereiken, bepaalt artikel 5 dat de nodige maatregelen moeten worden genomen om de bescherming van alle natuurlijk in het wild levende Europese inheemse vogelsoorten te waarborgen. Dit omvat onder andere een verbod om opzettelijk deze vogels te doden of te vangen (artikel 5, lid 1 sub a Vogelrichtlijn).

Uitzonderingen volgens de Vogelrichtlijn

De Vogelrichtlijn is van toepassing op alle in Nederland van nature in het wild voorkomende vogels. Maar op bepaalde vogelsoorten mag wel gejaagd worden, bijvoorbeeld op de grauwe gans, de rotsduif en sommige soorten eenden. De soorten waar het om gaat, zijn opgenomen in Bijlage II van de Vogelrichtlijn. Het ministerie van LVVN publiceert hier de lijst met soortnamen in het Nederlands.

Overigens zijn meer uitzonderingen op het verbod uit artikel 5, lid 1, sub a Vogelrichtlijn mogelijk. Zo mag van het verbod op het doden of vangen van vogels worden afgeweken in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid of ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij en wateren (artikel 9, lid 1, sub a Vogelrichtlijn). Daarbij gelden wel regels. Zo moet bijvoorbeeld worden vastgelegd op welke vogelsoorten de afwijking betrekking heeft, welke middelen voor vangen of doden zijn toegestaan en moeten tijd en plaats worden afgebakend (artikel 9 lid 2 Vogelrichtlijn) .

Nederlandse regelgeving

In Nederland zijn de regels rondom het doden of vangen van vogels te vinden in de Omgevingswet (artikel 5.1, lid 2, aanhef en onder g van de wet) en verder uitgewerkt in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het uitgangspunt is dat geen schade mag worden toegebracht aan beschermde dieren, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. De relevante bepalingen van de Omgevingswet en het Bal moeten worden uitgelegd en toegepast in het licht van de bedoelingen van de Vogelrichtlijn.

Artikel 4.3 (lid 1 onder l) van de Omgevingswet schrijft voor dat er nadere regels worden gesteld voor het vangen of doden van dieren. De provincie is in dit geval het bevoegd gezag, volgt uit Artikel 4.11 (onder g) van de Omgevingswet. Gemeenten hebben een restbevoegdheid om deze activiteiten uit te oefenen.

Stadsduiven: rechtelijke uitspraak

De Raad van State bevestigde in een uitspraak uit 2009 dat stadsduiven in Groningen moeten worden gezien als de gedomesticeerde variant van de rotsduif (columba livia domestica). Vervolgens komt de Raad van State tot de conclusie dat “(…) uit het feit dat ingevolge artikel 7, tweede lid, van de Vogelrichtlijn in samenhang met bijlage II/1 op de Columba livia (rotsduif) mag worden gejaagd, [kan] worden afgeleid dat ook op de gedomesticeerde variant (Columba livia forma domestica) mag worden gejaagd en dat Europeesrechtelijk geen beletsel bestaat voor nationaalrechtelijke regelgeving met betrekking tot de bejaging van de Columbia livia (…)”.

Conclusie

De Europese en nationale wet- en regelgeving op het gebied van vogelbescherming vormen voor een gemeente geen belemmering om overlast veroorzakende stadsduiven te vangen en uiteindelijk ook om te brengen.

Meer informatie

Natuur en biodiversiteit, Kenniscentrum Europa Decentraal